Vijfde zondag van Pasen, Moederdag (2006)

Beste dorpsgenoten,

Vandaag wordt moederdag voor de honderdste keer gevierd, een dag ingesteld door ondernemers van allerlei aard in de Verenigde Staten. De Rooms Katholieke Kerk, die graag Onze Moederkerk wil heten, heeft zich aan dit feest nog niet veel gelegen laten liggen!

Deze week las ik in de krant: "Ieder jaar sterven twee miljoen kinderen op de dag van hun geboorte." Kindersterfte is nog de gewoonste zaak van de wereld in ontwikkelingslanden. En in Angola overleeft een op de zeven moeders haar bevalling niet.

We mogen vandaag best vieren dat het hier niet meer zo is. Het was dan ook heel dramatisch dat deze week een baby in een crèche stierf tengevolge van wiegendood.

Ook las ik, n.a.v. de moordaanslag in Antwerpen, dat de wapenhandel, ook de Nederlandse, dood en verderf zaait, met name in ontwikkelingsgebieden in Afrika,

En dat deed me denken aan de moeder van die jongen van achttien jaar, die een geweer kocht en kort erna een paar mensen als ongedierte neerschoot.

Nog een bericht uit de afgelopen week: het Christendom in Europa is op zijn retour. De jongere generaties dreigen de band met de traditionele religie en haar rituelen helemaal te verliezen.

Als ik bij dat soort nieuws stilsta, dan vraag ik me af waarom onze traditionele religie, dat wil zeggen onze Moeder de Heilige Kerk en haar rituelen, zo weinig aandacht geeft aan wat haar kinderen buiten de kerk overkomt, wat zij aanrichten of presteren. Het lijkt er op alsof de R.K. Kerk nog steeds het ouderwetse gras in de aanbieding heeft dat goed is voor het vee en voor een speelweitje bij de school, in tegenstelling tot Hendriks Graszoden die gras als het ware opnieuw ontdekt heeft, zacht als fluweel en sterk als staal.

Nu ga ik toch terug naar het hele oude en taaie nieuws dat we in het evangelie van vandaag gehoord hebben. Ik herinner u aan de eerste en de laatste zin er van: "In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Ik ben de ware wijnstok" en de laatste zin: "Dit zeg ik u opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden."

De wijnstok doet aan wijn denken en wijn en vreugde horen bij elkaar, zo dacht Jezus. De vreugde van een goed glas wijn samen, de vreugde van wijn bij een feestelijke maaltijd, wijn met de kleur van ons bloed.

Daar dacht Jezus aan: aan vreugde en wel aan vreugde die volkomen moge worden in ons. Wenste hij ons niet te veel toe?

Ik heb u immers heel wat ellende van één week nieuws opgesomd. Daar wil ik u niet in laten steken. Naarmate we van meer ellende horen, naar die mate mogen we verlangen naar die volkomen vreugde die Jezus ons toewenste. Hij wist wat hij zei.

Vreugde is iets heel anders dan lol hebben. Om goed te dansen of voetbal te spelen moet je oefenen. Dat moet je ook doen om die vreugde te voelen. Je moet leren kijken, naar dingen, naar mensen, naar de geschiedenis, je moet er stil bij staan en dat alles tot je laten spreken. Denk aan Jezus die verwees naar bloemen op het veld. Wij hebben ze dichtbij in de tuin.

Tien dagen na de dodenherdenking kunnen we er b.v. aan denken dat we al bijna 90 jaar geen oorlog meer hebben gehad in Europa. Zolang is er nog nooit eerder vrede geweest: vrede, een reden tot vreugde; moederdag hier, zo heel anders dan in Afrika, vriendschap, inspirerende relaties, scholing voor kinderen, goede gezondheidszorg, ondanks al het geduvel van de laatste maanden, allemaal redenen tot vreugde.

Oog krijgen voor zulke en veel andere dingen, ons laten aanspreken door een stem of een beeld. U hoeft maar te kijken naar de poster met de twee handen die onze aardbol vasthouden. Een beeld van de volkomen vreugde die Jezus ons toewenst.

Dat het zo moge worden.