4e zondag door het jaar B - 2009

 

Normal 0 21 MicrosoftInternetExplorer4

Zusters en broeders,

Onlangs las ik dat er in Londen en Madrid bussen rondrijden met op de reclamepanelen de volgende boodschap: ‘God bestaat waarschijnlijk niet. Geniet dus maar van het leven.' Wel, dat is nu eens de boodschap van mijn leven, zie.

Om te beginnen: God bestaat ‘waarschijnlijk' niet. Het is dus niet zeker, het is alleen maar waarschijnlijk. Maar ‘waarschijnlijk' is een woord dat past niet in een reclameboodschap. Kun je je voorstellen dat, zeg maar, Volkswagen, reclame zou maken met de slogan: Volkswagen is waarschijnlijk de beste auto? ‘Waarschijnlijk' is een woord dat past in de mond van politici en bankiers. ‘Waarschijnlijk zal Brussel-Halle-Vilvoorde ooit gesplitst geraken.' Waarschijnlijk zal de staatsschuld dit jaar een beetje aangroeien.' ‘Waarschijnlijk zal de financiële en economische crisis eind dit jaar achter de rug zijn.' Waarschijnlijk: ik hou niet van dat woord. En toch knopen de Madrileense en Londense reclamemakers er een ‘zekere' conclusie aan vast: Geniet maar van het leven. Jongens, waar zijn we mee bezig!

Alsof God een rem zou zijn om van het leven te genieten. Gelijk welk sociologisch onderzoek wijst uit dat gelovige mensen zorgelozer leven, minder ziek zijn en ook sneller genezen, minder psychische problemen hebben, langer leven, kortom, gelukkiger zijn dan ongelovige. Geen slecht resultaat voor mensen die niet van het leven kunnen genieten! Het is me al een paar keer overkomen dat ik in een gesprek met ongelovigen met dezelfde opwerping werd geconfronteerd: dat God een rem was op mijn ontplooiing als mens. Ik heb daar telkens als volgt op gereageerd: ik daagde hen uit één domein te vinden waarop zij zich als ongelovige beter konden uitleven dan ik als gelovige. Waarbij we het er wel over eens waren dat we allebei mens wilden zijn in de goede betekenis van het woord. Dus begonnen we wat domeinen te overlopen. Konden zij hun naaste beliegen en bedriegen? Ha nee, dat botste met hun eerlijkheid als mens. Konden ze hun vrouw bedriegen? Ha nee, dat botste met hun eerlijkheid tegenover hun partner en hun kinderen. Konden ze stelen, moorden en plunderen? Ha nee, dat is andere mensen benadelen. Konden ze andere mensen haten en belachelijk maken? Ha nee, dat botste met hun humanisme. Enfin, om een lang verhaal kort te maken: na zo'n tien minuten kwamen we tot de vaststelling dat ze, als ze echt mensen wilden zijn, volgens precies dezelfde normen leefden als ik. Alleen, ik had mijn geloof, ik had God, ik had de eeuwigheid, en zij niet. Hun reactie was altijd dezelfde: ofwel zegden ze: ‘En toch is het allemaal zever!', ofwel ‘En toch kan ik niet geloven. Ik wil het niet en ik kan het niet.'

Zusters en broeders, ik denk dat die bezetene in de synagoge van Kafarnaüm, over wie we in het evangelie hoorden, tot die tweede soort behoort: hij wil en hij kan niet geloven. Het toppunt is dat hij de enige is die de waarheid ziet. De anderen zijn buiten zichzelf van verbazing omdat ze in Jezus iemand herkennen die met gezag spreekt. Hij dreunt niet, zoals de schriftgeleerden, zijn wekelijks lesje af, maar geeft een nieuwe invulling aan oeroude wetten en teksten. Hij is iemand die God echt in hun leven binnenbrengt. Maar die bezetene ziet méér: hij ziet dat Jezus de heilige van God is, en hij zégt het ook. Hij weet dat Jezus de Zoon van God is, hij voelt het aan met al de poriën van zijn lichaam en zijn ziel, en het enige wat hij kan zeggen is: ‘Gij zijt gekomen om ons in het verderf te storten.'

Welk verderf, zusters en broeders? Het verderf dat hij geen alibi meer heeft om er zich achter te verstoppen. Het verderf dat hij niet meer kan doen alsof hij niet weet wat goed is en wat kwaad. Het verderf dat hij beseft dat geloven verplichtingen met zich meebrengt. De verplichting namelijk om te leven volgens ons geloof. En ons geloof heeft maar één verplichting, één: ‘Bemin God bovenal en bemin uw naaste gelijk uzelf.' Dat is het dan. Niets meer, maar ook niets minder. Welnu, ik denk dat die ene verplichting er voor velen te veel aan is, ook voor mensen die eigenlijk wel als goede mensen door het leven willen gaan. Maar dat is dan iets wat ze zichzelf opleggen, dus zijn ze ook alleen aan zichzelf verantwoording verschuldigd als het toch scheef zou gaan.

Zusters en broeders, God is helemaal geen rem op onze ontplooiing als mens, integendeel, Hij is een positieve impuls, want Hij is liefde. En wat maakt een mens gelukkiger dan liefde? Wat maakt een mens meer mens dan liefde? Ik zou het echt niet weten, dus zal ik maar van het leven blijven genieten. Met een God die ons in liefde draagt, valt dat best mee. Maar dat begrijpen de reclamemakers van Londen en Madrid ‘waarschijnlijk' niet. Amen.