Een zucht (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
EEN ZUCHT



LICHT EN SCHADUW
‘Als ik in bed lig, kan ik maar niet in slaap komen..., en overdag denk ik steeds: kon ik maar naar bed.’ Deze oude klacht, opgetekend in het boek Job, is ook voor ons herkenbaar. Het leven kan een last worden die een mens terneer drukt. Job vervolgt zijn klaagzang: ‘Het leven schiet aan mij voorbij als de spoel van een weefgetouw; het bestaan is niet meer dan een zucht.’
‘Ik denk wel eens’, vertelde iemand, ‘dat we geen geluk zouden kennen als er ook geen ongeluk was...’ De vrouw worstelde met de vraag waarom ze een ernstige ziekte van haar dochter moest meemaken; telkens weer die tegenvallende uitslagen, moordende kuren en weken van onzekerheid. Haar kwamen de gelukkige jaren voor de geest. Zomerse dagen met ontbijt op het terras, haar dochter op bezoek. Ze had de eitjes zacht gekookt zoals zij ze graag had, en altijd een tomaat en mayonaise erbij en een appel natuurlijk. De keren dat ze gearmd liepen te winkelen in Maastricht en een kaarsje opstaken bij de Sterre der Zee. Ineens vroeg ze zich af of ze er wel genoeg van genoten had, of ze zich wel bewust was geweest van al dat geluk, jaar in jaar uit, en of ze God niet wat vaker had mogen bedanken. De ziekte van haar dochter drukte haar op de feiten. Op de rauwe kanten van het bestaan maar ook op de vreugde ervan.

DE ZIN LIGT IN HET GEHEEL
Ik denk dat deze moeder een wijze opmerking maakte. Als je kijkt naar het lijden en je isoleert dat uit het leven, dan houd je iets over dat zonder zin en betekenis is. Dat komt omdat je het leed geïsoleerd hebt uit de gebeurtenissen waarin het thuishoorde. De onderdelen hebben geen zin. Alleen het geheel heeft zin.
Als je alle gelukkige ogenblikken zou isoleren uit je leven, als je alleen naar de zonnige dagen kijkt waarin alles gladjes verloopt, dan houd je waarschijnlijk ook maar een oppervlakkig, leeg bestaan over, zonder diepte en zonder echt geluk. De zin ligt in het grotere geheel. Geluk contrasteert met tijden van onrust en leegte. Dagen van gemis en pijn liggen ingebed in zonnige perioden. Het leven bestaat uit geluk en on-geluk.
‘Elk huis draagt een kruis’, zeggen we wel om de overtuiging uit te drukken dat iedereen vroeg op laat met tegenslag moet afrekenen. Bij sommigen zie je dat gebeuren; bij anderen blijft het verborgen. Maar het kruis hangt er.
Af en toe kom je mensen tegen, die zoveel leed meemaken, dat je opnieuw gaat twijfelen. Je komt dan niet weg met de gedachte dat tegenover het lijden ook hele mooie dagen stonden en dat alle dagen samen zin hebben.
Job kreeg een heel erg zwaar kruis te dragen. In korte tijd verliest hij al zijn bezittingen. Maar ook zijn kinderen verongelukken en tenslotte wordt hij ernstig ziek. Ze bestaan wérkelijk, mensen die in korte tijd het ene leed na het andere te verwerken krijgen; moeder dood, huwelijk gestrand, kind in het ziekenhuis en dreigend ontslag. De schrijver van het bijbelverhaal vraagt zich af: wat is de zin hiervan? Bestaat er een rechtvaardige God? Waarom is er zoveel lijden? Ook in het boek Job staat het antwoord niet.

HET GEHEEL SOMS NIET TE OVERZIEN
Een paar vrienden komen hem troosten maar zij krijgen er geen fatsoenlijk woord uit. Ze gaan hele redeneringen opzetten, maar de schepping is niet te doorgronden. De zin moet ergens liggen in het grootste geheel, het geheel dat een mens niet overziet. Het is verborgen in God. Job geeft zich over aan God.
Jezus van Nazareth heeft zich dezelfde vraag gesteld. Het evangelie beschrijft hoe de zwaarte van het leven bij zoveel mensen hem overvalt. Het begint met Petrus’ schoonmoeder, maar al snel drommen de zieken samen voor zijn deur. Hij heeft het druk; doet wat hij kan. Hij wil zin toevoegen aan de zinloosheid die hij tegenkomt. Hij wil de droom van een bevrijde wereld aanwakkeren in de harten van de mensen. Hij slaapt er niet van. Zoekt in de vroege ochtend steun in het gebed en trekt verder het land in.
Het lijden heeft slechts zin in samenhang met de goede dagen. Een mens kan zich erdoor laat uitdagen om anderen te troosten, te genezen en te bezoeken. En tenslotte, als het lijden ondraaglijk is, dan zijn we uitgenodigd  om erop te vertrouwen dat het ergens een plek heeft in het onoverzienbare plan van de Schepper.

ZIEKENHUISVERHALEN
Lieve kinderen. Jim lag in het ziekenhuis. Hij moest er drie dagen blijven. In het begin was het vreemd geweest en akelig. Maar na een halve dag kende hij de verpleegsters en iedereen die op bezoek kwam, had een cadeautje bij zich. Dus Jim wende wel!

‘Enne?’, vroeg Bas, zijn beste vriend. ‘Gaaf, joh!’, zei Jim. ‘Allemaal koele verpleegsters en morgen neemt pappa een nieuw computerspel mee, heeft-ie beloofd.’
‘Enne’, zei oma. ‘Hoe is het toch voor zo’n kleine man  in het ziekenhuis?’ Ze keek ernstig en streelde hem door het haar. ‘Tja’, zei Jim. ‘Ik heb een spuit gekregen in mij billen. En dat deed ontzettend pijn. En toen kwam een zuster bloed prikken. Heel veel bloed en dat deed ook mega pijn.’ Oma knikte.
‘Enne?’, vroeg Judith, het liefste meisje uit de klas. ‘Gaat best’, zei Jim. ‘Ik heb het erg druk. Timmy was steeds aan het huilen en toen heb ik hem mijn playmobiel geleend. En Anette was bang voor de spuit en die heb ik wat afgeleid toen de zuster kwam.’ Judith knikte zwaar onder de indruk.
En zo vertelde Jim zijn verhalen. Aan iedereen een ander verhaal, heldenverhalen, pijn-verhalen en vrolijke verhalen..., en ze waren allemaal waar!