Ik weet eigenlijk niet goed wat ik daarbij zeggen moet. Die verbinding ziekte-zonde is totaal vreemd voor ons. Het is zelfs een schande die twee aan mekaar te koppelen. Vroeger was het blijkbaar een schande die twee niet aan elkaar te koppelen. Ik begrijp het niet zo best. Daarom zoek ik maar.
Ik herinner me, dat wij als kleine jongen op weg naar het college Jachten met een mankepoot! Ja wel, wij deden dat. Dat was voor ons geen gehandicapte. Dat was een sukkelaar, een mispunt, een voorwerp van spot. Ik herinner me, dat ik in Congo met eigen ogen een kamp zag voor melaatsen: compleet afgezonderd. Er hing een sfeer rond dat kamp: hier eindigt de normale wereld... Ik herinner me een missionaris die me vertelde, dat het een hele opvoeding vroeg om niet te lachen met gebochelde mensen of albino's of ‘mankepoten'. Ik herinner me, dat in Japan vandaag de mensen als vanzelf lachen met gehandicapten. Er is heel veel ‘christelijke' opvoeding nodig om deze afkeer en spot te overwinnen. Alleen maar om te zeggen, dat de uitsluiting van de gehandicapte mens niet zo exclusief behoort tot Leviticus. Wij zijn amper iets meer geëvolueerd.
De volgende stap is: waarom is dat zonde, waarom maakt dat onrein? Had men toen ook al besef van de Hitler-doctrine over de zuivere mens? Is dat niet iets wat steeds opnieuw opduikt? Is dat niet iets wat ook vandaag optreedt in het fameuze abortusdebat? Krijgt het kindje met één arm de kans om geboren te worden? Is dat niet ongeveer hetzelfde? Wij willen een ras dat zuiver is, wij willen een wereld met alleen maar volwaardige mensen, met mensen zoals wij! De bijbel maakt daarbij de verbinding met zonde. Dat is dus het vreemde punt.
Ik wil dat niet goedpraten. Ik wil het wel verstaan. En ik heb daar terdege last mee.
Misschien heeft het lang geduurd vooraleer de mens ertoe kwam naar de mens te kijken vanuit God en niet vanuit zichzelf? Want de godsdienstige mens wil rein zijn, zuiver staan voor God. Dat was zijn cultus, zijn ernst met God, zijn ideologie. Gad verdraagt geen onzuiverheid. God verdraagt geen oncomplete mens. Kan het zo iets geweest zijn?
Ik denk, dat het nog iets anders is geweest. Zolang ziekte raadselachtig is en te maken heeft met vreemde, boze geesten, kan je de ziekte niet in de buurt van God een plaats geven. Zolang de ziekte van een soort kwade hand komt, is dat ver verwijderd van God, is dat zelfs God-vijandig.
Dan denk je: gelukkig, dat wij beter weten. Gelukkig, dat wij vandaag de dingen van het leven op zichzelf hebben duwen bekijken. Dat is inderdaad de grote bevrijding. Niemand zal Leviticus nog durven preken als de laatste waarheid. En zeker niet als Gods laatste waarheid.
Maar, zoals hoger gezegd, deze overwinning van de primitiviteit is nog niet zeer oud. Ik meen zelfs, dat velen onder ons nog racistisch denken op dat punt.
En dus toch akkoord gaan met Leviticus? Zijn wij onze primitieve reflexen al kwijt?