De anekdote van de arme weduwe zit als gesandwicht tussen twee teksten over de tempel:
- Vooreerst zien we hoe rijken opvallend veel geld laten rinkelen in de offerkist. Tot hen behoren ook rabbijnen, die uiterlijk zeer vroom lijken maar de huizen der weduwen verslinden (12, 38-41).
- En daarna voorspelt Jezus de totale verwoesting van de tempel. De plaats waar religie in corruptie ontaardt zal geen stand houden (13, 1-2). Ook al is die plaats het huis van God.
1. Tussen deze twee tempelteksten krijgen we als vanuit een verborgen camera de close-up van de arme weduwe, door Jezus op de trappen voor de schatkist geobserveerd.
- Het evangelie is als een venster waardoor we zicht krijgen op de sociale toestanden van die tijd. Een weduwe was per definitie arm. Ze kende geen sociale zekerheid zoals bij ons. Met de wees en de vreemdeling was ze aanbevolen aan de barmhartigheid van God (Dt. 10,18; Ps 145/146,9) en aan de liefdadigheid van het volk (Zach. 7,10). Lucas vertelt ons over de weduwe van Naïn (7,12) en over de weduwe die ging klagen bij de rechter (18,3). Er waren veel weduwen in Isräel. Ook in vroegere eeuwen. Jeremia zei dat ze zo talrijk waren als de zandkorrels aan de zee (5,8). Op hen zinspeelde Jezus in de synagoge van Nazareth: "In de tijd van Elia ... waren er veel weduwen in Israël; toch werd Elia alleen gezonden naar een weduwe in Sarefat..." (Lc. 4,25-26) En deze vrouw gaf de profeet al wat ze had om nog met haar zoon te overleven. Ze was als het ware de stammoeder van de weduwe die vandaag onder Jezus' ogen in de tempel voorbijschuift.
- In het voorhof van de vrouwen bevond zich de schatkamerhal met dertien offerblokken voor de eredienst. De dertiende was bestemd voor vrije giften. Die weduwe gooit er twee lepta in. Een lepton was de kleinste Griekse munteenheid, nog geen euro-cent. Die vrouw heeft geen naam. Ze ontmoet zelfs Jezus niet. Ze is zijn volgelinge niet. Geen gesprek met Hem. Ze glijdt gewoon voorbij en verdwijnt weer in de massa. Een vrouw zonder betekenis. Zonder mediabelangstelling.
- Verbluffend zegt Jezus tot zijn leerlingen: "Amen (voorwaar), Ik zeg u: die arme weduwe heeft het meest geofferd... Allen wierpen er iets in uit hun overvloed; maar zij offerde van haar armoe, al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest." - Het doet mij denken aan dat andere Joodse verhaal: Een Joodse priester had de gave van een vrouw - een handvol meel slechts - afgewezen. In een droom vernam hij: "Veracht haar niet; het is alsof ze haar leven heeft gegeven." Jezus werd niet geraakt door de grote bedragen van de rijken, maar door het gebaar van die weduwe. Ze had alles gegeven aan de tempel, die de goederen van de weduwen verslond. Ze liep het risico en had blijkbaar geen schrik voor de dag van morgen. Het was alsof ze Jezus' woord had gehoord: "Wees niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken, wat ge zult aantrekken... Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt..."(Mt. 6, 25-32). Heiligen als Franciscus en Clara hebben het beleefd. De Heilige Jozef Cottolengo zei het zo: "De Vader van morgen zal dezelfde zijn als deze van vandaag." Zij en nog anderen hebben het woord van de H. Vincentius a Paulo waar gemaakt: "Gelukkig dat er voor de armen 'armen' zijn; alleen zij weten te geven."
2. Maar over die vrouw met haar weduwemantel is nog veel meer te zeggen dan wij bij een eerste zicht zouden denken. Doorheen de bijbel loopt een beeldentaal met een grote symbolische waarde. Deze typologie is een voertuig van Gods woord. De vrouw in de bijbel vertegenwoordigt het levende Godsvolk, dat in de eerste plaats de uitverkoren bruid is van de God van het Verbond, in Christus tot ons gekomen. Maar naast de figuur van de bruid, zijn ook de figuren van de moeder, van de onvruchtbare, en van de weduwe zoveel diverse beelden van het Godsvolk-op-weg.
- De weduwe in de bijbel vormt het beeld van het beproefde Godsvolk na zijn zonden. De Klaagliederen, gecomponeerd op de verlatenheid van Jeruzalem na de straffende inname door de Babyloniërs, beginnen met dit vers: "Ach, eenzaam zit zij neer de dichtbevolkte stad, een weduwe gelijk..." (1,1; Baruch 4,12). En verder: "Gedenk, Heer, zie wat ons is overkomen... Wezen zijn we, vaderloos, onze moeders als weduwen." (5, 1-3). In dezelfde betekenis zei Jezus eeuwen later: "Er zullen dagen komen dat de Bruidegom van hen is weggenomen; dan zullen zij vasten." (Mt. 9,15) Wanneer de Bruidegom, Christus, zal verdwenen zijn, zal de Kerk weduwe zijn en arm.
- Vlak voor de aankondiging van de verwoesting van de tempel en het lijden van Christus staat deze profetische arme weduwe voor ons als het beeld van de komende Kerk. Toen Marcus dit schreef, was de nog jonge Kerk zelf vervolgd en arm, en ze bracht aandacht op voor de armen, de wezen en de weduwen. De beproeving van de Kerk vandaag is er om haar te vernieuwen en te zuiveren. Marcus nodigt ons uit om in deze tijd weer een Kerk van armen en kleinen te worden. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie schreef de theoloog Yves Congar het uitnodigend boekje: "Voor een arme en dienende Kerk". Priester Jozef Wresinski, motor van de Vierdewereldbeweging getuigde ooit: "Zonder de armen zou de Kerk niet bestaan. De armen zijn de Kerk." Wij zullen als mensen van de Kerk in deze welvaartsstaat pas dan geloofwaardig zijn, als wij zelf armer worden, met de ware armen delen, en protestsignalen geven tegen de huidige drang naar luxe en winst, roem en genot. De armen waarderen en armen als vrienden hebben: daartoe zijn we geroepen.