In het evangelieverhaal van deze zondag wordt verteld over het feest van het ongedesemde brood en het pesachlam dat geslacht wordt. Voor de Joden was het een grote feestdag met veel voorbereidingen en vast omschreven rituelen. Tijdens de maaltijd werd het verhaal van de uittocht uit de slavernij van Egypte gelezen en werden er gebeden en liederen gezongen. Het samen tafelen kon uren duren. Met blijdschap en dankbaarheid dachten ze terug aan hun voorvaderen, die trouw gebleven waren aan Jahwe en na een tocht van veertig jaar het beloofde land hadden bereikt.
Jezus en zijn leerlingen vieren ook dit feest en twee leerlingen maken een bovenzaal klaar om er samen de religieuze maaltijd te vieren.
Tijdens die maaltijd van Jezus en zijn leerlingen gebeurt er iets nieuws: Jezus geeft aan het Pesachfeest een nieuwe invulling, hijzélf wordt het pesachlam, hij geeft zichzélf, hij breekt en deelt zijn leven voor de leerlingen maar in feite voor alle mensen, ook voor ons.
Hij nam het brood, sprak een zegenbede, brak het brood en gaf het de leerlingen met de woorden: "Neem, dit is mijn lichaam".
De leerlingen zeggen niets en vragen niets. Waarschijnlijk voelt ieder het persoonlijke contact met Jezus wanneer hij het aangeboden brood ontvangt.
Het mysterie van de liefde wordt in stilte en eerbied ontvangen.
Wanneer wij elkaar iets aan reiken gebruiken wij onze handen, maar ook onze ogen. Onze blik kan spreken van genegenheid, vriendschap, bezorgdheid, kortom van liefde..... of van haat.
Jezus gaf met het gebroken brood zichzelf, héél zijn liefde, aan zijn leerlingen. Ook aan ons geeft hij zich in het gezegende en gebroken brood van de Eucharistie. Laten we het dankbaar aannemen, het teken van zijn liefde ontvangen en met elkaar leven zoals hij ons heeft voorgedaan.