Koning en Herder (2006)

Het liturgische kerkelijke jaar sluiten wij in dit weekend af met het hoogfeest van Christus Koning. Komt Christus die titel Koning eigenlijk wel toe? Past die wel zo goed bij Hem? Pracht en praal van een Koning zijn deze Man van eenvoud toch totaal vreemd. Macht en majesteit zijn in dit leven van Hem verre te zoeken.

De vroege Middeleeuwen hadden er blijkbaar een ander zicht op. In de Romaanse stijl zien wij het nog samengaan: Christus afgebeeld op het kruis, maar dan in een koninklijke gestalte. De doornenkroon is een koningskroon geworden. De uitstraling van zijn gelaat is soeverein en sereen. Het lijden is er daarom niet minder om! Een lijdende Dienaar is Hij, maar niet anders dan met een vorstelijke uitstraling!

Worden bij Hem onze menselijke voorstellingen niet omgekeerd! Zijn macht bestaat juist in het dienen. De laatste plaats is Hem genoeg. Onze gewone begrippen van wat en wie belangrijk is, keert Hij om. Als Hij Koning genoemd mag worden, dan wel een Koning die regeert vanaf het Kruis.

Tijdens zijn leven hier op aarde heeft Hij dat reeds in alle duidelijkheid laten zien. Hij toonde zich in de ware zin van het woord een afstammeling van David die toch koning was én herder. Zo kreeg Jezus gezag bij de mensen: door zijn herderlijke zorg. Want zijn hart ging uit naar de kleinen en armen. Naar allen die om een goed woord, om een gebaar van liefde verlegen zaten.

Dat is de koninklijke weg van deze Herder. Zijn mensen regeert Hij met deze zachtmoedigheid, met deze onuitputtelijke dienstbaarheid. En dat alleen maar, omdat Hij als de vleesge­worden Liefde van God hart heeft voor ieder die Hem op zijn weg tegenkomt.
Zijn zorg gaat zover, dat Hij tot het uiterste wil gaan. Hij geeft zijn leven voor zijn kudde. Daar, op het kruis, bestijgt Hij zijn ware koninklijke troon. Vanaf het kruis regeert voortaan de weerloze Liefde van God. Deze liefde is uiteindelijk machtiger is dan welke menselijke macht of kracht dan ook.
Christus is Koning. Een Koning-Herder die zichzelf hele­maal opoffert en geeft voor zijn mensen. Zo vestigt Hij zijn Koningschap en sticht Hij Gods Koninkrijk. En ons allen wil Hij burgerrecht verlenen binnen dit Konink­rijk!

Maar onderdaan van deze Koning word je niet zomaar.  Je hoort pas bij Christus Koning als je Hem durft na te volgen op zijn koninklijke, zijn herderlijke weg van liefdevolle zorg voor de naasten. Want dan pas eer je de Vader, wiens wil zo ook op aarde kan geschieden.