Marcus vermeldt slechts één genezing van een melaatse door Jezus. Hij duidt niet aan waar die is gebeurd. Zeker niet in volle stad, want melaatsen leefden aan de rand. Dit was zo in de tijd van Jezus en nog lang daarna. Krankenhoeven en leprozerieën lagen in Vlaanderen buiten de stadsmuren.
Het lot van melaatsen heeft mensen sterk aangesproken. De christelijke inspiratie was daaraan niet vreemd. De kus aan de melaatse maakte bij Franciscus het bittere zoet. Wij horen terug de verhalen van het levenslang engagement van pater Damiaan en van de Nederlander Peerke Donders in een tijd zonder passende geneesmiddelen. Lang voor zijn heiligverklaring in Rome was Damiaan Jozef De Veuster (1840-1889) gekozen als de grootste uit de Belgische geschiedenis. Peerke Donders (1809-1886) werkte in de melaatsenkolonie van Batavia (Suriname). Na hem hebben zoveel anderen zich gewijd aan de verzorging van melaatsen en hebben hem kunnen helpen dank zij de vooruitgang in de geneeskunde. Figuren als Dr. Frans Hemelrijckx (1902-1969), Raoul Follerau (1903-1973) en zoveel medewerkers, uitgezonden door de Damiaanactie.
Bij Marcus schijnt Jezus alleen te zijn met de melaatse. Beide staan ze daar met hun kennis van de voorschriften van de Joodse wet. Jezus overtreedt deze voorschriften. Hij geraakt niet besmet en de melaatse geneest. Hij vraagt eerbied voor de wet. Hij zegt aan de man, die genezen is, dat hij naar de priester moest gaan om wat de wet voorschrijft te vervullen. Dit was trouwens een voorwaarde om opnieuw in de gemeenschap opgenomen te worden.
Jezus heeft de man aangeraakt. Een therapeutisch gebaar? Een gebaar waaruit alleszins verbondenheid spreekt.
Marinus van den Berg heeft het fijn verwoord:
Gelukkig
is de mens die tot het einde toe
Handen
mag voelen die goed doen,
De
hand die met aandacht wast,
De
hand die met zorg aankleedt,
De
hand die met liefde kamt,
De
hand die met respekt aanraakt,
De
hand die met het hart troost.
Geen
mens kan leven zonder die hand
Die
teder is,
Die
behoedt,
Die
beschermt.
En
bemoediging uitstraalt.
Tot
het einde toe verlangt de mens naar die hand,
totdat
er die andere Hand is
die
alle wonden geneest,
die
alle pijn heelt,
die
alle tranen wist.
Tot
die tijd kunnen onze handen een voorproef zijn van die
Handen,
en
handen en voeten geven aan de liefde die onmisbaar
is.
In oktober 2008 publiceerde Jos Vranckx bij het Davidsfonds zijn boek Geloof als geneesmiddel. De vergeten factor. Een hoofdstuk is gewijd aan de helende kracht van zorg. "Mensen in een ziekenhuis, zo stelt hij vast, overleven niet zonder de blik en de aanraking van anderen. ‘Wie afgesneden is van de anderen, sterft langzaam, ondanks de volmaakte technische zorgen.' Een blik met een hart geeft aan een zieke eigenwaarde en zelfrespect." (op. cit., p. 132).
Een opdracht om warme zorg te combineren met koele wetenschap; helende handen met koele hoofden. Het is een pleidooi voor een zorgcultuur. "Naast de wetenschappelijk-technische geneeskunde moet er plaats zijn voor een gezondheidszorg die oog heeft voor het stimuleren van de zelfgenezingskrachten van de patiënten, voor menselijke omkadering, de sociale omgeving, levensbeschouwing en spiritualiteit. Het christelijke profiel van een ziekenhuis zou een stimulans moeten zijn om stappen te zetten naar meer 'high touch' in plaats van 'high tech'" (Ib., p. 124).
Handen die raken.
In elk sacrament is naast het woord een menselijk gebaar: handoplegging,
zegen of zalving. Wanneer de
priester de zieke de handen oplegt, strekken huisgenoten, verpleegkundigen en
vrienden de handen uit. Het is een
teken van zorgende aanwezigheid.
Bij de zalving van hoofd en handen bidt de priester tot Jezus, die elke
zieke wil aanraken en genezing aanbieden.
Moge onze Heer Jezus Christus
door deze heilige zalving
en door zijn liefdevolle barmhartigheid
u
bijstaan met de genade van zijn heilige Geest.
Moge hij u van zonden bevrijden,
u heil brengen en verlichting geven.
Zoals Jezus de melaatse genas en hem terugstuurde naar de gemeenschap, zo wordt de gezalfde zieke toevertrouwd aan de gemeenschap om er ten volle een plaats in te behouden.