Lieve mensen,
Als ik een moderne evangelist was, dan zou ik u in deze overweging misschien kunnen opzwepen, ik zou rustig beginnen, langzaam het tempo van mijn woorden en het volume van mijn stem opvoeren, mijn geloofservaringen met u delen, u indringende vragen stellen en wellicht zou ik u even kunnen doen geloven dat God liefde is en dat wij elkaar liefhebben zoals God ons liefheeft.
Als ik geboren was in een van de zuidelijke staten van Amerika, dan zouden mijn overgrootouders wellicht slaven zijn geweest op een van de vele plantages. En als ik op de katoenvelden gewerkt had, dan zou ik voelen wat discriminatie betekent, wat het betekent om uitgebuit te worden, geslagen en geschopt.
En dan zou ik waarschijnlijk uit volle borst met de gospels mee kunnen zingen omdat ik mij daardoor bevrijd voelde, dan zou ik weten wat 'geloven in verbondenheid' betekent.
Maar dat alles ben ik niet. En zo zijn de meeste van ons hier op 't Zand niet. Wij zijn niet zo evangelisch, wij zijn behoorlijk nuchter, en wij hebben een heel andere geschiedenis. Wij zijn vooral een kerk van het woord en onze gezangen, hoe mooi de melodieën ook zijn, zijn liederen met veel inhoud, een beetje intellectueel zelfs. Wij voelen ons daar overigens goed bij.
Toch wil dat niet zeggen dat ik, dat wij, niet van andere religies en tradities kunnen leren, dat wij niet kunnen proberen ons over te geven, even de ratio op zij te zetten, de controle los te laten, alleen maar op ons gevoel te vertrouwen en het ritme van de muziek te volgen.
Het Engelse woord gospel betekent 'evangelie'. En evangelie betekent letterlijk 'goede boodschap'.
Welke goede boodschap brengt ons Johannes in de lezingen van vandaag?
Als we zijn evangelie terugbrengen tot de kern, dan zegt Johannes:
Wie in mij blijft, terwijl ik blijf in hem, die draagt veel vrucht.
Of vrij vertaald: als je in mij gelooft, en ik geloof in jou, dan zul je succesvol zijn.
Is het echt zo simpel?
Nee, zo simpel is het niet. Want je moet er ook iets voor doen. In God geloven heeft consequenties, zegt Johannes in zijn eerste brief. Het is niet vrijblijvend. Het is niet alleen een kwestie van woorden en leuzen, maar van concrete daden. In God geloven betekent elkaar liefhebben. Dat is zijn gebod, dat is zijn opdracht, zo leert ons Johannes.
En dat is niet simpel: elkaar liefhebben, concrete daden van liefde stellen. Wij hebben vele goede redenen om dat niet te doen of om het uit stellen. We hebben geen tijd, we vinden de ander niet aardig, we kennen hem niet, hij is een vreemdeling voor ons, of nog veel moeilijker, misschien is hij een dief, een profiteur, een zwerver, een crimineel, een verslaafde. Als je zo iemand voor je hebt, dan is de opdracht van God heel moeilijk: iemand vergeven, voor iemand opkomen, hem verzorgen, de ander liefhebben zoals jezelf.
Misschien dat het ons dan helpt ons in te leven in de wereld van de gospel.
Die zwarte religieuze muziek van mensen die geslagen werden, geschopt, uitgebuit. Maar die toch bleven geloven in God en in elkaar. Die elkaar hielpen, steunden, troost gaven. Die samen zongen "I'm gonna lay down my burden, down by the riverside". Zij legden hun last in de handen van God en zij zongen. In al hun ellende konden zij zich overgeven aan God en aan elkaar. En samen zingen. En samen bidden en huilen en lachen. En samen liefhebben.
Zij pakten elkaar bij de hand en zij zongen "Oh, happy day". En de zon stond te branden en het werk was zwaar. En toch zongen zij steeds maar weer "Oh, happy day". Een soort mantra waarin je kunt geloven als je God lief hebt en je naaste.
Overgave, dat is wat wij van de gospel kunnen leren, om te voelen wat geloven in verbondenheid betekent. Come on, people, let's try it!