Tijd door het jaar (C)

Of trouw nog hoog geschat wordt? Er lijkt meer aandacht te zijn voor afwisseling en korte relaties dan voor wat van blijvende duur is.

In de lezingen van deze zondag vormen trouw en geloof nochtans de binding tussen de drie lezingen. Driemaal een oproep om te groeien in trouw en in geloof.


De kreet van de profeet

Bij de profeet Habakuk steekt de twijfel de kop op. God lijkt afwezig. Hij schijnt geen oor te hebben voor het gebed en de roep van de profeet. Deze stelt zoveel onrecht vast bij de leiders van toen, die zich niet bekommeren om het onheil dat voor de deur staat. Als profeet voelt hij zich verplicht om het onrecht aan te klagen. “Hoe lang nog Heer moet ik om hulp roepen en luistert u niet, moet ik ‘Geweld’ schreeuwen en brengt u geen redding” (Hab. 1,2-3).

De profeet verwoordt zijn klacht en hij ontvangt allereest de boodschap dat God zelf de getrouwe is en blijft. Deze boodschap wordt op steen gegrift: “Ook al is het (visioen) nog niet vervuld, wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven. Wie niet oprecht is, kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw” (Hab. 2, 3-4).

Onnutte knechten

In het evangelie ligt de verwachting dat de bode, dat de knecht, dat wie in dienst is, altijd klaar staan voor de heer of de dame van het huis. Zelfs al hebben ze al een zware dagtaak achter de rug, dan zullen ze toch eerst nog hun meesters bedienen om pas nadien zelf te eten. Het is een uitdagende parabel.

Het is geen gemakkelijke job, altijd klaar staan. In Jezus ’tijd was er geen sociaal statuut voor huispersoneel. En op veel plekken is dit nog het geval. Zo heeft Zr. Jeanne De Vos zich in India sterk ingezet voor meisjes in dienstverband.

In de oorspronkelijke tekst staat dat zij en wij ‘onnutte’ knechten zijn.   De dienaars, dit zijn de apostelen en dit zijn alle volgelingen van Jezus. Wij krijgen te horen dat wij maar ‘gewone knechten’ zijn. Eigentijdse vertalingen zijn iets milder “Wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: “Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan” (Lc. 17,10).

Het is op het eerste zicht geen compliment om te horen dat we onnuttig dienstpersoneel zijn, nutteloze knechten en slaven. Het is een gebrek aan waardering. Elke mens heeft het verlangen naar erkenning en waardering. We horen liever wat Jezus zei tot zijn apostelen bij het laatste avondmaal: “Ik noem u geen dienaars meer, maar u heb ik vrienden genoemd” (Joh. 15,15). Jezus zelf is ons voorbeeld van de trouwe dienaar. Bij het laatste avondmaal nam hij zelf het werk van een slaaf op zich wanneer hij zich neerbuigt om de voeten van zijn apostelen te wassen. Jezus, hij is het beeld van Gods trouw, van het volmondig ja aan de Vader. Hij is dienaar bij uitstek.

Jezus richtte zich tot zijn apostelen, die niet geroepen waren om zich te laten dienen, maar om trouwe dienaars te zijn. Hij verwacht van hen en van ons de trouw in zijn dienst, die zij en wij te doen hebben. Daarbij mogen we dankbaar zijn voor de vele in de maatschappij die doen wat ze te doen hebben en daardoor het leven van elke dag leefbaar maken. Wat zouden we zijn zonder de inzet van zovele die werken voor het algemeen welzijn. Hoe velen zijn er niet die werken tijdens de nacht zodat anderen overdag rustig, veilig en net hun taak kunnen opnemen.

Maar er is ook de ontreddering bij hen, op wie niemand beroep lijkt te doen en daardoor het gevoel hebben overbodig en nutteloos te zijn.

De toevertrouwde schat

De brief van Paulus is gericht aan Timotheüs, leider van de kerk van Efese. De schrijver is wellicht niet de apostel Paulus, maar iemand die zijn gedachtegoed overneemt om de evolutie in de jonge kerk te begeleiden. Van de leider van die kerk wordt verwacht dat hij trouw zal zijn, De verkondiging van het evangelie brengt lijden mee. Dit heeft Paulus ervaren, zeker wanneer hij daarvoor in de gevangenis kwam. Zoals Paulus gevangen werd, zijn er christenen die op onze dagen vervolgd worden en gedood. Het was in zijn tijd en het is in de huidige tijd zeker geen sinecure een kerkgemeenschap te leiden. Timotheüs krijgt de opdracht om onverschrokken de boodschap van Jezus te verkondigen en zijn gemeenschap te leiden.

Bewaar de u toevertrouwde schat.” Dit kunnen wij wanneer we met Christus verbonden zijn, de band bewaren met de heilige Geest en door als christen elkaar te ondersteunen in trouw.

De kracht van het mosterdzaadje

Het vertrouwen in God is een kracht, al is het soms maar een zwak   lichtje, een rietstengel waar we ons aan vasthouden, In het kleine steekt een kracht zegt Jezus en hij neemt het voorbeeld van een klein zaadje. Kleine daden kunnen al veel verrichten. Onze invloed is beperkt. Maar waar we leven kunnen we een invloed hebben en bijdragen tot een vriendelijk klimaat. Een man in militaire dienst, maar nogal impulsief van aard, vroeg aan Franciscus van Sales wat hij kan doen voor de vrede. De bisschop antwoordde: “Je kan de deur wat zachter sluiten.” Allemaal kunnen we kleine schreden zetten voor solidariteit en kunnen we een teken zijn van Gods zorg en liefde voor de mens en de wereld.

Trouw heeft deels een conservatieve trek door te bewaren en te verdiepen wat we ontvangen hebben, maar trouw heeft eveneens een progressieve trek door de boodschap te beleven en te brengen in tijden die veranderen. Trouw is vooral de verbondenheid, de communie met Jezus, de levende Heer.

Zoals de apostelen vragen wij aan de Heer om meer geloof en om meer vertrouwen. Zij vroegen het en wij vragen het om te doen wat de Heer van ons verwacht. Wij bidden om meer geloof en vertrouwen om de dienst te doen, die wij te doen hebben en die wij in trouw verder hopen te kunnen doen.