Het koppel was al jaren getrouwd en bleef lang kinderloos. Wanneer Manou er kwam, verstuurden ze een geboortekaart met daarop de bijbeltekst: “Zie ik begin iets nieuws.” Elke geboorte is het teken van een nieuw begin. Het wonder van een mensenleven is dat het zich elke dag kan vernieuwen.
“Ik onderneem iets nieuws.” Een nieuwe start, een nieuwe kans. Dit raakt een gevoelige snaar. Elk jaar wensen we elkaar een gelukkig nieuw jaar. Wij zien zoveel dat mank is en scheef, dat oud en versleten is. Wij hopen dat het nieuwe goed zal zijn en nog beter. Het nieuwe moet herkenbaar zijn. Als morgen alles nieuw zou zijn, zou ik me niet herkennen in die wereld. Hoe zou ik mijn weg vinden in een stad met nieuwe huizen, nieuwe straten, nieuwe mensen? Vernieuwing, maar niet elke vernieuwing is een succesverhaal. Bij vernieuwing kan veel sneuvelen. Zo heeft de vernieuwing en de vernielingsdrang van het oude in de zestigerjaren het hart van meerdere steden gekwetst. Nieuw, dit kan zo vlug verouderen om plaats te maken voor weer iets anders.
Wanneer we denken dat wat wij hebben goed is, houden we eraan vast. Een vernieuwd bestaan stelt ons voor nieuwe risico’s. Twee bedelaars zitten langs de weg en horen in de verte dat een processie in aantocht is met de relieken van een heilige. Het betreft een heilige, vereerd en gekend als grote wonderdoener. De twee bedelaars reppen zich weg uit schrik dat de heilige hen zou genezen als zijn schrijn voorbijkomt en dat ze niet meer zoveel geld zouden kunnen bijeenbedelen. Blijven we soms uit gemakzucht bij het oude?
Elke ontmoeting kan iets nieuws betekenen. Een verhaal beluisteren met iemands leed en vreugde kan verrijken. We groeien als we mogen ervaren dat we voor iemand bestaan en iemand van ons houdt. Het nieuwe komt sterk naar voren in de gave van de vergeving. “Ik ben het die omwille van zichzelf de misdaden teniet doet en je zonden vergeeft” (Jes. 43, 25). Wanneer we vergiffenis ontvangen bij God en de mensen, worden we nieuw geboren.
Psalmisten leren ons bidden voor een nieuw hart (Ps. 50), dat God beloofde langs zijn profeten (Ez. 36,26) Het nieuwe kan niet doorbreken als we star vasthouden aan gewoontes uit het verleden. Christenen bidden om Gods Geest, die het aanschijn van de aarde kan vernieuwen en in de kerk een durend Pinksterfeest voedt. De crisis die de kerk doormaakt is een uitdaging en een kans (Olivier Le Gendre, Biecht van een kardinaal, 2010).
Hoe kan ik opnieuw geboren worden als ik oud ben (Joh. 3,4) en hoe opnieuw beginnen als het geheugen vermindert en de hersenen inkrimpen?
De Apocalyps raakt onze droom over en onsverlangen naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. We laten ons leiden door en werken daarvoor samen met Hem die zei: “Alles maak ik nieuw!” (Op. 21,5). Hij blijft ons zeggen en vragen “Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?” (Jes. 43,19).