5e zondag van de paastijd B - 2012

Zusters en broeders,

Het beeld dat Jezus geeft van de wijnstok en de ranken is het beeld van een gemeenschap. Je kunt niet zomaar in je eentje christen zijn. Dat deed Jezus ook niet. Het eerste wat Hij deed toen Hij zijn prediking begon, was een aantal leerlingen rond zich verzamelen, want alleen … nee, dat gaat niet, toen niet en nu niet. Waarom gaat dat niet? Omdat Jezus dan niet in ons midden kan verschijnen. Hij zegt: ‘Waar er twee of meer in mijn naam verenigd zijn, daar ben Ik in hun  midden.’ Twee of meer. Niet alleen dus.

Precies daar groeit er een probleem. Gemeenschap vormen wordt soms moeilijk, omdat de kudde kleiner wordt. Maar die gemeenschap is absoluut nodig, want Jezus zegt ook: ‘Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft terwijl Ik blijf in hem, draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets.’ We moeten dus contact houden met Jezus, en voor de meesten onder ons wordt dat contact vooral in de wekelijkse vieringen elke keer hechter. Daarin vormen we gemeenschap, en daarin maken we telkens opnieuw kennis met Jezus’ woorden en daden. Zonder vieringen verliezen velen het contact met Jezus, en dan kunnen we niets of zijn we niets. Zo zegt Jezus zelf.

Door het priestertekort worden die vieringen evenwel een probleem. Daarop wordt door het Kerkelijke beleid veelal op een merkwaardige manier gereageerd: het aantal vieringen wordt beperkt of de kerk wordt gewoon gesloten. Kleine parochies en gemeenschappen moeten maar overstappen naar grote centrumkerken. Maar voor velen is dit een stap te ver, letterlijk en figuurlijk. Ze maken de overstap niet, of kunnen hem niet maken. Dit betekent dan meteen het einde van de gemeenschap in Jezus’ naam, en de breuk tussen de wijnstok die Jezus is, en de ranken die wij zijn. Maar zonder Hem kunnen we niets, zegt Hij. Tegelijk zien we dat honderden, duizenden gevormde leken bereid zijn om de gemeenschap staande te houden en het contact met Jezus te bestendigen. Maar dikwijls worden zij teruggefloten door het beleid, om geen enkele andere reden dan dat ze leek zijn.

In de eerste lezing horen we nochtans een heel ander verhaal. Zoals altijd in de paastijd komt die lezing uit dat heerlijke boek De handelingen van de apostelen, waarin het ontstaan en de groei van de jonge Kerk verteld wordt. Vandaag hoorden we hoe het Paulus verging. Paulus, die vroeger Saulus heette en een beruchte christenvervolger was. Het was onder zijn  toezicht dat Stefanus, de eerste martelaar, doodgestenigd werd. Maar toen hij op weg was naar Damascus, om ook daar de christenen uit te roeien, botste Hij in een visioen op de Heer die hij vervolgde, en de Jezushater Saulus werd de onvermoeibare Jezusverkondiger Paulus. Nochtans was hij geen apostel, zelfs geen leerling van Jezus. Hij was dus een leek in de volle betekenis van het woord, en toch hebben de apostelen, op voorspraak van Barnabas, die nochtans ook geen apostel, er geen probleem mee dat hij de belangrijkste missionaris wordt onder de heidenen.

Misschien moet er dus ook vandaag een Barnabas opstaan die het beleid op andere gedachten brengt. Net zoals ten tijde van de eerste christenen is het vandaag alle hens aan dek om het contact tussen de wijnstok Jezus en de ranken die wij allen zijn te bewaren. En misschien beweegt er inderdaad iets. In Kerk en leven van 25 april zegt Bart Paepen, de bisschoppelijke vicaris voor liturgie en vorming in het bisdom Antwerpen, onder meer het volgende:  ‘We kunnen niet bovenuit een zondags- of centrumkerk opleggen. Gemeenschappen pikken dat niet. De plaatselijke verankering zit diep. Zelf trok ik in ons bisdom rond om te streven naar centrumkerken. Vandaag stel ik vast dat die aanpak niet aanslaat. Mensen in kleine parochies en gemeenschappen blijven afzonderlijk samenkomen, voor een eucharistieviering met een voorganger die ze zelf zochten, zowel als voor een woord- en communiedienst. Van dat laatste is het Kerkelijke beleid geen voorstander, maar het gebeurt.’

Zusters en broeders, gelukkig maar dat het gebeurt, want anders ging in vele kleine parochies en gemeenschappen het contact met Jezus, de wijnstok verloren. En ik geloof nooit dat dit Jezus’ bedoeling kan zijn. Hij was er altijd voor mensen in nood, dus wil Hij er vandaag ook zijn voor kleine gemeenschappen in nood. Want Hij is de wijnstok, wij zijn de ranken, en zonder Hem kunnen wij niets. Amen.