Leuven is een boeiende stad wegens haar universiteit, industriële activiteiten, een rijk sociaal weefsel en haar lange geschiedenis. In de Sint-Pieterskerk staat het beeld van OL Vrouw, Sedes sapientiae, zetel der wijsheid. Ze is de patrones van de universiteit, al is ze uit het logo van de Kuleuven verdwenen. De kerk bezit een mooie uitbeelding door Dirk Bouts van het Laatste Avondmaal.
Verderop in de Naamse straat staat de barokke Sint Michielskerk. Daar dichtbij staat het Heilig Geestcollege, het oudste universitair college. In de buurt op de Sint Antoniusberg is de kerk van de paters Picpussen. Daar is sinds lang een grote verering voor Sint Jozef. Deze wordt tijdens dit Jozefjaar aangewakkerd. In de crypte van de kerk is het graf van Damiaan de Veuster. Op zijn graf staat deze mooie uitspaak: “Ik vind mijn grootste geluk de Heer te dienen in zijne arme en zieke kinderen die door de andere mensen verstoten worden.” Zijn feestdag is op 10 mei. Op 10 mei 1873 kwam Damiaan aan op Molokaï.
Tafel van de heilige Geest
Wie na dit bezoek de Schapenstraat ingaat, komt bij het Begijnhof, een merkwaardig gerestaureerd ensemble. Rechtover de begijnhofkerk draagt een huis, gesierd met een keramieken kunstwerkje, de naam Tafel van de Heilige Geest. Deze interessante naam verwijst naar een sociale instelling uit het ancien Regime. Zulke instellingen bestonden overal in de Nederlanden.
De tafel van de heilige Geest was een verre voorloper van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn. In de Middeleeuwen was het de armendis. In het Leuvens Begijnhof verbleven in dit huis zieke begijnen.
De boeiende naam ‘Tafel van de Heilige Geest’ werd wellicht gekozen omdat de Heilige Geest de vader van de armen is, schenker van gaven, trooster bij droefenis. Hij geneest wie is verwond. Zo bezingen we hem in de mooie pinkstersequentie Veni sancte spiritus. In het Duitse Würzburg bestaat het Bürgerspital zum Heiligen Geist al sinds 1316 en het beheert nu een aantal seniorencentra.
Ave Maria
Gods geest waait van bij het begin over Gods schepping. Hij geeft kracht aan mensen. Lucas wijst van bij het begin van zijn evangelie op de aanwezigheid van de Geest bij de boodschap van de engel Gabriël aan Maria. Jan van Eyck heeft het geschilderd op de achterkant van het retabel van het Lam Gods. Dit retabel hangt sinds de feestdag van O.L. Vrouw Boodschap in een nieuw bezoekerscentrum binnen de sint Baafskathedraal. De Gentse meester schildert Maria als een jonge, ontvankelijke vrouw, open voor wat komt. De Geest komt van boven naar beneden. Maria geeft haar jawoord: Ecce ancilla Domini. Deze woorden zijn ondersteboven, omgekeerd geschilderd, zodat wie van boven komt ze kan lezen. Haar woord gaat naar boven, de Geest komt naar beneden.
Van Eyck heeft nog en tweede uitbeelding van de boodschap. Dit schilderij, de Annunciatie, hangt in de National Gallery of Art, Washington. Hij plaatst het gebeuren in een kerk. “Uit het venster linksboven vallen zeven gouden stralen, symbool voor de Zeven Gaven van de Heilige Geest, waarvan er één is doorgetrokken tot op het hoofd van Maria, het symbool van de bevruchting van de Maagd. De heilige Geest, in de vorm van een duif duikt als het ware op die ene straal naar Maria toe’ (Wikipedia)
.
Ontmoeten
Na de boodschap trekt Maria met haastige tred door het bergland naar Elisabeth, haar nicht of haar tante. In de Bijbel komen mannen en vrouwen in beweging van zodra ze Gods handelen bespeuren. Zo was het met Jezus. Bij zijn doopsel daalde de Geest over hem neer. (Lc. 2,21-22). Vervuld van de heilige geest ging Jezus weg van de Jordaan naar de woestijn (Lc. 4,1) om nadien in de kracht van de Geest terug te keren naar Galilea , waar hij optrad als leraar (Lc. 4,16).
Maria zal wellicht aan haar zoon verteld hebben over haar bezoek bij Elisabeth en over deze onvergetelijke ontmoeting. De Geest is er en Elisabeth is erdoor vervuld en ze begroet Maria. Giotto heeft in zijn cyclus over Maria de ontmoeting geschilderd van Maria en Elisabeth, waarin tederheid en hartelijkheid aanwezig zijn.
Ik ben maar gekomen, mijn lieve nicht,
Al waren het donkere nachten,
Want moeders te helpen ben ik verplicht,
Geen vrouw zal vergeefs op mij wachten:
Ik ben trouw als de komst van het licht.
Anton van Duinkerken
De laatste dag van mei vieren we het feest van Maria bezoeking. Dit feest inspireert tot een cultuur van ontmoeting en verbinding. Inge, een thuisverpleegkundige koestert het beeld van deze ontmoeting en ze verzamelt veel afbeeldingen van de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth.
Er is een lange adem nodig voor de gezondheidswerkers en even veel adem voor wie dag aan dag strijdt met ziekte. Er is Geest nodig om al wat leeft te bezielen en in liefde en eerbied te verbinden. Er is na deze coronatijd een tweede adem nodig.
De Geest waait waar hij wil en wenst zich te manifesteren in goede vruchten. Hij is aanwezig in de gedreven en deskundige zorg voor de zieke mens en bij diens begeleiding tot zelfredzaamheid. De Geest inspireert ons tot dienstbaarheid.
De Geest doorbreekt verschillen, want niemand mag van zichzelf beweren dat hij of zij meer geest bezitten dan andere.
De Geest waait waar hij wil
en staat nooit stil.
Wij zijn de takken van één boom,
van ’t zelfde huis de gangen,
de aders van het eendre bloed.
Felix Timmermans
Pinksteren
In het cenakel was Maria aanwezig met de apostelen en een grote groep mannen en vrouwen, wachtend op de komst van de Geest. Zij die als moeder van Jezus aan het begin van het leven van Jezus stond, is aanwezig bij de start van zijn kerk op Pinksteren. Zij is als gelovige vrouw lid van de kerk en is moeder van de kerk. Zij staat niet boven de kerk maar is in de kerkgemeenschap, waar zij voor ons zowel zuster als moeder is. Wellicht heeft ze in het cenakel het Magnificat gezongen om de blik van de jonge gemeente te richten naar God en haar te verbinden met de medemensen, vooral met de geringe en de kleine.
In de Allerheiligenkerk te Basel, een moderne kerk, staat het beeld van Notre Dame de la Trinité, Onze Lieve-Vrouw van de Drie-eenheid. Het is gemaakt door Albert Schilling in 1958 en toont Maria als ‘geestelijk vat’, zittend met het kind Jezus in het midden en boven haar Gods hand en Gods duif.
“Wij hebben de impuls van de Geest nodig om niet te worden verlamd door angst en berekening, om ons niet eraan te wennen alleen maar te gaan tussen veilige grenzen. Laten wij bedenken dat een ruimte die afgesloten blijft, uiteindelijk muf ruikt en ons ziek maakt. Toen de apostelen de verleiding ervoeren zich te laten verlammen door angst en gevaren, gingen ze samen bidden en vroegen om de parresia: “Maar nu, Heer, schenk aandacht aan hun bedreigingen en geef uw dienaren dat zij in alle vrijmoedigheid uw woord mogen verkondigen” (Hand. 4, 29). En het antwoord was dat, “na hun gebed de plaats waar zij bijeen waren, beefde. Allen werden vervuld van de Heilige Geest en verkondigden vrijmoedig het woord Gods” (Hand. 4, 31)” (Paus Franciscus in zijn brief over heiligheid, Gaudete et exsultate 133. Het Griekse woord parrhesía betekent ‘vrijmoedig spreken’).
Maria nodigt ons uit om samen met haar God te verheerlijken (Lc. 1,46) en bij te dragen tot een wereld van gerechtigheid.
Elk jaar leggen we in de liturgie een lange weg af, van de advent langs vastentijd en Pasen tot Pinksteren. Op Pinkstermaandag vieren we het feest van Maria, Moeder van de kerk. Haar mantel drukt de geborgenheid die ze ons wil schenken. Een geborgenheid bij God, bij de Vader, de Zoon en de Geest. Bij hen is onze thuis. Haar moederschap is ook een teken van een tedere zorg, die wij verlangen en tevens kunnen schenken. Een tederheid, waaraan de behoefte zo groot is in en na deze coronapandemie.