H. Drie-eenheid

Ieder jaar ontkomen we er niet aan. De eerste zondag na het hoogfeest van Pinksteren mogen we erover nadenken: over de ‘heilige Drie-eenheid’, zoals het plechtig staat in ons lectionarium, of te wel  zondag Trinitatis.

Interessant is en blijft het,  de tijd op te roepen waarin dit dogma tot stand kwam. Circa 300 van onze gewone jaartelling.  1714 jaar geleden. Grote verschillen in denken dreigden het beeld van de gewenste kerkelijke eenheid te verstoren en de keizer nam het initiatief om de kerkleiders naar Nicea te halen ( letterlijk ook, men verplaatste zich per koets) om een eenheid te bereiken. 

Verschillende kerkelijke denkbeelden waren onderwerp van gesprek in die tijd.  Ik weet nog dat toen ik voor de eerste keer mijn pastoor in de OKK hoorde vertellen dat zelfs in de kapperszaken in  Constantinopel in 381 dit het onderwerp van gesprek was, je het dus best als een politiek gevoelig onderwerp mocht inschatten. De discussies erover waren veelkleurig en veelvuldig. Het gesprek van de dag.

In Nicea is men er toen toch uit gekomen, de consensus van geloven was bepaald en de eenheid herwonnen.  Toch wil  ik iets van die veelkleurigheid van denkwijzen laten horen. We zullen dan meer begrijpen dat een denkmodel geen vorm van geloven is, maar slechts een handvat om dat – in dit geval - moeilijke begrip Drie-eenheid, Triniteit binnen het eigen denkvermogen te brengen. In hoeverre dat wie of wat wij God noemen te beredeneren valt, te bevatten. Aan een relativerende werking zal niet te ontkomen zijn, naar ik hoop wel de zoektocht naar wat geloven is meer richting te geven. Een soort negatieve theologie, zoals dat heet: dat is alles wegschrappen wat niet van toepassing is.

Als eerste dan de grote kerkvader Gregorius van Nyssa uit Cappadocië ( overigens 1 van de 3 groten uit dat gebied) in het huidige Turkije, die  stelde in 381 voor (qua beeldvorming over het wezen van God ) te denken aan een Piet, Jaap of Jan. Het zijn drie mensen, zij delen in hun menselijkheid maar zijn toch drie verschillende individuen. Dus, stelt hij ‘wat zou er verkeerd aan zijn eraan te denken  als  enerzijds de Vader, de  zoon en h. Geest een ‘goddelijke natuur’ delen, terwijl we toch niet willen dat het drie afzonderlijke goden zijn’. Het monotheïsme van de Hebreeër, Mohammedaan en christen kent slechts één God.

Voor de kerkvader Augustinus, ook uit die periode, ligt dat weer even anders. Uitgaand dat de Godheid uniek is, bekruipt hem het gevoel dat er een ondergeschiktheid zou gaan ontstaan ten opzichte van  de zoon en de h. Geest.  In het tweede boek van Mozes, Exodus staat immers met ronde woorden dat de mensheid is geschapen als imago dei ‘ als het beeld Gods ’.  Daarbij staat in de tekst ‘laten WIJ mensen maken’  een meervoudsvorm. Voor Augustinus helder herkenbaar in dat beeld van Drie eenheid.  Daarbij gekoppeld aan de gedachten dat het intellect, het verstand van de mens het hoogste goed is, (het is voor hem het hoogste deel van de ziel) , lijkt dat het meest op God. Sporen van die Drie-eenheid zijn in dat verstand van de mens naar zijn overtuiging te ontdekken.  Dus HET  beeld van God zelf’’ , aldus Augustinus.

Met al hun tijdgenoten hebben zij het CREDO van Nicea toen geaccordeerd. De keizer blij, zij blij.  Maar laten we dan niet denken dat het denken hierover dan ophield. Nee komende generaties theologen gingen gewoon door.

Een paar eeuwen later, bijvoorbeeld denkt Karl Barth, de Lutherse dominee uit onze vorige eeuw rustig door over dit onderwerp en schreef er in zijn dikke pil over, zijn Kerkelijke Dogmatiek. Een lijvig boekwerk waar menig protestantse en katholieke theoloog zijn tanden op stuk heeft gebeten. En dat ook niet nalieten. Voor Barth is de Triniteit ‘de bron van Openbaring in Jezus de Christus’.  Zonder openbaring geen dogmatiek, geen denkmodel dus, maar meer een gevolgtrekking: Deus dixit….zegt hij: God spreekt…en moet duidelijk zijn.  Theologen mogen het  uitzoeken wat er alzo geopenbaard is, welke denkwijzen er zich vervolgens aandienen.   Barth gaat dus niet uit van een bepaalde leer of een idee, maar van het gegeven dat God al – met de Bijbel in de hand – gesproken heeft en dat Hij verstaan wordt. Eén probleem kon Barth niet tackelen.  Hebben kerkvaders aangegeven dat een mens ‘zondig ’ is, krabt Barth toch achter zijn oren als die mens gaat nadenken over dat geopenbaarde. Hij krijgt al snel twijfels over de haalbaarheid.  Voer voor veel nadenken.

Als vierde kandidaat stel ik u graag de Jezuiet Karl Rahner voor. Ook een gezien theoloog uit de 19e eeuw.  Rahner heeft goed naar Barth geluisterd en vindt zijn gedachte over die Openbaring in de geschiedenis niet verkeerd.

Denkt echter verder na: een ‘economische eenheid’  vind hij, is als onderdeel van dat denken hoort erbij, is niet weg te poetsen. En dan bedoelt hij met die ‘economische eenheid’ : het ervaren van die Triniteit bij de mens.  Hij stelt daarbij dat als men zich die  Triniteit wil voorstellen,  men én de ervaring  van de heilsgeschiedenis (Openbaring) moet laten meewegen naast de in de Bijbel voorkomende verhalen. Kortom, niet zomaar, niet al te snel  bepalen wat nou met die Drie eenheid precies wordt bedoeld.

Ik zal u verder geen theologen meer opvoeren. Het is wel genoeg.  Nu kunnen we wel met de filosoof Plotinus gaan beweren van: alles waarvan je niet precies weet wat het is, daar moet je niet in gaan wroeten….maar ja: zelf ontdekken en je laten informeren kan nooit kwaad. Nog een probleemtje dan.

Nadat het credo dus door de vergadering bepaald was kwam men erachter dat niet op alle vlakken consensus – overeenstemming was bereikt.

De goede verstaander bij het reciteren van onze geloofsbelijdenis  zal moeten weten dat in de Orthodoxe en  Oud Katholieke versie er een klein tekst verschil bestaat ten opzichte van de latijns-westerse kerk.   Was met elkaar ervan uitgegaan dat de h. Geest uitgaat van de Vader…. Wij zingen het ieder zondag.  In de loop van de 9e eeuw is de zoon ( filioque) er plotsklaps bij ingeslopen. ( uitgaand van de Vader en de zoon dus) , en dat graf  grote stampij.  Oost en west hadden in 4 van de 7 concilies bepaald en afgesproken dat alleen de Ruach, de Geest vanuit de Vader kon komen. Vanuit het boek Exodus zo te herleiden…. Toen de Grieken er zich bewust van werden dat die ‘zoon’ er toch nog ingeslopen was, stonden zij op hun kop van ergernis. Augustinus, goed voor een behoorlijke invloed, had zijn zin gekregen. Boze tongen beweren dat Augustinus niet zo goed was met zijn kennis van het Grieks……ja waar blijf je dan.

Terugkomend op de Drie-eenheids gedachte blijkt dat met al de gegeven voorbeelden  dat mensen – in welke eeuw zij ook leven - in het leven op zoek zijn naar het mysterie van leven. Het zoeken naar wie God is daarbij niet weg te denken. Gezien de artikelen in Volkskrant en Trouw nog altijd een hot item.

Augustinus wist zijn geloof mooi te verwoorden: onrustig is ons hart, totdat het rust vindt bij u, o God…..  Ook de verhalen in de Bijbel geven ons de onrust van mensen aan in hun zoektocht, in hun vaak boude beweringen. Beelden van machten buiten en boven de mens werden gecreëerd, van heilige eiken tot gouden kalveren, van vruchtbaarheidsgoden en godinnen tot economische stelsels, maar geen van deze af-goden kon de mens bevredigen. Brachten rust in de ziel.

Graag sluit ik me dan ook aan bij de schrijver van het tweede boek van Mozes, die met prachtige proza zijn beeld van God verklankt,  als hij Mozes  voor de tweede keer met platen de berg ziet beklimmen om die Eeuwige te ontmoeten.

Dat het ook voor de Mozes figuur niet eenvoudig was zijn God te ontmoeten, te leren kennen blijkt uit het verhaal zoals het beschreven staat en ons werd voorgelezen.

Hoe intens helder probeert de schrijver ons die Eeuwige te beschrijven en Mozes die Stem hoort roepen over barmhartigheid en liefde. De basis voorwaarden om mens te zijn onder de mensen.

Mooie woorden, die het denken over Wie is God niet gestopt heeft, ja  generaties nadien er al struikelend over elkaar heen zijn gevallen hoe dit te beschouwen, te ervaren als een gebeuren dat nooit zal ophouden.

Wij zijn hier vanmorgen samen gekomen om eucharistie te vieren in navolging van Hem die ons inspireert die barmhartigheid en liefde van de Eeuwige God zichtbaar en tastbaar te houden in ons dagelijks leven. Het is de goddelijke Geest van liefde die ons ertoe aanzet. Zonder die Geest zou ons leven die rijkdom van het ervaren missen. Ervaren dat er een kracht is die in ons werkt. Boven denken en boven bidden.

Na de viering gaan wij naar huis en zetten we onze taak in de wereld voort, om liefde te brengen waar haat is, om vrede te brengen waar onvrede heerst, dan tekenen wij ons met het kruis, de meest korte belijdenis van geloof in God, die wij blijvend zullen noemen Vader, zoon en heilige Geest. Amen.