De zoveelste bange profeet

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
De kleine profeet en de grote stad. Jona en Ninive, het is een heel verhaal.

De lezing, zoals ze nu voor ons ligt, is zeer misleidend. We krijgen de indruk, dat Jona het goed doet en dat het dan bovendien nog lukt ook. En dat is fout. Zo is het bijna een sprookje.

Jona doet het namelijk niet goed. Hij is bang. Eigenlijk bang van alles, bang van zijn opdracht, bang van de boze wereld, bang van God en... bang van zichzelf. Hij ziet overal rampen en onheil. Hij vlucht, natuurlijk de verkeerde kant op. Hij komt in de storm terecht: het is zijn fout, dat het stormt. Hij moet er dus uit, hij wordt overboord gegooid. Hij wordt gered... je weet wel, die walvis. Hij dankt omdat hij gered is, maar dat hijzelf mensen redden moet, dat vergeet hij compleet. Hij is bang. Met een bang hart gaat hij dan toch naar Ninive, de grote boze stad. En angst doet hem zo spreken, dat mensen ook angstig worden. Hij dreigt en bedreigt: nog veertig dagen en Ninive zal vergaan. Zo moet je natuurlijk niet preken. Hij had beter gezegd: nog veertig dagen en dan kan de boosheid over zijn. Dan komt er nieuw leven, dan wordt het zoiets als Pasen. Maar dat zegt hij dus niet. Hij preekt een vasten met angst, vanuit een visioen van ondergang. Ze bekeren zich dan en de dreiging is over. Als je huis in brand staat, zou je veel doen... Maar Jona blijft wrokkig. Volgens hem is het ook mislukt. Volgens Jona mocht Ninive niet gered worden. Maar zie, Ninive gaat niet ten onder. De boosheid is weg, het herleeft.

Alleen, de boosheid zit nog steeds in zijn hart. De angst heeft hem niet mild gemaakt. De angst heeft hem niet geopend. Hij kan niet blij zijn omdat Ninive nu goed is. Hij kan niet blij zijn omdat God redding wil en Zijn wil om te vernietigen vergeet.

Jona kon God niet zien omdat hij getergd werd van binnen, omdat zijn ogen gesloten waren voor de goedheid die onder mensen altijd mogelijk is, ook al wonen ze in Los Angeles, in Parijs, in New Dehli of in Moskou. Hij was bang van het grote en het boze. Zo werd het grote chaotisch en het boze ongeneeslijk in zijn ogen.

Nu, Jona heeft nooit bestaan. Of liever, hij bestaat altijd, hij woont in ieder van ons, hij woont in onze kerk, hij woont in onze parochies. Telkens als wij verlamd worden omdat onze opdracht te groot is, zijn wij Jona.

En blijft Ninive de grote boze stad.