De hemel open (2009)

Marcus besteedt niet te veel woorden aan het doopsel van Jezus door Johannes.  Hij zegt niets over een gesprek tussen beide en evenmin iets over de  aanwezigheid van getuigen.  Hij laat wel opmerken dat Jezus vertrok uit Nazareth in Galilea.  De evangelist geeft weer wat Jezus ervoer tijdens de doop en bij het opstijgen uit het water.  Hij wijst op een innerlijk mystiek moment.

Hij biedt materiaal aan voor een icoon van de drievuldigheid:

Jezus in het water;
De hemel die opengaat;
De vogel geest die neerdaalt en over hem zweeft;
De stem uit de hemel, die hem zegt: "Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde."

Door gedoopt te worden volgen wij Jezus na.  Wij dalen in het water om met hem te sterven, wij stappen eruit om als nieuwe mensen te leven.  Gezien het belang van het doopsel verdienen doopvont en doopkapel een waardige plaats.  Die had ze heel vroeg.  De oudste huiskerk zou een huiskerk zijn in de stad Dura Europas (Syrië).  Een reproductie ervan stond in Trier tijdens de Constantijntentoonstelling..  Ze had binnenin een baptisterium en op haar muren een fresco van Jezus als goede Herder. 

Baptisteria waren gescheiden van het kerkgebouw.  Je legt een weg af van initiatie.  Je gaat van het duister naar het licht.  Baptisteria zijn vaak achthoekig.  Dit drukt oneindigheid uit, de achtste dag, de nieuwe dag, deze van de verrijzenis.  Zij hebben een koepel met licht.  De koepel beeldt de hemel uit.  Wie uit het water komt, ziet op naar omhoog en voelt zich opgenomen in een nieuwe ruimte. 

Ik zie voor mij de kathedraal Saint Sauveur in Aix la Provence.  Ze is gedeeltelijk gebouwd op de plaats van een Romeins forum en met materiaal ervan.  Ik kreeg er een bezinningstekst bij het bezoek van haar te renoveren baptisterium:

"Hier in dit baptisterium zijn sinds de vijfde eeuw mannen, vrouwen en jongeren door het doopsel zonen en dochters van God geworden.
Vandaag kom je hier als pelgrim om je te herinneren dat er geen mooiere waardigheid is dan deze van zoon en dochter te zijn van de Vader en broer en zus van Jezus.
Door je doopsel en je vormsel heb je de zekerheid dat er geen schonere werkelijkheid is dan te beminnen en door de Vader bemind te worden.  Jezus is de weg van en naar deze liefde.  Je bent geroepen om deze liefde te delen met anderen.
De kerk waartoe je behoort rekent op jou om het rijk van
Christus tot stand te brengen, een rijk van vrede, vergeving, verzoening, gerechtigheid en waarheid."

In mijn gespreksgroep in Taizé zat een vrouwelijke tandarts uit Roemenië.  Alina was als volwassene gedoopt.  De kerk, waartoe zij behoort, had de viering van haar doopsel goed verzorgd.  Alina beschreef enthousiast het moment van de onderdompeling.  Ze straalde de vurigheid en gedrevenheid ervan uit.  Het aantal mensen, die als volwassen gedoopt worden, neemt toe. 

Toch niet vergeten dat er personen zijn die hun doopsel ongedaan willen maken.  Zij vragen dat hun naam in het doopregister wordt geschrapt of dat althans vermeld wordt dat zij niet meer tot de kerk willen behoren.  In Frankrijk zouden elk jaar een duizendtal mensen dit aanvragen (Une croix sur leur baptême, Le Monde II, 2 aug. 2008).  Wat is er gebeurd dat het sacrament bij hen zonder kracht is gebleven?  Waarom voltrok zich in hen niet waarvoor bij hun doopsel werd gebeden:

"Dat je oren getekend mogen zijn door het kruis van Christus opdat je de stem van de Heer zou horen;
Je ogen opdat je Gods glorie zou mogen aanschouwen;
Je lippen opdat jij zou antwoorden wanneer God tot jou spreekt;
Je hart opdat Christus in jou mag wonen door het geloof;
Je schouders opdat je elke dag je kruis zou opnemen om Christus te volgen.
Wees helemaal getekend door het teken van het kruis opdat jij leven mag bezitten in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
."

Wij zijn gedoopt om elke dag te groeien in geloof.  Wij bidden met Gregorius van Nyssa dat Jezus' Geest in ons mag werken.  Hij geeft deze raad:

"Zend voortaan de vraatzuchtige raaf weg uit jouw leven (Gen. 8, 7-8).  Geef de duif de gelegenheid om over jou te komen.  Jezus deed deze duif als voorafbeelding uit de hemel neerdalen (vgl. Mt. 3,15; Mc 1,10), de duif zonder bedrog, vol zachtmoedigheid en uitermate vruchtbaar. 

Toen zij een gezel gevonden had, een man, rein als door vuur gelouterd, betrok zij in hem haar woning, zette al broedend zijn hart in vuur en vlam en bracht vele bevallige nakomelingen voort.  Dit zijn de goede werken en het goede woord, geloof, eerbied, rechtvaardigheid, bezonnenheid, kuisheid en zuiverheid.  Dit zijn de kinderen van de geest, ons bezit" (Aangehaald in het Getijdenboek deel 6 jaar II, p. 113).

Zijn wij als gedoopte ontvankelijke gezellen voor Jezus en zijn Geest?