Christus-Koning B

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Het liturgisch jaar loopt ten einde, we vieren de laatste zondag, straks is het Advent, een nieuw jaar dat begint. Van het afgelopen jaar komt niets terug, niet van deze week die voorbij is, niets van het uur dat nu loopt, terwijl we Eucharistie vieren. De wereld weet dat de tijd niet terugkomt: 'Es geht alles vorüber...', en de Kerk weet het: 'een wolk onttrok Hem aan hun ogen'. Hij komt nog, Hij zal nog in glorie verschijnen, Hij zal 'oordelen levenden en doden', maar Hij zal niets meer overdoen, het hele proces niet meer hernemen niet meer 'al weldoende' en 'wellerende' rondgaan, niet meer voor Pilatus en de Joden verschijnen, niet meer sterven aan het kruis, niet meer verrijzen en ten hemel varen. Hij is koning en met stiptheid, 'der koningen beleefdheid', is Hij alle afspraken van gehoorzaamheid en liefde aan God, zijn Vader en tegenover de mensen, zijn broeders, nagekomen. We hebben Hem met Marcus het hele jaar leren kennen, we hebben zijn uitnodigingen kunnen volgen, we hebben Hem op zijn tocht naar Jeruzalem vergezeld. Hij zal nooit meer onder ons zijn als vroeger. Het leven van de mens is eenmalig, ook het leven van de Christus. Wij kunnen onze gedachten en gevoelens hernemen, onze geestelijke winsten en verliezen samenvatten, onze positie als mens bepalen, onze daden kunnen we niet hernemen. Het is goed dat te bedenken op een jaareinde.

We kunnen onze daden wel herdenken, ook die van een andere mens, ook die van de mens Jezus, die God was. Het is dat wat de Kerk ieder jaar doet. Ieder jaar overloopt ze heel zijn leven, herdenkt en overdenkt ze al zijn daden, peilt ze, in het licht van de Heilige Geest, naar hun betekenis en naar de betekenis van zijn getuigenis. 'Hiertoe werd Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem'. En de Kerk is uit de waarheid. Ze luistert naar zijn stem, elk jaar opnieuw. Het is zelfs alleen als ze naar zijn stem luistert, dat ze zelf waar, waarachtig en geloofwaardig is.

Op het einde van het jaar luistert ze naar Hem, terwijl Hij getuigenis aflegt voor Pilatus. Die wil de waarheid weten over Jezus' koningschap. Elk jaar willen wij weten vanuit welke waarheid en onder wiens gezag wij geleefd hebben. Elk jaar opnieuw ook trekt Jezus' waarheid weer aan ons voorbij, vragen wij ons af waar zijn gezag vandaan komt. Zij ankeren zich in ons vast, of we er ons aan overgeven of niet. Elk jaar opnieuw hoorden we van Hem en zijn we op het einde geneigd een formule van Hem af te dwingen over zijn gezag en zijn waarheid, alsof we niet genoeg hadden aan het getuigenis van heel zijn leven. Op het einde van elk jaar staan we oog in oog met Hem, zoals Pilatus en de Joden. Elk jaar hebben we van Hem gehoord, in de kerken en op de nieuwsmarkten en toch willen we van Hemzelf elk jaar opnieuw een klaar woord over zijn waarheid en over zijn gezag, in de hoop dat het ons uit onze compromissen haalt, dat we duidelijk ja of neen zullen kunnen zeggen.

De Joden hebben al neen gezegd, lang vóór deze laatste confrontatie. Ze willen alleen nog dat Hij zichzelf beschuldigt. Voor hen moet God heersen en een machtige koning aanstellen in zijn Naam, niet iemand die geweldloos komt om in eigen naam 'getuigenis af te leggen van de waarheid'. Ze wachten nog steeds op de Messias. Pilatus levert nog steeds de Christus over. 'Ben ik soms een Jood'?, vraagt hij beledigd. Het gezag is vlug beledigd. Het wil ondervragen, niet ondervraagd worden. Zo is de Staat, zo is de Kerk, zo zijn de Rabbijnen. Het is niet een mogelijk echt koningschap van Jezus dat Pilatus er toe brengt Jezus over te leveren. Ook als hij Hem zou vrijlaten zou Judea niet direct in een opstand tegen Rome slagen. Jezus is kennelijk geen gevaarlijke geweldenaar.

Het akkoord tussen Pilatus en de Joden, de compromissen die wij dit jaar gesloten hebben, die wij weer een jaar onderhouden hebben, houden met geweld de schijn overeind van onze macht en van onze waarheid. Hij komt niet terug 'om van de waarheid te getuigen'. Vóór Hij komt met 'luister en koninklijke macht' moet zijn waarheid ons bevrijden. Jaar na jaar wordt ons die kans geboden.