Richt u op en hef uw hoofd omhoog (2009)

De advent 2009 leidt naar het tiende jaar van de eenentwintigste eeuw.  Niet te geloven, hoe vlug de tijd gaat.  De overgang van het tweede naar het derde millennium had enkele millenniumbugs kunnen veroorzaken.  Die gevreesde bugs kwamen er niet.  Maar Zuidoost Azië kreeg een vreselijke zeebeving (tsunami); de VS beefden bij de aanslag van 11 september.  Het Nabije en Midden Oosten bloedt bij de oorlog in Irak en Afghanistan en lijdt onder het geweld tussen Israëli's en Palestijnen.  De schandalen in de bankcrisis remden de economische groei en richtten overal ter wereld grote schade aan.  De balans van de eerste decade is negatief. 

Bij het wel en wee van onze tijd staan christenen voor de drievoudige opdracht van verkondiging, liturgie en diaconie.  Dit ter ere Gods en tot welzijn van de medemens.  Die opdracht is al twintig eeuwen dezelfde, maar telkens op te nemen in een andere tijd.   

Het contact met het evangelie zorgt er voor dat wij deze opdracht niet vergeten.  De evangelisten stellen elk jaar de verkondigende, de biddende en de dienende Jezus voor ogen.  In het leesjaar C is het de beurt aan de evangelist Lucas om onze ogen en oren te richten op Jezus.   

Al heeft Lucas gelijkenissen met de twee andere synoptici, toch legt hij duidelijk eigen accenten.

Aan hem danken wij een uitvoerig kindsheidevangelie. 

Dit voedt ons adventsverlangen.

Zonder Lucas zouden we niets weten over de boodschap van Gabriël aan Maria.

Zonder hem geen ontmoetingsverhaal van Maria en Elisabeth.

Zonder Lucas geen kerstkribbe en geen opdracht in de tempel en geen terugvinding van Jezus.

Nog anders gezegd: zonder Lucas geen Weesgegroet en geen vijf blije geheimen in het rozenkransgebed.  Zonder Lucas minder Adventsinhoud. 

Lucas is, zo wordt algemeen aanvaard, de schrijver van twee boeken: het derde evangelie en de Handelingen van de apostelen.  Hij draagt beide geschriften op aan Theofilus, een voorname Romeinse (?) heer.  In de persoon van Theofilus ziet Lucas elk van zijn lezers.  Ze zullen als Gods geliefde in zijn twee boeken Gods grote daden ontdekken.  Ze zullen God daarvoor zingend loven.  Lucas leert ons met Zacharias het Benedictus te zingen; met Maria het Magnificat en met Simeon het Nunc Dimittis.  

Wij houden best de band tussen beide boeken van Lucas voor de geest.  In zijn evangelie staat Jeruzalem centraal.  Maar in de Handelingen trekt hij ons mee vanuit Jeruzalem naar gans de bewoonde wereld.  Hij geeft christenen een perspectief op de geschiedenis.  Ze is voor hem heilsgeschiedenis. 

Van de vier evangelisten wijst Lucas het meest op de aanwezigheid van de Geest.  In het derde evangelie (NBV) gebruikt hij het woord 'geest' 28 maal en dit in 26 verzen.  In de Handelingen zijn hiervoor 65 vindplaatsen in 61 verzen.  Vergelijk met Matteüs, waar er 16 vindplaatsen zijn in 16 verzen; met Marcus 19 maal in 18 verzen en Johannes 20 maal in 16 verzen.  

De Messias is gezalfd met de Heilige Geest.  Deze komt over Maria bij de boodschap.  Hij daalt op het Pinksterfeest over de apostelen en een grote groep volgelingen.  Hij is de stuwende kracht in de jonge kerkgemeenschap.  Hij is de ziel van de kerk.  "Het punt dat Lucas duidelijk wil maken omtrent het leven van Jezus is de plaats van en de relatie met de Heilige Geest!  Blijkbaar toont Lucas ons een sleutel voor het leven.  Geen methode of een principe, maar een relatie" (eo.nl/thema/christelijkefeestdagen/pinksteren). 

De Geest werkt in de christengemeenschap.  Hij geeft goede ogen om te zien waar het op aankomt.  Hij houdt ons waakzaam.  Hij richt ons op de Mensenzoon. 

Lucas belicht in zijn evangelie een opvallende trek van Jezus, nl. diens mildheid.  Dit blijkt uit de keuze van een aantal verhalen, gezegden en daden van Jezus.  

Op eerste zicht lijkt deze mildheid nochtans afwezig op de eerste zondag van de Advent.  Wij horen een angstwekkende tekst over de eindtijd.  De toehoorders van Jezus en de lezers van Lucas dachten wellicht aan de catastrofen die zich in Jeruzalem hebben voorgedaan of nog zouden gebeuren, vooral aan de verwoesting van de tempel.  Zo het evangelie geschreven is na het jaar tachtig, is het niet uitgesloten dat berichten over de uitbarsting van de Vesuvius hebben meegespeeld bij het opstellen van deze tekst.  Voeg daarbij de geleden verschrikkingen bij vervolgingen van christenen. 

Toch bevat dit evangelie over de eindtijd een woord van heil.  De wereld is volgens christenen niet beheerst door anonieme krachten.  De geschiedenis is gericht op een ontmoeting met de Mensenzoon.  Een christen gelooft in de verlossing en bevrijding, die Jezus brengt.  In gans zijn evangelie benadrukt Lucas dat Jezus heil en verlossing brengt.  Jezus is bij hem de Heiland.  Daarom kunnen we met vertrouwen de hoofden omhoog heffen.  Het komt er op aan naar de Mensenzoon op te trekken en in zijn aangezicht stand te mogen houden.  "Al moet ik door engten gaan, wat God doet is dat is welgedaan" (ZJ 813).