In de synagoge (2000)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
Ze kwamen in Kafarnaüm en zodra het sabbat was, ging hij de synagoge binnen en onderwees er. De mensen waren onder de indruk van wat hij hun geleerd had. Want hij sprak met gezag, dit in tegenstelling met de schriftgeleerden.
Op dat ogenblik was er in de synagoge een man die in de macht was van een duivelse geest. “Wat moet je van ons, Jezus van Nazareth?” schreeuwde hij. “Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent : je bent de heilige van God.”
“Houd je mond en ga uit de man weg,” zei Jezus streng. De geest deed de man stuiptrekken en ging met een luide schreeuw uit hem weg. De mensen stonden allemaal versteld: “Wat is hier aan de hand?” vroegen ze elkaar. “Iemand met een nieuwe leer, iemand met gezag! Hij beveelt de duivelse geesten en ze gehoorzamen hem!” En al gauw werd hij overal in Galilea bekend, tot in de verste uithoeken toe.

DISCUSSIE IN DE SYNAGOGE

In het leven van de Joden neemt de synagoge van oudsher een voorname plaats in. In de synagoge worden de rollen van de Tora bewaard. Regelmatig komen de mensen in de synagoge bij elkaar en bij zo’n samenkomst wordt iedere keer een gedeelte van de Tora voorgelezen. Daarna volgt de uitleg over de passage die zojuist is voorgelezen. Die uitleg of verkondiging is geen monoloog zoals wij dat met de preken in onze kerk gewend zijn. Het loopt meestal uit op een dialoog of zelfs een discussie, waarbij de aanwezigen ook kunnen zeggen of ze het wel of niet met de verkondiger eens zijn. En daarbij kan het er soms fel aan toe gaan. Zo is de synagoge niet allereerst een plek voor de eredienst en het brengen van offers, zoals de tempel in Jeruzalem, maar veeleer een leerhuis, een ontmoetingsplaats die een belangrijke functie inneemt in het sociale leven van een Joodse gemeenschap. Jezus komt er regelmatig, want het is een plek waar je mensen ontmoet.

OVER JEZUS PRATEN

En waar mensen Jezus ontmoeten en zo beetje bij beetje Jezus leren kennen; niet objectief en afstandelijk, maar meelevend , betrokken en menselijk nabij.
Je kunt over Jezus praten zoals je zou doen over Karel de Grote of welke andere bekende historische figuur dan ook. Exact, nauwkeurig, met jaartallen, objectief, wetenschappelijk verantwoord.
Je kunt ook over hem praten zoals je dat doet over iemand van wie je houdt. En het merkwaardige is dan dat hetzelfde anders wordt.
De ouderen onder ons hebben in de katechismus geleerd dat Jezus de Zoon van God was, die twee naturen had: een goddelijke en een menselijke. En die twee naturen waren verenigd in één persoon. Daarom was Maria ook de moeder van God, niet omdat zij hem zijn goddelijke natuur had gegeven, maar omdat zij moeder was van een persoon die ook de goddelijke natuur had. God, Jezus en Maria werden zo heel klinisch benaderd en ontleed en vervolgens werd dat in dogmatische formules gegoten. Dat was allemaal theologisch, wetenschappelijk verantwoord.
Maar we werden er warm noch koud van, want het deed je niets.

HET VERHAAL VAN EEN VRIEND

Marcus vertelt over Jezus niet als historicus of dogmaticus, maar als vriend, als iemand van wie hij houdt. Het zou ons eigenlijk niet eens moeten verbazen als Marcus die mens is geweest die door Jezus in de synagoge werd bevrijd; die daardoor nieuwe levenskansen kreeg en verder met die Jezus is opgetrokken en jaren na zijn dood allerlei gebeurtenissen en verhalen op schrift heeft vastgelegd. Maar daar weten we niets van en dat is ook niet zo belangrijk. Belangrijk is hoe Marcus over Jezus praat en hem zo ook voor ons tot leven laat komen.

BUITEN SPREEKUUR

Jezus kent volgens Marcus geen spreekuur waarvoor je een afspraak moet maken. Hij is van de vroege morgen tot de late avond bezig, maar hij heeft altijd tijd. Mensen doen nooit tevergeefs een beroep op hem. Op elk moment is er contact met hem mogelijk. Want wie had vermoed dat in de synagoge een man aanwezig was, die bezeten was door een onreine geest. Onmiddellijk neemt Jezus het initiatief en bevrijdt die man ervan, maakt hem vrij, opent nieuwe wegen naar een betere toekomst.
Bladerend en lezend in de evangelieverhalen kom je herhaaldelijk onder de indruk hoe volkomen vrij Jezus mensen maakt. Een ontmoeting met hem kan een openbaring zijn.
Angst verdwijnt naar het verleden. Eenzaamheid bestaat niet meer.
Bij schuldgevoelens merk je, dat zoiets tegenover hem eigenlijk heel onvriendelijk is, want hij draagt je geen zonden achterna.
Hij kijkt veel meer naar het goede dat je doet, dan naar de zonden die je doet.
Hij is positief, hij straalt blijheid uit en dat werkt aanstekelijk.
Het is zo geweldig bevrijdend als hij zegt: “ De mens is er niet voor de wet, maar de wet is er voor de mens”.
Dat treft ons misschien nog het meest: zijn eerbied voor de mens, zijn vertrouwen in de mens. Zijn optimisme.
Het heeft iets heel fascinerends, als hij tussen ruziemakende mensen doorloopt en dan alleen maar zegt:
“ Heb je vijanden lief”.
“ Doe wel aan die je haten; zegent hen en vervloekt hen niet”.
Hij schijnt altijd te dromen over het moment dat zwaarden worden omgesmeed tot ploegijzers en dat de wapenen worden weggehangen.

DE BEZETENE IN DE KERK

Als we dit zo horen of lezen, moet dit alles ons toch wel iets doen.
En dan kunnen we ons ook bewust worden dat er hier en daar in de kerk dingen gebeuren die met zijn blijde boodschap niets te maken hebben.
Zou het toevallig zijn dat Marcus zegt dat die bezeten mens in een synagoge was, op een kerkelijke plaats?
Want ook in onze kerk kunnen mensen aan knellende banden worden gelegd.
Maar dat is niet de kerk van Jezus! Hij wil mensen vrij zien en gelukkig; open houden naar een goede toekomst.
Hij oefent geen macht uit,maar laat mensen in hun waarde.
Zijn boodschap is een blijde boodschap, een bevrijdende boodschap.
Dat werkt aanstekelijk en inspirerend en zet mensen op weg om zijn weg te gaan.
Als wij mee willen trekken, zijn we in goed gezelschap!