Tweede Paasdag (2006)

We vieren Pasen.
We zien vrouwen op weg naar het graf. Ze zijn aIleen. AIleen in hun liefde en verdriet. Wie herkent dat niet?

Mensen die Jezus nabij waren, hadden gedurende de jaren van zijn rondtrekken door het land grote verwachtingen gekregen: een nieuwe wereld, de mensen zouden anders gaan doen, zelfs God bleek een andere dan tot dan toe gedacht werd. Wie Jezus zag en hoorde, zijn tekenen zag, met hem at, die kon steeds meer geloven dat het Rijk Gods onder hen begonnen was. Bekeer je ze hij. De weg die hij wees, leidde naar het leven.


Maar nu is hij dood. Gestorven als een misdadiger, terechtgesteld op verschrikkelijke wijze en in een graf gelegd. Met hem is ook aIle hoop begraven. Andere mensen, een nieuwe wereld, een andere God? Vergeet het maar. Jezus is gevaIlen als slechtoffer van geweld, hij die zo tegen geweld was, tot in de hof van olijven. Iedereen liet hem vaIlen. God, aIlereerst, dat riep hij zelf toch uit? de landvoogd die hem eerst wel wilde vrijlaten, in onschuld waste hij zijn handen en zijn leerlingen, waar waren ze? Jezus heeft, net als zovele, taIloze mensen in de geschiedenis zijn leven en toekomst verloren. Nu breekt de derde dag aan. De dag dat het graf hem zou moeten teruggeven, zoiets had hij toch eens gezegd? Maar het werd goed bewaakt, om ook maar de geringste twijfel uit te sluiten, je kon maar niet weten.

'Komt in orde meneer", en hij tikte tegen de helm, de commandant van de bewakingseenheid. Discreet liet hij het geld in zijn uniform verdwijnen. Hij kon het goed gebruiken, wat kon hem het schelen wat die hogepriesters aIlemaal wilde, als hij zijn geld maar kreeg en liefst iets meer...
Dat men hem omgekocht heeft, komt niet eens bij hem op.... Het is duidelijk dat Pasen en zaken doen al vanaf het begin met elkaar van doen hebben.
Maar als je goed kijkt dan is duidelijk dat ze allemaal uit angst handelen: angst om hun macht te verliezen, die hogepriesters - het zou toch eens uitkomen - angst voor hun baantje, die wachters angst voor de hoge autoriteiten bij de afwezige leerlingen, aIlemaal mensen zonder hoop. Maar Pasen gaat erover dat hun angst nu hier ligt begraven en hier blijft liggen.

We zien de vrouwen lopen, lopen? Ze zetten er de pas in. Ze hebben iets te verteIlen: Jezus leeft!
Hij is opgewekt. Dat vele mensen hen en wat ze te vertellen hebben niet serieus zullen nemen, ja haar zelfs nog niets een willen horen, dat weten ze wel, dat zijn ze van die mannen wel gewend.
Maar daaraan zal nu een einde komen. Jezus heeft hen gezegd: wees niet bang. Ga aan mijn broeders verteIlen dat ze naar Galilea gaan. Daar zullen ze mij zien. De vrouwen zijn de brengers van het goede nieuws, evangelisten in het grieks.

De paasboodschap is kort en krachtig. Iedere keer als God in het leven van mensen komt, neemt hij de angst weg. Want waar angst is worden mensen verdeeld en klein, trekken ze zich terug, weten niet meer wat te zeggen en verschuilen zich achter een masker. Maar dat past niet bij de boodschap van het leven, die trekt mensen juist weg uit die angst. Je zoekt Jezus de gekruisigde?
In die ene zin wordt aIles omgekeerd.

Waar zijn de leerlingen eigenlijk. Petrus? Johannes? Jacobus? Het laatste dat Matleus van hen verteld was hun vlucht, weg uit de hof van Olijven. Hadden ze moeten blijven? Konden ze wel blijven? De dood waarvan ze ooggetuige aan het worden waren, verstoorde aIles in hun leven, hun vertrouwen, hun hoop, aIle plannen. Kan een mens een dode volgen? Kan een dode nog uitzicht bieden?
Jezus, had zijn leerlingen gezegd dat ze uit elkaar zouden vallen, als schapen wier herder wordt weggenomen. Woorden van toen die nu nog aIleen pijn doen. Petrus werd klein als hij eraan terugdacht en de anderen net zo... Wat ze verteIlen konden waren verhalen van verraad, verloochening en vlucht. Maar konden ze anders? Ze hadden alles in de steek gelaten, nu konden ze maar beter de draad weer gaan opnemen en de tijd met Jezus zo snel mogelijk vergeten.

Dan zijn daar de beide Maria's. Ze vertellen de leerlingen dat hun meester leeft. In Galilea zullen ze hem ontmoeten, daar zullen ze hem zien. Matteus zegt er niets over hoe de leerlingen de boodschap van de vrouwen hebben opgenomen .... als we andere evangelisten mogen geloven, Lucas bv. -maar de apostelen vonden het maar onzin, wat de vrouwen zeiden en ze geloofden hen niet.... Het is ook op dit punt nog een hele strijd geweest waarvan uiteindelijk alleen belangrijk is dat een nieuw hoofdstuk aanbreekt in Galilea, niet in Jeruzalem, in Galilea waar Jezus zijn openbare optreden was begonnen. De cirkel is nu rond kunnen we zeggen.


En dan gebeurt dat bijzondere: angstige, schuchtere mensen, mensen die zwak waren, mensen die niets moesten hebben van grote woorden, mensen als u en ik, ze werden tot apostel, tot getuigen van de Levende.
Matteus heeft de gevoelens van huiver en vrees die mensen kan bevangen, goed bewaard.

Kijken we nog eens naar die bewakers van het graf.Toen ze aan hun wacht begonnen was hun wereld nog vertrouwd, zoals ze die kenden.
Toen ze naar het lege graf keken, konden ze weten dat die wereld voorbij was, maar ze voelden er niets bij, afgestompt als ze waren en hard. Want de ene dag bewaakten ze een graf en de volgende dag moest er weer een gekruisigd worden. Als ze hun soldij maar kregen en liefst een beetje meer .

Deze al te menselijke overwegingen zijn met Pasen voorbij, zijn met geld niet meer te koop. Pasen vertelt een nieuw verhaal: mensen vertrouwen zich toe aan de boodschap van het leven, komen op voor gerechtigheid, vrede en barmhartigheid en durven de machten van de dood te trotseren. Ze laten zich niet meer kleinmaken. De paus, gisteren .....
Geïnspireerd door het Rijk van God bouwen ze nu al aan een nieuwe wereld, omdat God een God van levenden is. Hij Iaat nooit in de steek wat het werk is van zijn handen.
Zijn eerste woord was: het worde licht. En aan het einde van de bijbel staat dat God zelf alle tranen zal drogen en de dood zal er niet meer zijn.

Sinds Pasen is vluchten niet meer nodig.
En de vrede van God, die verder gaat dan wat wij kunnen vermoeden beware ons in Christus Jezus onze Heer de Levende.