Leg het lied in onze mond: Amen Alleluja! (ZJ 450)

En zij verheerlijkten God. Dit zijn de slotwoorden van het evangelie van Lucas. Verheerlijken, loven. Het Griekse woord beduidt letterlijk; goed zeggen.

Goed zeggen over God en het goede van God doorgeven. Dit doen we op de feestdag van de heilige Drie-eenheid, een dankfeest voor God, die is begin en einde.

Wie is die God die eeuwig leeft

en al wat leeft geschapen heeft,

die oerbegin en einde is

de zin van de geschiedenis?

(ZJ 736)

Dit lied komt uit de lutherische traditie. “Het lied heeft een duidelijke en trinitarische opbouw. De oneven verzen stellen een vraag, in de even verzen volgen de antwoorden. 1. Wie is de eeuwige God die alles heeft geschapen? 2. Dat is de Vader aan wie ik mijn bestaan dank. 3. Welke houdt zoveel van iedereen, dat hij zich liet doden aan het kruis? 4. Dat is de Zoon die kleine mensen hoop geeft. 5. Wie houdt het verlangen in ons wakker? 6. Dat is de Geest die ruimte geeft (Kerkliedwiki).

De eucharistie is een beweging van een biddende gemeenschap naar de Vader door Christus, van wie wij het leven, het sterven en verrijzen gedenken. Een beweging die gebeurt in de kracht van de heilige Geest. Ze leidt tot een zending, die zowel aanbidding als inzet inhoudt.

Elk eucharistisch hooggebed eindigt met de doxologie, waarin we eer brengen aan de Vader door Christus in de heilige Geest.

Jezus, de weg naar de Vader

Jezus verwees in zijn leven vaak naar God. God alleen is goed (Lc.18,19). Jezus dankte hem regelmatig. Lucas haalt een heel sterk woord aan van Jezus. “Op dat uur jubelde Hij in de heilige Geest en sprak: Ik loof U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen verborgen hebt voor wijzen en verstandigen, en ze aan onmondigen geopenbaard. Ja, Vader, want zo is welbehagen geschied ten overstaan van U. Alles is mij overgeleverd door mijn Vader, en niemand weet wie de zoon is dan de Vader, en wie de Vader is dan de zoon, en aan wie de zoon het ook maar wil openbaren” (Lc. 10,21-22).

Jezus leeft vanuit het bewustzijn van een bijzondere band met zijn Vader. “Bij zijn doop in de Jordaan daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde’ (Lc. 3,22). Jezus is bezield en gedreven door de Geest. Hij heeft zijn leerlingen steeds naar de Vader verwezen, naar God die zijn zon laat opgaan over goeden en slechten (Mt. 5,45). Hij verwacht van hen en van ons dat wij barmhartig zijn zoals zijn hemelse Vader (Lc. 6,36). In het gebed, dat Jezus aan zijn leerlingen aanbiedt en voorbidt, spreekt hij God aan als Vader (Mt. 6,9; Lc. 11,2).

Vooral in het vierde evangelie legt Johannes de klemtoon op de band tussen Jezus en de Vader. Dit doet hij reeds van in de proloog. Jezus is het Woord dat komt van bij God. Jezus noemt zich het licht van de wereld en zegt dat de Vader, die hem gezonden heeft, met hem is (Joh. 8,16-30, 42-56). Bij het laatste avondmaal zegt Jezus dat hij de weg is naar de Vader. Op de vraag van Filippus antwoordt Jezus: “Wie mij ziet, ziet de Vader” (Joh. 14, 6-14).

Tijdens het avondmaal spreekt Jezus uitdrukkelijk over de Geest die zal komen en die ons van bij de Vader zal gegeven worden (Joh. 14,23-29; 16,5-11). Hij zei toen tot zijn leerlingen: “Als iemand Mij liefheeft zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet liefheeft onderhoudt mijn woorden niet; en het woord dat gij hoort is niet van Mij maar van de Vader die Mij gezonden heeft. Dit zeg Ik u terwijl Ik nog bij u ben, maar de Helper, de heilige Geest die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb” (Joh. 14,23-26).

God is ons nabij. Hij wil in ons zijn intrek nemen, “Hij heeft zijn liefde in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken” (Rom. 5,1-5). Er is de eenheid tussen Vader, Zoon en Geest. Ze trekken niet uit elkaar, maar werken in verbondenheid. De heilige Drie-eenheid, hoog verheven en tevens diep verscholen in al wat leeft. Vader, Zoon en Geest, zij komen naar ons en willen de ganse wereld omarmen. In een loflied op de Wijsheid zet het boek Spreuken al op weg toe naar het mysterie van God die bij de mensen wil zijn. “Het was me een genot bij de mensen te zijn” (Spr. 8,31).

 

God is liefde

Kort na het concilie verscheen in opdracht van de bisschoppen van Nederland De Nieuwe Katechismus. Het allerlaatste onderdeel heeft als titel: God is liefde. “In het geheim van Gods drie-ene liefde wordt iets openbaar over de diepste vraag aangaande de mens: waarom zijn wij zoals wij zijn: schepselen die kunnen kennen, voortbrengen, liefhebben – wij kunnen ons niet anders dan menselijk uitdrukken, maar reiken met de diepste verwondering naar het laatste waarom-, hoe is het ooit het idee kunnen ontstaan van ‘kennen’, ‘beminnen’, ‘voortbrengen’?- Het is niet kunnen ontstaan. Het is. Want God is liefde. Niet de barmhartige eenzame Allah is Hij. Het mysterie van God is geen mysterie van eenzaamheid, maar van samen-zijn, creativiteit, kennen, beminnen, uitstromen en ontvangen, en daarom zijn wij zoals wij zijn. Mensenbestaan is mogen meedoen met wat God is: liefde (De Nieuwe Katechismus, p. 587).

“Ik ben een christen omdat er wonderlijke en buitengewone aanspraken ten grondslag liggen van onze religie, waarvan ik geloof dat ze waar zijn. Wij geloven dat God van ons houdt, net zoals de joden en de moslims. Maar we gaan een stap verder door te zeggen dat God liefde is. God is de liefdevolle gemeenschap van de Triniteit. Dit is het prachtige hart van onze religie; als we liefhebben worden we opgenomen in het leven zelf van de liefdevolle God.

Wij geloven ook dat, in Christus, God onze menselijkheid, ons genot, onze vreugde, zorgen en pijn deelt. In het hart van het christendom heerst een onuitsprekelijke intimiteit met God. Het zijn die geloofsovertuigingen die Europa gevormd hebben. Ze liggen aan de basis van ons begrip van menselijke waardigheid, van wat het betekent een persoon te zijn en lief te hebben. En dus verlang ik naar een Europa dat zijn ongelooflijk mooi geloof, dat de ziel van Europa gevormd heeft, gedurende bijna twee millennia zou herontdekken. Zonder dat, waar is Europa’s ziel? Maar, ik bid dat, wanneer het christelijk geloof zich vernieuwt in Europa – want dat zal zeker gebeuren – de vriendschap met God, die het hart van het christendom uitmaakt, zal overvloeien naar vriendschap met mensen van andere religies en naar hen zonder religie” (T. Radcliffe, Waar is Europa’s ziel? Tertio 884,18 jan. 2017).

Samen met

Met alle christenen belijden we ons geloof in God, die is Vader, Zoon en Geest. Zeventig jaar geleden werd de Wereldraad van kerken opgericht. Deze is “een gemeenschap van kerken welke overeenkomstig de Schriften de Heer Jezus Christus als God en heiland belijden en die daarom tezamen nastreven hun gemeenschappelijke opdracht te vervullen ter ere van één God, Vader, Zoon en Heilige Geest.”

De belijdenis tot een drie-ene God is kenmerkend voor de christen. Het is fundamenteel. Wat niet uitsluit dat in ons spreken over God ook gemeenschappelijke overtuigingen bestaan met de joden en de moslims. Samen geloven we in de ene God. Wat we gemeenschappelijk hebben kan bijdragen tot de vrede in de wereld. Het allerbelangrijkste is dat wij allen eerbied gebben voor de waarde van elke mens. Elke mens is door God geliefd. De paus zei op een bijeenkomst met moslimleiders: “We kunnen onze Schepper niet eren zonder de heiligheid van elke persoon en van elk menselijk leven te koesteren. Elk mens is even waardevol in Gods ogen.”

Geen enkele religie zou mogen aanvaarden dat er geweld gebruikt wordt in de naam van God. De geschiedenis toont dat dit niet altijd zo was. In februari 2019 was paus Franciscus in de Verenigde Arabische Emiraten, waar hij vooraanstaande vertegenwoordigers uit de moslimwereld heeft ontmoet, zoals Ahmed el-Tayeb, imam van de Al-Azhar moskee, de belangrijkste soennitische instelling in het Midden-Oosten, en voortrekker van de Raad van Islamitische Wijzen die voor een gematigde en traditionele islam staat Ze ondertekenden er een gemeenschappelijke verklaring, waarin ze elk geweld en zeker geweld in naam van de religie veroordelen.

Het geloof in God, in God die Vader, Zoon en Geest is, tekent het leven van een christen en zet hem aan om zowel diepgang in zijn leven te brengen als tekenen van verbondenheid te stellen naar anderen. Daarover publiceerde Tertio in de reeks Zomerse tweespraken een getuigenis van Marcel Storme (1930-2018), die in zijn familie een katholiek Albanees gezin met vier kinderen had opgevangen.

Op de vraag aan zijn kleindochter Emma: “ Gelooft u in God?” was het antwoord: “Dat vind ik een moeilijke vraag. Voor mij is dat geen persoon, wel een aanwezigheid, een kracht waartoe je je kunt richten. Het is niet gemakkelijk onder woorden te brengen hoe ik dat zie.” Prof. Storme zelf gaf dit antwoord: “Die inzet maakt deel uit van mijn geloof. Net zoals de Drie-eenheid er en belangrijk element van is. In mijn bureau hangt een kopie van de icoon van de Drievuldigheid, in de vijftiende eeuw geschilderd door de Rus Andrej Roebljov.

Voor mij zijn dat de Vader als almachtige God; de Zoon, die al goed doende rondging, en de Heilige Geest, die inspireert en wijsheid geeft, niet te vatten is en iets magisch heeft; Wanneer mijn kleinkinderen examens hebben, bid ik voor de heilige Geest; Pinksteren is voor mij de belangrijkste zondag van het kerkelijke jaar: belangrijker dan Kerstmis en zelfs dan Pasen” (Tertio 25 augustus 2016, Zomerse tweespraken Marcel Storme en kleindochter Eva).

“We hoeven over de Drie-eenheid niet zwaar filosofisch te doen”, stelt Almatine Leene, predikant en academisch theoloog. “Ten diepste betekent dit concept: God kent relaties. Vader, Zoon en Geest vormen dankzij hun gezamenlijke wezen een volmaakte eenheid. Niets doen ze zonder elkaar. Sterker nog, de drie goddelijke personen zijn op elkaar gericht, bewegen harmonieus samen, zoals bij een rondedans. Een metafoor waaruit zowel vreugdevol dynamisme als fundamentele gelijkheid spreekt. De levende God bestaat uit drie even belangrijke entiteiten. De implicatie voor zijn menselijke beelddragers is evident Indien we mogen lijken op de Drie-ene God, maken we beter geen onderscheid in de mate van gezag of inzake ons werkterrein.” Ze schreef het boek Samen dansen in de kerk (Dansen met God is zowel volgen als leiden, Tertio 943, 7 maart 1918).

 

Elke dag mogen we leven onder de zegen van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.

God als Vader boven mij en boven ons.

God als Zoon, naast mij en naast ons.

God als Geest, binnen in mij en binnen in ons.”