Hoop blijven houden in goede en slechte tijden (Mc. 13, 24-32)

Het is herfst en wij gaan naar het einde van het jaar. Wij merken het aan de bladeren die vallen en aan de vele kalenders die ongevraagd door organisaties worden toegestuurd en vaak een verticaal klassement krijgen. Wat wordt er veel verspild!

November roept in onze streken het beeld op van vergankelijkheid, van het einde van de dingen, van een wereld die vergaat. Het einde aller dingen is nabij (ZJ 929). Al voegt de optimist er onmiddellijk aan toe dat het gevallen blad de humus vormt voor de lente, die komt na de winter. Op deze zondag in de herfst richt Jezus onze blik naar de lente en durven we zingen van de komst van de grote zomer (ZJ 918).

Ernstige woorden

De lezingen van vandaag spreken nochtans over catastrofen en rampen. De harmonie van het begin van de schepping waar zon, maan en sterren hun vaste plaats innemen (Gen. 1) wordt verstoord. Een zon die verduistert, een maan die geen licht meer geeft en sterren, die van de hemel vallen.

De woorden van de profeet Daniel en de toespraak van Jezus zijn zwaar, vooral omwille van hun apocalyptische en eschatologische tinten en klanken. We horen ze niet zo graag, al is het een taal die wil onthullen wat God met zijn wereld voorheeft. De bijbel is er niet om ons schrik aan te jagen, Hij verzekert ons dat God het eerste en het laatste woord heeft (ZJ 541) en wijst op onze verantwoordelijkheid en waakzaamheid.

Profeten hebben de ondergang voorspeld van Jeruzalem. De tempel werd verwoest en de bovenlaag van de Judese bevolking kwam in ballingschap. Maar ook het rijk van hun verdrukkers ging ten onder, zoals naderhand dit van de Perzen en de Meden en dat van Alexander de Grote. Het boek Daniel werd geschreven in de tijd van de Makkabeeën, die opkwamen voor hun identiteit, die bedreigd werd door toenemende Griekse invloeden.

Wanneer Marcus rond het jaar zeventig zijn evangelie schrijft, is de tempel van Jeruzalem alweer verwoest en hebben de eerste christelijke gemeenschappen al vervolgingen doorstaan.

Zowel toen als nu grijpen we naar die apocalyptische taal om de vernielingen aan te duiden aangericht door oorlogen: de stad Ieper in puinen tijdens de eerste wereldoorlog, Dresden in vlammen op het einde van de tweede wereldoorlogen, de atoombom op Nagasaki en Hiroshima, de verwoesting in Aleppo.

En waren het geen apocalyptische beelden deze van de recente catastrofen in de voorbije zomer met bosbranden, aardbevingen, overstromingen, vulkaanuitbarstingen? En hoeveel angst en kommer is er geweest tijdens de corona? Wij hebben ons sprakeloos gevoeld. Wat kunnen we zeggen tot de slachtoffers? Het waren momenten waarop we vragen: O God, waar zijt gij. En tijden waarop wij hem toch danken voor het hart van mensen dat meeleeft in uren van nood en pijn en voor de daadwerkelijke aanwezigheid bij wie getroffen was door deze catastrofen.

Zorg om het gemeenschappelijk huis

Wij kunnen bidden om Gods erbarmen, zoals in het lied van Nana Mouskouri, Pitié pour la Vie.

Mon Dieu, toi qui décides,
Des fleurs, des pleurs, des rides,
Pourquoi ce ciel tout vide,
Quand nous levons les yeux !
Le monde se suicide,
Le monde est-il trop vieux,
Pitié pour notre terre,
Toi, Qui est notre père,
Arrête ta colère,
Pitié pour la Vie.

Mon Dieu, dans ton silence,
Pardonne à la violence,
Pardonne à l’insolence,
Des hommes quand ils se croient des dieux.
Redonne leur l’enfance,
Ton fils t’en prie pour eux.
Pitié pour notre terre
Pitié pour la Vie.

Wij bidden eveneens tot God om zijn kracht bij onze inzet en verantwoordelijkheid voor ons gemeenschappelijk huis.

Tijden van nood, niet uitzichtloos

De zorg om de klimaatverandering staat dezer dagen hoog op de agenda. In Glasgow waren van 1 tot 8 november wereldleiders bijeen op de COP 26-klimaattop.

Op het feest van Sint Franciscus van dit jaar deden vertegenwoordigers van zowat alle wereldgodsdiensten vanuit Vaticaanstad, samen met wetenschappers een oproep voor een onmiddellijke intensivering van de wereldwijde maatregelen ter bescherming van het klimaat.

Zij roepen op tot zorg voor anderen en voor de schepping. Meer in het bijzonder roepen wetenschap en religie de wereld op om zo snel mogelijk een netto nuluitstoot van koolstofdioxide te bereiken. Dat is volgens hen nodig om de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur te beperken tot 1,5° C boven het pre-industriële niveau. Rijke landen moeten meer betrokken worden - door strengere maatregelen en financiële hulp voor armere landen. Internationale samenwerking is nodig bij de overgang naar schone energie, duurzaam landgebruik en voedselproductie, alsook tot verantwoorde financiering.

Religieuze leiders gaan hun gelovigen opvoeden en motiveren om actief deel te nemen aan het publieke debat over milieuvraagstukken. Tegelijkertijd moeten zijzelf en hun instellingen zich meer richten op duurzaamheid in levensstijl en omgang met hun eigen bezit.

Het is dringend en noodzakelijk op lange termijn te denken in het belang van de gehele mensheid, aldus de oproep. Toekomstige generaties zullen het ons nooit vergeven als we ons gemeenschappelijke vaderland niet beschermen.

 

Tekenen van hoop

In het begin van dir jaar schreef broeder Alois van de gemeenschap van Taizé een boodschap om hoop te blijven houden in goede en in slechte tijden. Hij geeft daarin enkele suggesties mee om als Kerk in deze moeilijke tijden van coronacrisis de saamhorigheid in de menselijke familie te blijven bevorderen.

“Om onze samenleving menselijker te maken, moeten we naar elkaar luisteren op een manier die de tegenstellingen overbrugt en ons leert om samen op te trekken, ondanks onze verschillen. De kerk is geroepen om de dialoog te zoeken, om open te staan en iedereen te ontmoeten. Zouden ook degenen die geen enkele band hebben met een christelijke gemeenschap ook met haar in gesprek willen gaan?

Door de komst van zoveel migranten en vluchtelingen kan de opvang van een vluchteling of van een vluchtelingengezin een belangrijke stimulans betekenen voor onze kerkgemeenschappen. Ook mensen die niet naar de kerk gaan, zijn vaak bereid om mee te helpen aan een dergelijke opvang. Dit is iets wat we de afgelopen jaren in Taizé hebben ervaren, door samen met mensen uit de directe omgeving van Taizé migranten op te vangen.

Gastvrij zijn betekent luisteren naar degenen die het meest kwetsbaar zijn. Op veel plaatsen is er vooruitgang binnen de kerk nodig om de integriteit van eenieder te beschermen. Soms hebben zich binnen de kerk machtsstructuren ontwikkeld die hebben geleid tot fysiek, psychische en geestelijk lijden. Ook in Taizé blijven we ons inzetten om de waarheid aan het licht te brengen.” (Zie

www.taize.fr/).

Waakzaam en zorgzaam

We worden opgeroepen tot verantwoordelijkheid en waakzaamheid; Dit is wat Jezus vandaag doet in zijn toespraak. Hij onderricht zijn leerlingen over de komende gebeurtenissen. Maar het gaat niet in eerste instantie over het einde van de wereld, maar hij dringt aan in het heden te leven en waakzaam te zijn en steeds bereid verantwoording af te leggen over ons doen en laten. Al kunnen zon en maan verduisteren, de Mensenzoon is het licht. “Jezus Christus, gisteren, heden, komt voor eens en komt voorgoed!” (ZJ 607). Zo mogen we hoopvolle wachters zijn van de tijd (ZJ 556). Hou de komst van de lente voor ogen en zie uit naar de grote zomer.

Deze voorlaatste zondag houdt de paus ons opnieuw de aanwezigheid voor ogen van de armen in onze wereld. Hij ontmoet deze zondag armen in Assisi. Welke armen zien wij in de ogen?