Waarmee kan ik u van dienst zijn? (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 522 niet laden

Weet u wat me geweldig stoort? Als je een winkel binnengaat, komt er vaak direct een verkoper op je af die tegen je zegt: "Zoek u iets? Kan ik u helpen?" Dat gebeurt in een kerk vrijwel nooit. Stel u zich voor dat, toen u de kerk binnenkwam, er iemand naar u toe gekomen zou zijn met de vraag "Zoekt u iets? Waarmee kan ik u van dienst zijn?". In de kerk vraag je zoiets niet, maar ik weet wél wat u ongeveer zoudt antwoorden. De een zou zeggen "ik kom hier voor mijn rust", een ander: "ik kom voor een goeie preek, (tenminste als die niet al te lang is!)". Weer een ander zou zeggen: "Ik kom om God te bedanken en liederen te zingen, mijn geloof uit te spreken." Weer anderen komen voor bemoediging en troost of om vergeving. En ook zijn er mensen die komen uit woede om wat hen of hun omgeving is aangedaan. "God, gaat u zó met uw mensen om?"

"Zoekt u iets? Waarmee kan ik u van dienst zijn. Wat zoek ik op een zondagmorgen in de kerk? Misschien dat daarin de oorzaak ligt van het feit dat zovele mensen wegblijven. Er waren wel antwoorden, maar ze hadden er geen vraag bij. Dan wordt het allemaal zinloos en houdt je vanzelf op met het naar de kerk gaan. Natuurlijk is de kerk geen winkel of supermarkt. Maar toch hoor ik in het evangelie Jezus vanmorgen hetzelfde vragen. Aan mensen die Hem waren gevolgd waren vraagt Hij: "Wat verlangen jullie?" Wat zoeken jullie? Waarmee kan Ik jullie van dienst zijn? De leerlingen hebben hun keuze nog niet gemaakt. Ze weten niet wat ze zoeken. Maar om toch in de termen van de winkels te blijven: "Mijnheer, we willen eens kijken wat U in huis hebt. We willen eens praten over wat U te bieden hebt. Wat is de zin van uw bestaan? Waar woont U? Waar leeft u voor?" Dat laatste vooral... En de leerlingen vonden wat ze zochten. Enthousiast vertellen ze anderen: "We hebben de Messias gevonden!" Dat is Degene die de leegte in je bestaan kan vullen.

Ik denk dat de meesten van u wel weten wat ze vanmorgen in de kerk zoeken. We verdiepen ons elke week opnieuw in het leven van Jezus. Wat Hij over mijn leven te zeggen heeft. Johannes de Doper voelde dat haarscherp aan. Hij ziet Jezus lopen en zegt tegen twee van zijn leerlingen: "let op die man; hij is het Lam Gods; "het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt". Die paar woorden zijn een hele mond vol. Daar zit een hele levensfilosofie achter! Wat roept een lam bij je op? Iets van zachtheid en onschuld. Eerder door geweld vermalen dan tot geweld in staat. Een lam is het symbool van het weerloze en argeloze. Daartegenover staat de macht van de zonde, die anonieme macht van het kwaad die ons leven steeds opnieuw bedreigt. De macht die we niet willen, maar waaraan we toch telkens weer meedoen, ieder in zijn eigen situatie. Denk alleen maar aan de agressie die soms in jezelf naar boven komt.

Twee leerlingen gaan achter Jezus aan. Jezus draait zich om en vraagt: "Wat verlangen jullie, waarmee kan ik jullie van dienst zijn?". Ik denk dat in die woorden "Lam Gods" hun verwachtingen liggen uitgedrukt. Wat verlangen ze van het leven? Iets van het argeloze en het ongerepte dat ze in Jezus zien. Iets van 'n droom die ze in Zijn ogen weerspiegeld zien. Iets dat zin geeft aan hun leven.

Andreas ontmoet zijn broer Simon en zegt tegen hem: "Wij hebben de Messias gevonden". Daarmee zegt Andreas nogal wat! De Messias! Dat woord was voor generaties joden zwaar geladen. In dat "Messias" klonk voor hen iets door van een nieuwe wereld. Een nieuwe wereld, waarin mensen op een andere manier omgaan met elkaar; een wereld waar sprake is van gerechtigheid en vrede, een wereld waar de spiraal van alle geweld doorbroken is, waar wolf en lam, Israël en Palestina, Irak en de Westerse wereld, of andersom, samen wonen. Daar droomde de profeet Jesaia al van. Daar dromen ook de twee leerlingen van die Jezus volgden. En daar droom ik ook zelf van. En wereld zonder geweld, vooral zonder dat zinloze geweld.

Voor mij is het evangelie de boodschap dat wij, ondanks de macht van het (almaar toenemend) geweld, toch mogen blijven geloven in de weerloze macht van een kind (van het kind in je zelf). Ik ben ervan overtuigd dat ik daarmee heel dicht in de buurt ben van wat Johannes de Doper bedoelde met "Lam Gods". Geloven in de diepste krachten in jezelf. Geloven in de krachten die God in elk mens gelegd heeft en die zo gauw overwoekerd worden door agressie en geweld, door angst en wantrouwen, door jaloezie en haat. "Wat zoekt U? Waarmee kan ik u van dienst zijn?" Misschien is het antwoord dat het kind in ons, het lam Gods, het laatste bolwerk is dat we in ons leven prijs mogen geven. In de eerste lezing krijgt Samuël van de priester Eli het advies om als hij ’s nachts weer stemmen hoort, te zeggen “spreek, heer, uw dienaar luistert”. Daar hebben wij vaak van gemaakt “luister, Heer, want uw dienaar spreekt”. Maar ook in onze eigen roepinggeschiedenis heeft God het eerste en het laatste woord.

Gaan in het voetspoor van de Heer. De roepingengeschiedenis van Samuël in de eerste lezing en Andreas en Petrus in de tweede lezing laten zien dat zij een concrete keuze hebben gemaakt door bij Jezus aan boord te stappen. En zo vaart het tweeduizend jaar oude schip van de kerk ook in 2009 verder. Dat de kerk wel vergeleken wordt met een schip, maar nooit met een trein, kan nauwelijks toeval zijn. Ge-baan-de-wegen, automatische wissels, en slagbomen langs het traject, waardoor het overige verkeer van de route geweerd kan worden, zijn de kerk niet gegeven (al zijn er mensen die dat betreuren!) Voor diegenen die van probleemloos reizen houden is 't wellicht een zware dobber, maar varen veronderstelt niet alleen kennis van het schip en de stuurinrichting, maar ook kennis van water en wind. Stuurmanskunst betekent: stromingen benutten, klippen omzeilen en... koers houden! In de tweeduizend jaar die achter ons liggen heeft "het schip van de kerk" veel averij opgelopen!.

Sinds Jezus het roer in handen van mensen heeft gegeven zijn de botsingen niet van de lucht geweest. Maar het is en blijft wonderlijk dat mensen steeds weer op de brokstukken zich blijven verzamelen om opnieuw hun koers te bepalen. Er zit veel waars in 't oude Nederlandse spreekwoord: "God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden thuiskomst." Waar mensen oprecht blijven, blijkt de juiste balans, de juiste koers toch gevonden te worden. Het Evangelie is bron van eenheid, maar helaas ook bron van veel verdeeldheid geworden. Meer dan ooit zijn we ervan overtuigd dat we al onze zeilen moeten bijzetten om in de stormachtige ontwikkelingen van deze tijd onze koers te kunnen blijven bepalen om de evangelische waarden ook door te kunnen geven aan toekomstige generaties! Steeds meer vinden wij elkaar in datgene wat ons samenbindt: bezinning, vieren, acties en gebed. Misschien "langs ongebaande wegen" zoals Huub Oosterhuis zegt "met iets in ons hoofd dat stroom en licht geeft"
In de eerste lezing hoorden wij hoe de profeet Eli Samuël een wijze raad geeft; Als de Heer je ’s nachts in een droom roept, moet je antwoorden: Spreek, Heer, uw dienaar luistert!”. Die wijze les zijn wij verleerd. Wij zeggen maar al te gauw: “Luister, Heer, want  uw dienaar spreekt!”. Bij roeping is aan God het eerste en laatste woord!
 
Twee roepinggeschiedenissen vandaag. Wij mogen onze eigen roepingsgeschiedenis daar aan toevoegen. Dan zal ons leven, ook in donkere dagen, lopen als een trein!