Dat was nu eens een goede preek

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Was dat nu geen goede preek van Johannes? Dat lag ook aan zijn toehoorders: zij waren vol verwachting om Gods Woord te horen, ze waren daarvoor mijlen ver naar de woestijn gekomen. Ze willen de boodschap van Johannes horen en in zich opnemen, nog meer, ze komen na de preek bij hem vragen: wat moeten wij doen? De meeste pastoors hebben dat zeker nog niet meegemaakt. Meestal komen de toehoorders met de verwachting dat de preek kort is en de mis niet te lang duurt. Na de preek komen vragen: wat kan ik nu doen? Neen, dat is niet voor deze tijd. - Gelukkig dat wij, pastoors, gewoonlijk de commentaar van onze toehoorders niet vernemen...

Als wij de woorden van Johannes de Doper horen, moeten we zeggen dat hij heel mild was. Johannes vraagt van de mensen niet het onderste uit de kan, hij vraagt niet het onmogelijke. Als je twee kleren hebt, geef er dan een aan diegene die er geen heeft en deel je voedsel zolang er mensen moeten sterven van honger. Als je rekeningen opmaakt vraag dan niet meer dan je toekomt en wees tevreden met je loon. Die mensen voelden aan: wat die man ons vraagt, is de wil van God; in die preek zit wat in.

Als ik die woorden van Johannes vandaag herhaal, is het goed mogelijk dat de mensen zeggen: die preek was niks. En als ik dan de collecte bekijk vb voor broederlijk delen of welzijnszorg, door de band 2 tot 3 € per persoon, dan vraag ik me af: was die preek dan niks?

Ja, ik kan de mensen van vandaag ook moeilijk aanspreken met die woorden van Johannes. Wie dubbele kleding heeft... wij hebben allemaal een volle kleerkast. Wie voedsel heeft moet delen... kijk eens naar de resten in de vuilnisemmer.
We spreken over rechtvaardig loon, de laatste cent uitgerekend door de computer. En tenslotte tevreden zijn met je loon... als er mensen zijn die zich geen auto kunnen aanschaffen en nooit eens op vakantie kunnen gaan.
En dan praten over de armen... Alles is toch perfect geregeld in de maatschappij met kinderdagverblijven, schoolopvang, zieken- en bejaardenhuizen. En wie dan toch nog door de mazen valt, kan nog altijd terecht bij het O.C.M.W.

Is dat echt zo? Willen wij dan niet zien of horen dat heel veel in onze maatschappij niet klopt? Ook al is het allemaal heel mooi, veel mensen hebben niet waarop ze recht hebben. Dat is zeker niet altijd hun schuld. Onze maatschappij is hard en koel. Ze heeft een hart van staal en daarom is alles zo koud en leeg. Het hart klopt alleen maar op de maat van vallende geldstukken. Hoe meer geldstukken erin vallen, des te sneller gaat het kloppen, maar het hart blijft zoals het was: koud.

Nu kun je weer zeggen: die preek is niks, altijd hetzelfde. Weet je dan hoe het komt? Omdat wij Gods roepstem niet willen horen. De meeste mensen willen alleen maar horen wat past in hun levenswijze. Voor de rest sluiten ze hun oren en hun hart, dan hoeven ze niet te delen, dan mogen ze onrechtvaardig zijn. En ja, ze vinden die preek toch niks.

Mag ik u uitnodigen om de woorden van Johannes de Doper ter harte te nemen. Het zijn woorden van God. En die woorden zijn niet niks, ook niet voor onze tijd. De maatschappij zou er goed bij varen als wij wat meer zouden delen, als wij er zeker van zouden zijn dat niemand ons zal afpersen en als we tevreden zijn met wat minder, ten bate van anderen. We gaan niet dicteren wat anderen allemaal zouden kunnen doen, maar vragen onszelf na deze preek heel ernstig af: en wat moet ik nu doen?