Hoe gaan we haar verjaardag vieren!

Beste vrienden,

We kunnen het vergelijken met het bezoeken van een oude dame ter gelegenheid van haar verjaardag. Dit jaar is het wel geen ronde verjaardag, maar omdat ze al zoveel lentes achter zich heeft, is elke verjaardag heel bijzonder. Ze heeft haar ganse familie, zeer groot en verspreid over de hele wereld, uitgenodigd – maar ze komen niet allemaal. Sommigen hebben helemaal vergeten dat de oude dame verjaart en sommigen willen met haar helemaal niets meer te maken hebben. Over wie we hier spreken? Over onze hoogbedaagde moeder, de Heilige Kerk, natuurlijk. Op Pinksterdag vieren we haar verjaardag en zoals op dergelijke dagen gebruikelijk, halen de gasten dan graag herinneringen aan vroegere tijden op. Er worden dan verhalen uit de vroege kindertijd, soms zelfs nog over de geboorte zelf verteld. En daar wil ik me vandaag ook aan houden.   

Over de geboorte zelf heeft de eerste lezing ons verteld. Een geruis van stemmen en talen, onbegrijpelijk en toch van grote betekenis. Na Jezus’ dood leefden de leerlingen angstig en teruggetrokken in de bovenzaal van een huis in Jeruzalem. Toen de verrezen Heer hen af en toe was verschenen kwam er weliswaar terug een kiem van hoop bij hen op, maar dat openbare optreden van vandaag, dat was helemaal niet voorzien of voorbereid, en het dreigde hen dan ook helemaal uit handen te lopen. Ze komen uit hun schuilplaats tevoorschijn, vertellen vol begeestering over Jezus en over diens verrijzenis en riskeren niet alleen om zich onsterfelijk belachelijk te maken, maar ook om aangehouden en veroordeeld te worden. Het moet een merkwaardig gezicht geweest zijn. Als dronken schreeuwen en lallen de overgrootvaders en -moeders van ons geloof bij volle dag door de stegen van Jeruzalem. Ik ben blij dat Lucas het aanstootgevende van het Pinksterwonder niet heeft weggelaten. Want dat maakt juist duidelijk dat er aan het begin van onze Kerkgeschiedenis geen glorierijke stichtingsvergadering stond, en dat er ook geen fantastische redevoeringen, waar iedereen voor applaudisseert, werden afgestoken. Neen, de hele situatie heeft meer van een schandaal.   

Maar die gebeurtenis heeft een enorme uitwerking. Alhoewel de leerlingen in de ogen van velen wartaal spreken, luisteren de mensen naar hen: en alhoewel de toehoorders uit alle mogelijke landen komen en geen gemeenschappelijke taal spreken, komt de boodschap toch goed over. Men heeft zelfs het gevoel dat men het omgekeerde van de Babylonische verwarring meemaakt. Waar God toen in Babel de mensheid heeft verstrooid omdat ze alleen aan hun eigen grootsheid en macht wilden geloven, daar brengt Hij hen nu in Jeruzalem weer samen en maakt Hij een communicatie over alle culturen en talen heen terug mogelijk. Dat wordt allemaal verwezenlijkt door Gods Geest, die de mensen raakt, die hen dooreenschudt en enthousiasmeert.  

Bij verjaardagen wordt echter niet alleen over indrukwekkende gebeurtenissen uit een gelukkig verleden gesproken. Neen, bij een zo hoge leeftijd komen ook de verwikkelingen, de mislukkingen en de slagen van het noodlot op tafel. Daar wordt verteld wat er van al die hoop uit het begin, van al die verlangens is terecht gekomen. En er zijn zeker heel veel bewogen gebeurtenissen uit het leven van onze kerk te vertellen. We zouden er uren naar kunnen luisteren. Maar ik zou liever vragen: hoe staat onze jarige er nu, vandaag, voor?   

We ervaren toch dagelijks, en daar kan zelfs de nieuwe Paus niet direct veel aan veranderen, dat haar aanzien zeer beschadigd is. Men zegt dat niemand nog naar haar luistert en dat sommigen zich zelfs afvragen hoe lang ze nog te leven heeft. Van verschillende kanten worden er dure plannen voor een behandeling voorgesteld; altijd weer nieuwe wondermiddelen worden voorgeschreven, maar ook altijd weer zonder resultaat. Wanneer de stemming zo ver in de kelder is, dan worden, juist bij verjaardagen, de herinneringen aan vroeger, aan zogezegd betere tijden, bovengehaald. Op die momenten kan je het verlangen naar een ingreep van de Heilige Geest bijna fysiek voelen. 

Daarom is het toverwoord van onze tijd: „Spiritualiteit.“ Dat komt van Spiritus – geestrijk.

Maar wees voorzichtig: Gods Geest is geen willekeurig beschikbare substantie die je op seminaries en congressen in je kan opnemen. Zich aan zijn werking overleveren is nog altijd een waagstuk. Je kan helemaal niet voorspellen wanneer en hoe Gods Geest in jou zal werken en wat de consequenties daar uiteindelijk van zullen zijn. Wat me ook duidelijk is: Wanneer we proberen om alles in ons leven en in onze Kerk in eigen handen te houden, dan zullen we de inzet van de Geest niet aanvoelen en zijn werking eerder hinderen. Het Pinksterverhaal maakt voor mij duidelijk dat wij mensen eerder een stap opzij moeten zetten om Gods Geest zijn leven brengende werking te laten ontvouwen.  

De Geest overwint alles wat mensen van elkaar en van God scheidt. De verschillende culturen, talen en overtuigingen staan elkaar niet meer in de weg wanneer Gods Geest tot ons spreekt. Daarom kunnen we ook ophouden met het uitbouwen van onze macht. God weet wat we echt nodig hebben, Hij spreekt de taal van het hart en leest in onze ziel wat ons ontbreekt en wat we nodig hebben voor een leven in overvloed.

   

Nu hebben we de hele tijd over die verjaardag gepraat en het nog niet gehad over een passend geschenk. Jubilarissen van een dergelijke leeftijd hebben doorgaans immers reeds alles – en onze Kerk kan uit een oneindige schat aan geschiedenis en traditie putten. Maar opdat ze toch weer zou voelen dat ze een heel bijzondere opdracht heeft, en opdat ook wij ons bewust zouden worden dat het onze opdracht is om daaraan mee te werken, geef ik haar een formulering van de Weense kardinaal König mee: “ De Kerk van Jezus Christus moet een uitnodigende Kerk zijn. Een Kerk met open deuren. Ze moet een warme, moederlijke Kerk zijn. Een Kerk van alle generaties, van de doden, de levenden en ook de ongeborenen. Een Kerk van diegenen die ons vooraf zijn gegaan, die bij ons zijn en die na ons zullen komen. Een Kerk van begrip en meegevoel, van mee denken en mee lijden. Een Kerk die met de mensen mee lacht en mee weent. Een menselijke Kerk, voor ons allemaal.  

Een Kerk die, net zoals een moeder, op haar kinderen kan wachten. Die haar kinderen zoekt en hen opvolgt. Die de mensen opzoekt waar ze zijn: op de werkplek, bij hun ontspanning en ook bij hen thuis. Een Kerk voor de feestdagen en ook voor de dagelijkse beslommeringen. Een Kerk die niet marchandeert en die geen voorafgaandelijke eisen stelt. Een Kerk die niet moraliseert. Een Kerk voor de kleinen, de armen en voor diegenen die geen succes kennen, voor de belast- en beladenen, voor al diegenen die in hun leven, hun beroep of hun huwelijk zijn mislukt. Een Kerk van Heiligen, maar ook van zondaars. Een Kerk, niet van vrome uitspraken en formules, maar van helpende handen.

In één woord: Onze Kerk! In die geest kunnen we vandaag allemaal verjaardag vieren!!  Amen