Alleen wie nabij is kan iemand genezen

 

Beste vrienden,

Eén gram per ton – één enkele gram is voldoende! Eén gram zware metalen, schadelijke stoffen, aardolie enz.. Slechts één gram vervuilt een ton drinkwater of een ton waardevolle grond.

Dat vertelt ons de fysica: minuscule deeltjes, amper zichtbaar, volstaan om grote hoeveelheden te verontreinigen. Zo snel wordt water, wordt landbouwgrond, worden reusachtig grote gebieden door verontreiniging onbruikbaar. En wat voor de natuur, voor het milieu geldt, dat geldt ook voor mensen en geldt ook voor ganse volkeren.

Israël wist dat. Wanneer iets onrein is, dan verontreinigt het alle andere dingen in zijn omgeving ook. En iets wat onrein is, een mens die onrein is, die moet om die reden worden afgezonderd. Wie onrein was, wie niet voor honderd procent in orde was, die werden uitgesloten. Alleen zo kon tenslotte de reinheid bewaard worden en bleef men zelf rein: men moest alles wat onrein was, alles wat ziekelijk was, mijden als de pest.

De reinheidsvoorschriften uit het oude testament moeten op deze achtergrond worden gezien. De reinheid van het volk, van de ganse maatschappij, moet worden bewaard. Alles wat onrein was, alle onreine mensen moesten daarom uit de samenleving worden uitgesloten.

Eigenlijk logisch – maar wreed en tegelijk totaal nutteloos!

Want één enkele gram per ton is voldoende. Vervuiling kan ik op lange duur nooit uitsorteren. De kleinste aanraking is al voldoende om de verontreiniging voortgang te laten vinden. Reeds de kleinste misstap, de kleinste abnormaliteit en elke kleine mislukking is voldoende om grote delen van het volk mee in het ongeluk te storten. En de Bijbelse geschiedenis toont het ook aan. Er is nooit een tijd geweest waarin het volk Israël echt een heilig volk zou zijn geweest. Daar hebben ook al die reinheidsgeboden geen verandering in gebracht. Telkens weer vielen grote delen van het volk van het geloof af, liepen andere goden achterna, aanbaden afgoden en werden op die manier onrein. Al die reinheidsvoorschriften hebben het volk Israël niet kunnen beschermen.

De theologen van het oude testament troostten zich dan met de uitspraak dat het tenslotte niet op de grote massa aankwam, maar op de kwaliteit. En er zou altijd wel een heilige rest overblijven. Een heilige rest zou de reinheid werkelijk bewaren – maar dat was het dan ook waar het, volgens hen, bij God op aankwam.

Dat doet me denken aan zo menige uitspraak die we ook vandaag weer horen. Wanneer sommigen zeggen dat de Kerk van de toekomst weliswaar een kleine, maar dan wel een heilige Kerk zal zijn, dan denk ik aan die heilige rest uit de Bijbelse geschiedenis. Er blijft alleen maar een rest over, maar juist op die rest komt het, volgens die oude joodse theologen, tenslotte aan. En daarom kan alles wat niet voldoet aan hun reinheidsgeboden, gewoon worden uitgesloten en uit gesorteerd. Sommige tendensen in onze Kerk wijzen gaan intussen ook in die richting.

Maar Jezus opteert voor een andere houding. Hij sluit de melaatse niet uit, maar Hij geneest hem. En Hij maakt ons op die manier duidelijk dat een dergelijke genezing alleen maar lukt, wanneer ge de andere, zelfs de onreine, niet uitstoot, maar hem integendeel, dichterbij laat komen.Hij laat de melaatse zelfs zo dichtbij komen dat Hij hem kan aanraken. En door die aanraking wordt Hij, naar Bijbelse begrippen, zelf ook onrein. Maar juist op die manier geneest Hij de man. Want genezing gebeurt niet door de zieke gewoon aan de kant te schuiven en hem aan zijn lot over te laten. Genezing kan alleen daar, waar ik de situatie goed bekijk, waar ik naar de oorzaak zoek en me dan volledig met de zieke bezighoud. Maar daartoe moet ik het zieke, het melaatse, het met schuld beladene eerst nabij laten komen. Alleen zo kunt ge zieken genezen.

Dat zou ons toch al moeten duidelijk zijn vanuit de omgang met onszelf. Al datgene wat me aan mezelf niet bevalt, zal nooit veranderen wanneer ik het gewoon verdring. Want alles wat verdrongen wordt, werkt onderhuids voort en verziekt uiteindelijk alles. Ik moet ook mijn schaduwkanten onder ogen zien, mijn fouten kunnen erkennen en voor mezelf goed beseffen dat ook ik schaduwkanten heb, dat die met schuld beladen en helemaal niet toffe kerel in de spiegel, dat ik dat ook ben. wanneer ik dat niet nuchter onder ogen kan zien, zal ik nooit een degelijk fundament hebben om verder op te bouwen.

En wat voor mij geldt, dat geldt voor elk organisme – ook voor het organisme Kerk. Wij zijn geen reine kerk, en ook geen kerk van heiligen. Wij zijn een kerk van zondaars, en wie iets anders beweert, die loopt met oogkleppen door de omgeving.

De Paus is een zondaar, de Bisschoppen zijn zondaars, de geestelijken zijn zondaars en iedereen die hier in deze kerk zit ook. Maar niemand van ons moet daarom buiten blijven. Niemand, zelfs de grootste misdadiger moet daarom worden uitgesloten. Want Jezus laat ons nabij komen. Hij zoekt de zondaars op, want alleen zo kan Hij hen genezen.

Want dat is de andere mogelijkheid. Ofwel blijft ge, zoals de farizeeën, ver weg van alles wat onrein is, of ge komt nabij en geneest het. Jezus heeft voor die tweede mogelijkheid gekozen.

Maar alleen daar, waar het zieke en het onreine niet wordt verdrongen, alleen daar waar het ook een plaats krijgt en open tegemoet kan worden getreden, daar kan het op den duur ook worden genezen.  Amen