De kwijnende vlaspit (1997)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

Doop van de Heer 

DE UITGEBLAZEN VLAM

Twee jonge mensen zijn verliefd en op vakantie in een oud vissersstadje langs de Ligurische kust. Daar doen ze wat ze thuis niet zo gauw zouden doen. Ze lopen een kerk binnen, gewijd aan de Heilige Nico laas, patroon van verloofden en kinderzegen. Bij het altaar offeren ze enkele duizenden lires en steken een kaars aan. Onwennig, maar ook onder de indruk blij ven ze daar even zwijgend staan; zonder woorden weten zij zich uitgeleverd aan de machten van de schepping en aan God. Ze laten elkaar zonder woor den een toekomstdroom zien. Dan verlaten ze de koele donkere kerk. Bij de deur kijken ze nog even achterom en tot hun grote verontwaardiging zien ze dat een energieke oude pastoor in een loshangende toga met een grote bos sleutels vanachter een pilaar te voorschijn komt en in één volle ademtocht alle kaarsen uitblaast, ook de kaars die zij met zoveel tederheid zojuist geofferd hadden. Het zal wel hun laatste zijn geweest.
Deze Italiaanse pastoor zie ik altijd voor me als ik Jesaja hoor zingen: "God zendt een knecht die de kwijnende vlaspit niet zal doven." Dat is een ken merk van iemand die God in mond en handen heeft: die maakt de zwakke wankele kaarsvlam niet uit.

HOOP VAN STERVEND VOLK

Laten we ons realiseren in welke omstandigheiden de dichter dit droombeeld heeft geschreven. Het was in de dagen dat Jeruzalem door een vijandige macht was ingenomen. Iedere familie had wel doden te be treuren. Aan de verovering was een wrede belege ring vooraf gegaan: maanden van honger, dorst en epidemie‰n. En dan de plundering door de getergde soldaten, voor wie roof het normale soldij was. Tot overmaat van ramp werd hun trotse tempel in brand gestoken en de voornaamste families gedeporteerd naar het verre Babylon, een machtig land, met een onverstaanbare taal en hoge torens voor vreemde goden. Daar zaten ze nu al twee generaties gevangen zonder hoop. Ze hadden alleen hun herinneringen nog. Misschien konden de gevangenen in die tijd nog niet echt twijfelen aan God, maar ze moesten wel denken dat God hen vergeten was en niet de moeite waard vond. Kennelijk had hij hen laten vallen. Dan spreekt de dichter. Hij licht een tip van Gods sluiers op en zegt: "Hij zal de kwijnende vlaspit niet doven." Dit stervende volk krijgt van hem niet de nekslag. Integendeel; hij zal er zich om bekommeren.

EUTHANASIE OF ZIEKENZALVING
We leven niet in ballingschap. Jesaja's woord valt thans in een cultuur van rijkdom groei. Ons is aangenaam wat groeit. We zijn al gauw geneigd om voor bij te zien aan wat verschrompelt en in-krimpt. De kwijnende vlaspit... ? Ik denk aan een oude moe der in bed. Ze was stervend. Ze was "opgegeven" zoals dat ten onrechte heet. Ze wilde twee dingen: bediend worden en gedood worden. Euthanasie dus. Ze had het gevoel dat dit niet bij elkaar paste. De zalving symboliseert je gevoel dat het leven van God komt, dat het iets heiligs heeft, iets onaantastbaars. De vraag om het leven te be‰indigen symboliseert het gevoel dat je zelf beschikken mag over je wezen. Enkele gesprekken maakten duidelijk dat de vrouw er problemen mee had om anderen tot last te zijn. Na tuurlijk wilde ze nog een keer kerstmis meemaken; natuurlijk wilde ze bij de eerste communie van Eric zijn, al was het kruipend, maar nooit had ze geleerd om overgeleverd te zijn aan anderen en in die situatie geluk te ervaren!
De afgelopen weken zijn van allerlei kanten allerlei belangwekkende aspecten rond stervenshulp ter spra ke gebracht. Het onderwerp vereis eerbied en zorg vuldigheid. Zeker is het in die discussie ook belang rijk naar voren te brengen dat er in onze tijd de me ning steeds meer post vat, dat de kwijnende vlaspit waardeloos is.
Ik wil geen uitspraak doen over concrete situaties. Dat zou niet kunnen. Er kunnen omstandigheden zijn, waarin het verbodene geboden is. Het lot van een stervende kan beslissingen vragen die je nooit wilde nemen, maar nu toch neemt. Wie ooit een dier bare heeft zien lijden kent die verscheurde gevoelens en tegenstrijdige verlangens, waarbij je alleen maar bidden kunt om wijsheid.

ZORG VAN BISSCHOPPEN

De Nederlandse bisschoppen hebben in een brief zorg geuit over die tendens in onze maatschappij dat al te gauw wordt verondersteld dat er aan een ziek bed geen geluk meer te beleven valt. Ook het ge handicapte leven heeft een taak. En in het lijden verliest de mens zijn waardigheid nog niet zo snel. Misschien veronderstellen we zoiets te snel uit onze eigen angst om dood te gaan.
Er is veel liefde en geluk te beleven, ook bij een de menterende tante of een stervende vriend. Het is niet de vraag of een leven ooit zinloos is, maar of we in een zinloze situatie zin kunnen brengen. Die kunst lijkt onze cultuur te verliezen.
Ik hoop dat u aanvoelt dat ik over een heersende tijd geest wilde nadenken. Ik weet dat mensen in een sterfkamer soms voor onmogelijke vragen worden gesteld en antwoorden zoeken die in geen enkele re gel te vinden zijn. Maar het moet niet gewoon wor den dat de kwijnende vlaspit wordt gedoofd.

FALDERALDERIERE

Lieve kinderen. Ik was op bezoek bij Monique, Monique had een broertje gekregen. Dirk. Dirk moest worden gedoopt en dat ging ik dus afspreken. "Proficiat met je broertje!", zei ik tegen Monique. Maar Monique was een beetje boos. Er kwam teveel bezoek voor Dirk en er waren een beetje teveel cadeautjes voor Dirk. Ze zagen Monique niet meer staan. Dus hield ze de lippen stijf op elkaar. "Wil jij een tekening maken of een liedje zingen als we Dirk dopen?", vroeg ik. Toen was het enkele ogenblikken spannend stil en ineens zei Monique fel: "Ik zing wel 'Dirkje is in het water gevallen, falder-alde-riere'." Zo, die zat! Vervelende Dirk ook. "Dat is een heel mooi liedje bij de doop", zei ik. Want dopen is in het water vallen... en er weer uit worden gehaald! Zo worden mensen door God opgetild. Dopen is in het water vallen en dan: falder-alde-riere, of alleluja of Hosanna of zoiets.