“Op een dag vind je de job van je leven” was enkele jaren geleden een slogan van een interimbureau. Ik weet niet of de slogan nu nog zou aanslaan, want steeds minder mensen kiezen voor een levenslange job. In Jezus' tijd was dat wel nog zo, wat je later ging doen, had meestal te maken met wat je ouders deden. Zo zullen Maria en Jozef heel lang gedacht hebben dat Hij timmerman zou worden. Het leven of in dit geval God, besliste er anders over. Maar de taak waar Jezus voor staat, is enorm, het hoeft ons dus niet te verwonderen dat Hij medestanders zocht. We vinden in de evangelies een paar roepingsverhalen en hoewel elke evangelist zijn eigen klemtonen legt, toch zijn er ook gelijkenissen.
Het eerste wat opvalt is dat de mannen die geroepen worden gewone mensen zijn, de meesten hebben niet eens gestudeerd. Om Jezus' leerling te zijn zijn dus geen diploma's vereist, je hoeft zelfs niet eens tot de top van je vakgebied te horen. Of je leerling kan worden van Jezus of niet, heeft dus met andere dingen te maken en dus hoeft niemand meteen te wanhopen dat hij geen leerling van Jezus kan worden.
Spitsen we ons nu even toe op het korte evangelie van vandaag. Het begint met een tijdsaanduiding. Toevallig? Gewoon? Of wil de evangelist met dit ene zinnetje zeggen dat de tijd van de voorbode beëindigd is en het echte werk nu kan beginnen? Nog iets waar we vaak vlug over lezen: de tijd is rijp. Wat bedoelt Jezus of de evangelist daarmee? Moeten we dat begrijpen zoals de getuigen van Jehova het vandaag begrijpen? Is het zo dat de wereld zo verdorven is dat het iet lang meer kan duren vooraleer God ingrijpt? Ik denk het niet. Ik zie het eerder als een hoogzwangere vrouw die voelt dat de tijd rijp is voor de bevalling. Natuurlijk, een beeld gebruiken is altijd gevaarlijk maar ik vind het een mooie gedachte dat Jezus voelt dat er een nieuwe wereld, een nieuwe manier van leven op het punt staat geboren te worden. In diezelfde zin roept Jezus ook op tot bekering. Het nieuwe leven valt dus niet zomaar uit de lucht, zij die willen instappen in dit nieuwe avontuur zullen zich eerst weer moeten keren naar God. Zich keren naar God zit in de wereld van relaties, het is niet hetzelfde als alle regeltjes van een godsdienst naleven. Bekeren is een zaak van het hart. Het is denk ik ook zo dat we de roepingen in dit korte verhaal moeten kaderen: de geroepenen ontmoeten Jezus van hart tot hart. Het is hun open hart dat een nieuwe start mogelijk maakt. Want gelijk met de oproep om te bekeren is er ook de oproep om te geloven in de Blijde Boodschap. De evangelist mag ons dan misschien de indruk geven dat dit onmiddellijk lukte bij de eerste leerlingen, de realiteit zal wel iets genuanceerder zijn. Die Blijde Boodschap is niks anders dan datgene wat Jezus met woorden én daden zal voorleven: God ziet je graag, ook al laat de rest van de wereld je stikken en blink je niet uit in het naleven van al die godsdienstige regeltjes.
Heeft Jezus zo'n groot charisma dat ze hem meteen volgen of maakt de evangelist ook hier gebruik van enige literaire vrijheid? Wie zal het zeggen? Ik denk dat we sowieso mogen geloven dat Jezus wel een groot charisla had, het moet iemand geweest zijn die je niet koud liet eens je Hem ontmoette. Nu, of ze onmiddellijk gevolgd zijn of iets je later, zo'n groot belang heeft dat nu ook weer niet. Belangrijk is dat ze Hem gevolgd zijn. En Jezus volgen betekende in die tijd zeer letterlijk breken met je verleden, je oude job, het gezinsleven. Omdat velen van ons opgegroeid zijn met het christelijke geloof, is bij ons die overgang wat minder abrupt, bij sommigen is er misschien zelfs geen overgang. Ikzelf ben iemand die tot zijn achttien braafjes meeging met zijn ouders naar de mis. Waarom? Tja, dat was de gewoonte. Zoals het de gewoonte was om elke zondag friet te eten, zo was het ook de gewoonte om elke zaterdag naar de mis te gaan. Ik stelde me daar niet veel vragen bij. Eerlijk gezegd was christen-zijn dan ook grotendeels beperkt tot die eucharistieviering. Ik heb dan het geluk gehad van een parochiepriester te hebben die oog had voor jongeren en zo werd ik al heel jong lector en lid van de parochieploeg. Ondertussen moest ik ook een beroepskeuze maken, ik wou leraar worden. Na een gesprek met het toenmalige PMS had ik beslist om godsdienstleraar te worden. Voor mij was dat een logische keuze, sommige van mijn vrienden vonden dat minder vanzelfsprekend. Het is tijdens die studies dat bij mij de overgang gekomen is. Van traditiegelovige werd ik iemand die wou proberen een bewuste christen te worden. Geloven was geen verplichting meer, ik had er zelf voor gekozen en dat schonk mij een grote innerlijke vreugde. Ik begon te bidden omdat ik dat zelf wou, ik ging nu naar de mis omdat ik dat zelf wou. We zijn nu jaren later en ik word elke dag een beetje dankbaarder omdat God in mij gelooft. Ik ben dan ook dankbaar om de priesters die Hij op mijn levensweg zond, elk met hun eigen temperament laten ze me vermoeden, als ik alles samenleg, wat ik mag verwachten van Gods menslievendheid. Ik heb gelukkig nooit last gehad van religieuzen met minder goede bedoelingen, ik kan dus ook niet zeggen hoe dat mijn geloof zou beïnvloed hebben. Ik heb helaas wel eens aan den lijve ondervonden hoe de Kerk, die ik toch als mijn familie zag, op een bepaald moment vond dat ik officieel niet meer voor haar kon werken. Ik dank God om de mensen die me toen het inzicht bijbrachten dat God en Kerk niet samenvallen.
Omdat ik merk hoeveel vreugde het mij schonk om zelf voor mijn geloof te kunnen kiezen, blijf ik naïef dromen van jongeren die het vormsel ontvangen omdat ze voor zichzelf beslist hebben dat ze christen willen worden. Maar daarmee open ik een andere discussie ... In ieder geval, het evangelie van vandaag spreekt van een nieuwe start. We kunnen onszelf en anderen proberen wijs te maken dat er geen verschil is tussen een christen en een ander mens, maar ik geloof het niet. Als gelovige biedt de Bijbel en je gebed je een andere bril om naar het leven te kijken. Het maakt dus wel een verschil. Daarom: zeg jij vandaag "ja" tegen God, wetend dat dit betekent dat je anders zal elven dan mensen die God in hun leven niet toelaten? Ik hoop van wel, uit mijn eigen levenservaring kan ik het alleen maar aanraden. Zo kan jij misschien ook wel iemand van de verdrinkingsdood redden, iemand die dreigt te verdrinken in zijn werk, in eenzaamheid, in een of andere verslaving, in een harteloze onverschilligheid enz. ... Veel werkplezier, visser van mensen!