2de kerst (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

OPENINGSWOORD

We zijn naar de kerk gekomen, omdat het tweede Kerstdag is. Veel mensen realiseren zich niet dat de consequentie van Gods menswording in het leven van de gelovige zo'n verregaande uitwerking kan hebben, als juist vandaag zichtbaar wordt in het leven van de heilige Stefanus, diaken en martelaar: de eerste bloedgetuige van Gods menswording. Jezus Christus - en ook wij in navolging van Hem - komt wel vrede op aarde brengen, maar wij stuiten altijd weer op tegenwerking. Maar het komt aan op geloof en volharding. Jezus Christus en de zijnen zullen uiteindelijk overwinnen.
Beginnen we deze heilige Mis met een oprechte schuldbelijdenis, omdat we voortdurend tekortschieten in het daadwerkelijke beleven van ons heilig Doopsel. Dan zal de genade van deze Eucharistieviering als het Sacrament van Godsontmoeting ook een zichtbare uitwerking kunnen hebben in ons leven.

OPENINGSGEBED

Laat ons bidden. Heer, laat ons het voorbeeld navolgen van hem, die wij vandaag gedenken: dat ook wij onze vijanden leren beminnen. Want wij vieren de sterfdag van de heilige Stefanus, die zelfs voor zij vervolgers wist te bidden. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon ... .

PREEK

Waarom waarschuwt Jezus ons in het evangelie? "Neemt u in acht voor de mensen. Zij zullen u overleveren aan de rechtbanken en u geselen in hun synagogen".
We horen dit evangelie op het feest van de heilige Stefanus! Hij was diaken en de eerste volgeling van Christus die zijn geloof 'met de dood' heeft moeten bekopen.
Daarvoor precies waarschuwt Jezus ook ons: ons geloof kan ons in gevaar brengen in een wereld die los van God geraakt is. Die grote wereld heeft immers geen boodschap meer aan de Verlossing die we in Gods Menswording vieren. Die wereld bewapent zich steeds meer en de leiders van de volkeren worden steeds agressiever, om hun macht met behulp van geweld, angst en verderf te kunnen bestendigen.
Jezus waarschuwt ons ervoor dat we zwak kunnen worden als we onder dergelijke druk gezet worden. Ook dreiging met ontslag, discriminatie vanwege het geloof, psychische druk die op ons wordt uitgeoefend, om God toch maar vooral los te laten. Die gevaren zijn altijd om ons heen.
Het is echter onze roeping als gelovigen om de weg te durven gaan, die de heilige Stefanus ons voorging. Dat betekent, dat we met liefde en geduld onze vijanden tegemoet moeten treden; dat we hen niet zo moeten behandelen, zoals zij ons doen, maar dat we een moedig gebaar stellen van geloof, hoop en liefde. Alleen zo zullen we zijn getuigen kunnen zijn en de Kerk in onze dagen mee kunnen opbouwen. We hoeven ons immers niet echt bezorgd te maken: Gods Geest zal onze tolk zijn bij de verkondiging van de waarheid in deze wereld. Zelfs als we een voorwerp van haat geworden zijn, hoeven we niets te vrezen: "Wie ten einde toe volhardt, zal gered worden."
Is dat geen prachtige belofte? We zullen gered worden! We zullen het eeuwige leven mogen erven, als we trouw gebleven zijn aan de beloften van ons Doopsel.
Bidden we vandaag op voorspraak van de heilige Stefanus, om moedige mensen in een wereld die van Gods eeuwigheid niets meer wil weten. We hebben moedige mensen nodig, die zoals Stefanus "de Hemel open zien en de Mensenzoon aan Gods rechterhand." (vgl. Hand.7,56).

SLOTWOORD

In het concentratiekamp leerden veel mensen honger. Maar er was een van de gevangenen, die nog een stompje waskaars had. Hij dacht: "Als ik de honger niet meer kan uithouden zal ik deze kaars opeten."
Het liep tegen Kerstmis. In de kerstnacht pakte de man zijn kaars. Zijn vriend, die hoopte ook een stukje van de kaars te krijgen, verwachtte dat de man de kaars nu zou gaan opeten. Maar de man liep naar buiten en stak met een brandende spaander zijn kaars aan. Toen zette hij de brandende kaars op de rand van zijn brits. Steeds meer mannen kwamen om de brandende kaars heen zitten. Het licht van de kaars voedde vele mannen en ze beleefden heel intens hoe het licht nog sterker is dan de duisternis.
"Die kaars brandde hoger en hoger, spitser en spitser tot aan het uiterste nokje van die hoge, donkere loods, en toen daar doorheen, tot aan de sterren, en alles werd wit van licht. Zoveel licht heeft later nooit meer iemand gezien. En wij voelden ons vrij en opgeheven en kenden geen honger meer. Die kaars had niet mijn vriend en mij gevoed, hij had ons allen gevoed en sterker gemaakt. Er kwam geen einde aan het licht."
Broeders en zusters, wij voelen ons misschien klein en machteloos in deze grote wereld. Maar dat is helemaal niet zo erg, want wie zich bescheiden opstelt zal door God worden geholpen. Wij dragen het licht van God in ons. Klein als dat kaarsje in het concentratiekamp. Maar als wij blijven geloven en hopen zal het uitgroeien tot een groot vuur, een vuur van liefde. Zoals de heilige Stefanus veel mensen tot het geloof heeft gebracht en tot het doen van het goede, zo zal er ook van ons een kracht kunnen uitgaan. Maar wij moeten er wel in geloven. Dat wens ik jullie van harte toe: een groot en vruchtbaar geloof.