Wat Jezus wil doen is anderen beminnen tot de hoogste graad. Jezus weet waar hij van komt en waar hij naartoe gaat. Dat lezen we in vers 3. Jezus, wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan. Als wij niet weten vanwaar we komen en waar we naartoe gaan dan hebben we een probleem, dan wordt het moeilijker. Als we niet weten en geloven dat we veilig zijn in Gods handen dan zijn we nergens, alles klinkt dan zo banaal, zo zonder toekomst, zeker als dingen tegenslagen. We gaan dan op zoek naar wereldlijke belangrijkheden en dat geeft dikwijls veel ontgoochelingen. Het is belangrijk te weten wie we zijn en waarvoor we hier zijn en dat weten we door te luisteren naar Jezus woorden. Jezus zegt dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan , Zo is dat dus ook voor ons, we zijn van God gekomen en we gaan terug naar God. God houdt van ons . In de boodschap van de voetwassing was Jezus een dienaar . In de warme streken waar Jezus leefde droegen mensen sandalen en mensen die toen voeten wasten van de gasten, behoorden zeker en vast tot de laagste sociale klasse van de bevolking. De laagste en eenvoudigste job was ‘voeten wassen’. Als Jezus dus zijn bovenkleed aflegt , een linnen doek omsloeg en zich klaar maakte om voeten te wassen dat moet dat een schok geweest zijn voor de aanwezigen . Waar begint hij nu aan. Het was dus logisch dat Petrus weigerde. En jezus antwoordt: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen. Dat geldt ook voor ons, als Jezus ons niet mag toebehoren dan kunnen wij ook niet bij hem horen. Door bij Jezus te horen worden we rein, gaan we de taak in ons leven duidelijk zien, gaan we onderscheid kunnen maken van waarheid en leugen dat ook in onszelf kiemt.
‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’vraagt Jezus ons. Ik ben jullie Heer en meester en terecht, want dat ben ik ook echt. Jezus gaat dus niet slaafs dienen maar dienen in kracht , wetende wie hij is. Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen.
Wat is ons antwoord? We zijn misschien wel bereid van bepaalde mensen hun voeten te wassen, maar Jezus vraagt ons om iedereen te dienen en te beminnen.
Het is gemakkelijker voeten te wassen van mensen die we graag zien, of van mensen die een belangrijk positie hebben. Want dan ben ik ook een beetje belangrijk. Ik tel op die manier mee, ik ken die en die, ik heb dit en dat gedaan.
De boodschap van Jezus is hier echter ‘leer een dienaar te zijn, dien anderen’, verlang er niet naar BV te zijn , misschien is het wel goed om te verlangen om BV te zijn voor de hemel. Bekende Vlaming voor de hemel. God wil iets speciaal , God wil dat we dood gaan aan onszelf en klaar zijn om anderen te dienen. Gedaan met zelf zelf zelf. Het hoogst beroep hier op aarde is anderen te dienen en niet om belangrijk te zijn. Gedaan met eigen trots :ha ik heb iets speciaal gedaan , ik ik ik. Dienen wil zeggen ik zet al mijn talenten in en die zijn voor iedereen gelukkig verschillend.
Dienen wil zeggen , ik hou van je , ik waardeer je erg, ik ben blij dat ik dit voor jou kan doen. Iets doen voor iemand die we niet kennen is een moeilijkere opdracht. En misschien flits het weer door onze gedachten, "als we anderen helpen zijn zij misschien ook bereid iets te doen voor mij". Echter, als ik iets doe iets voor anderen is het niet omdat ik iets terug verwacht of weer’geweldig’ ben. Jezus vraagt ons gewoonte dienen en te beminnen omdat de andere in nood is. Ik kan iets bijdragen en misschien moedig ik die andere zo aan ook iets te doen voor anderen. Een beter weg om te leven is niet vragen ‘waarom moet ik iets doen voor mensen die ik niet ken, wat brengt mij dat bij’? Jezus vraagt ons gewoon "doe zoals ik. Wees fier, krachtig en blij om wie je bent en dien en bemin want ik ben altijd bij jou" .
Iets doen voor de andere ligt soms vlakbij, de partner. Wat zou het zijn als uw man u zou vragen zijn voeten te wassen, of uw vrouw? Wat zou u zeggen? Ik denk dat ik zou zeggen , ‘zeg schat was die eens zelf, waarom moet ik dat doen , ik heb wel wat anders rond mijn hoofd.
We hebben iets te doen voor onze partner, we vergeten dikwijls om kleine dingen te doen voor onze partner. We doen al genoeg zeggen we! Zoveel huwelijke vallen uiteen. Het voornaamste in onze gedachten is dikwijls de vraag: wat ga jij doen om mij gelukkig te maken. Maar het eerste wat we zouden moeten denken is: wat kan ik doen om jou leven beter te maken. Dat is weer wat Jezus ons vandaag vraagt en dat vraagt hij ook wanneer we met mensen niet akkoord zijn. Jezus vraagt ons altijd "wat beteken jij voor de andere". Zo hebben we som kritiek op werklozen, vreemdelingen en op mensen die homosexueel zijn. De vraag is niet, wie is die man of vrouw voor mij, maar wie ben ik voor die man of vrouw. Bekritiseer ik die persoon of ben ik beminnelijk liefdevol en hulpvaardig. Dat heeft dan niets te maken met het feit dat mijn leefgewoontes en ideeen anders zijn of wanneer ons denken verschillend is over het beleven van lichamelijkheid en liefde. Dat kan ik gerust kenbaar maken, echter zonder te oordelen en zonder te kwetsen. Wie ben ik voor de andere daar gaat het om dat zegt Jezus ons.
"Allemaal goed en wel, maar wie gaat wat doen voor mij" flitst in onze gedachten! Dat hebben we niet in handen. Het gaat vandaag over nederig iets doen voor anderen en Jezus toelaten in ons leven.
Ieder persoon die zichzelf christen noemt, een bediende, een verpleegster, een dokter, directeur, poetsvrouw, glazenwasser, politieagent, allen hebben wij een opdracht. We zijn hier op aarde voor een doel en we moeten vragen aan God dat hij onze ogen opent om te zien wat er rondom ons gebeurt. Als we echt willen weten wat God wil voor ons leven dan zal God ons antwoorden. Hoeveel tijd spenderen we om anderen lief te hebben? We 'denken' misschien dat we anderen liefhebben en dat we 'o zoveel' inspanningen doen, maar we beliegen soms onszelf. De echte liefde is zonder kritiek, zonder oordeel, zonder eisen, noden worden voldaan, we sluiten niemand uit, we aanvaarden anderen in hun anders zijn.
We zijn geroepen hier om iets te doen voor elkaar. God gebruikt ons te dienste voor anderen.
Laat ons daarvoor bidden:
Veertig dagen en veertig nachten verbleef Hij in de woestijn.
Wij zouden ’t nimmer overleven van honger en van schrik, van heimwee en gemis.
Wij zijn gewend aan veel comfort dat ons verzadigt en verdooft.
Wij leven in een andere woestijn van mensen die elkaar niet meer vertrouwen,
een uitgestrekte wildernis van leugens en verdachtmaking, grote en kleine oorlogen
en zoveel eenzaamheid.
Kon elke christen weer oase zijn, een kleine bron van hoop in een woestijn van mensen.
Dan wordt het eindelijk Pasen voor iedereen in eenvoud, delen en vertrouwen.
Bidden we samen het onze vader als teken van verbondenheid met Hem en met elkaar.
Wij danken u voor dit samenzijn en wensen u een zeer vruchtbare tijd