Feest van de Drie-Eenheid (2007)

We vieren vandaag zondag Trinitatis , het feest van het mysterie van Gods Drie-eenheid. Als ik het zo zeg, het mysterie van Gods Drie-eenheid , klinkt dat nog niet meteen als reden voor een feest, maar eerder als een verschrikkelijk moeilijk raadsel. Zoals ik iemand ooit hoorde verzuchten: De drie-eenheid gaat over hoe ingewikkeld God in elkaar zit. Maar als we in de kerk zeggen dat Gods drie-eenheid een mysterie is, dan bedoelen we niet iets dat je kunt oplossen, als je er maar lang genoeg over nadenkt. De drie-eenheid zelf is niet te begrijpen, maar een mens kan er in alle eenvoud in wonen, net als in de liefde: Ook die begrijp je nooit helemaal, maar je kunt erin leven. Als we een kind dopen, dopen we het in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en als iemand aan het eind van haar leven het sacrament van de zieken ontvangt, klinkt het weer: "Vader, Zoon, Geest." Begin en eind van ons leven zijn er mee getekend, en de dagen ertussen ook. Telkens als we een kruisteken maken, klinken de namen van Vader, Zoon en heilige Geest, en telkens als we de geloofsbelijdenis bidden, spreken we ons geloof uit in Vader, Zoon en Geest. Zo draagt dit mysterie ons leven van begin tot eind.
Wanneer godsdienstwetenschappers verschillende godsdiensten met elkaar vergelijken, delen ze het christendom altijd in bij de monotheïstische godsdiensten, de godsdiensten waarvan de gelovigen zeggen dat ze maar in één God geloven. Dat is terecht: Wij zijn als christenen niet minder monotheïstisch dan joden of moslims: Ook wij geloven in één God. Maar we hebben een bijzonder, misschien zelfs wel wat excentriek beeld van die eenheid van God: Die eenheid is een drie-eenheid.
Dat betekent dat we niet meegaan met ideeën over eenheid die je ook in onze samenleving van vandaag veel tegenkomt. Laat ik twee van die ideeën noemen, waarvan je als christen moet zeggen: Dat soort eenheid is valse eenheid. Er bestaat een idee van eenheid waarin een groep verlangt naar volstrekte uniformiteit: Hetzelfde eruitzien, hetzelfde praten, hetzelfde vinden, hetzelfde doen. Dat lijkt één, en het is ook heel rustig. Het mooiste voorbeeld van die eenheid is het kerkhof: Allemaal één in de dood, en heel rustig. Maar slechte eenheid: We hopen uit die eenheid verlost te worden bij de verrijzenis uit de doden.
Valse eenheid is het ook als iedereen iedereen zijn gang laat gaan, maar niemand zich met de ander bemoeit, zich van de ander iets aantrekt. Ook dan is er een soort eenheid, maar het is de eenheid waarin iedereen op zichzelf teruggeworpen is, de eenheid van een hoop zandkorrels. Dat is een eenheid die ook slachtoffers maakt: Er gaat iemand dood, en je hoort in het nieuws dat de dode pas na weken gevonden wordt: O ja.
We kunnen als christenen niet met deze soorten van eenheid meegaan, omdat ze ingaan tegen de eenheid die God zelf is. Onze God is niet op die manier één: De eenheid van de Drie-ene God is niet een eenheid waarin er geen onderscheid is: Vader, Zoon en heilige Geest zijn niet dezelfden. En toch zijn ze ook niet los van elkaar, maar samen één God die wij aanbidden.
We hebben in ons geloof God niet vanaf het begin af aan zo verstaan als God de Drie-Ene. Kardinaal John Henry Newman, een groot denker uit het Engeland van de negentiende eeuw, heeft eens gezegd: " Great acts take time ", grootse dingen hebben tijd nodig.
Zo hebben we de geschiedenis door tijd nodig gehad om God steeds een beetje beter te leren kennen. Je ziet dat prachtig als je de grote lijn van de bijbel volgt. In het Oude Testament is er nog geen sprake van een drie-eenheid: Allicht niet, voor dat mensen in aanraking kwamen met Jezus was dat onvoorstelbaar. Maar je ziet al wel dat er onderscheid gemaakt wordt in God, dat God niet één monoliet is, een brok gesteente. Het eerste scheppingsverhaal vertelt al hoe Gods Geest zweeft over de wateren, bij voorbeeld, en als je later de boeken wijsheid en spreuken leest, zie je daar dat Gods wijsheid wordt voorgesteld als een eigen persoon in God.
De grootste verandering is gekomen met de ervaring die de leerlingen met Jezus hebben gehad. In Hem hebben zij een mens ervaren die zo helemaal vol was van de liefde van God, dat ze na zijn verrijzenis langzaam tot het geloof gekomen zijn dat ze in deze mens God zelf hadden ontmoet, dat hij zo dicht bij God stond, dat hij hem zijn Vader noemde. Natuurlijk, die eerste leerlingen zijn niet vergeten dat Jezus ook mens was net als wij: Er wordt in de evangelies verteld over hoe hij ook boos kon zijn en verdrietig, net als wij. Maar toch: Als je ergens je een beeld wil vormen van "God op zijn menselijks", kun je het zien aan die mens: Een beter beeld is er niet (Kol 1,15).
Dat beeld is nog een keer over de kop gegaan met Pinksteren, toen de leerlingen ontdekten dat God niet een een-tweetje was tussen Vader en Zoon, maar dat de Geest van God in henzelf aanwezig was, dat die eenheid die God is, een eenheid is die openstaat voor ons, die ons uitnodigt, verleidt om zo goed als God te zijn: Die uitnodiging van God aan ons, dat is de heilige Geest.
Als in de jaren daarna de boeken van het Nieuwe Testament geschreven worden, zie je hoe langzaamaan het besef van Gods bijzondere eenheid in Vader, Zoon en Geest door begint te sijpelen. Je ziet dat in de lezingen van vandaag: Daarom aal de kerk ze ook wel voor vandaag hebben uitgekozen. In de eerste lezing van vandaag hoorden we Paulus aan het woord die schrijft hoe door Jezus ons opnieuw de toegang tot de Vader is geopend, en hoe Gods liefde in ons werd uitgestort door de gave van de heilige Geest. En nog weer vijftig jaar later, we zitten dan rond het jaar 100 van onze jaartelling, schrijft Johannes zijn evangelie en we hoorden in de lezing van vandaag Jezus zeggen hoe hij alles wat hij heeft en is, van de Vader heeft ontvangen, en hoe Gods Geest het aan ons zal doorgeven. En het duurt dan nog een paar honderd jaar voordat mensen dit geloof kunnen uitdrukken in de geloofsbelijdenis die we straks zullen bidden.
Alle plaatjes voor die Drie-Ene God schieten te kort, en beelden zijn altijd gevaarlijk. Maar als ik het met een beeld zou moeten proberen, zou ik zeggen: God de Vader is God boven ons, de God die ons geschapen heeft en die niets liever wil dan dat we steeds meer zijn kinderen worden. God de Zoon is God naast ons, God die voor ons tastbaar en dichtbij gekomen is in Jezus, een mens zoals wij, iemand van wie je zegt: Dat is de mens op zijn allermooist, zo zijn we door God bedoeld. En God de heilige Geest is God in ons, de God die ons aanspoort steeds meer op Jezus Christus te gaan lijken, God die werkt in u en in mij, God die werkt in de kerk en ook buiten de kerk.
Die drie, God boven ons, God naast ons, en God in ons, zijn God de Drie-Ene. Die Drie-ene God trekt met ons mee door ons leven, en die Drie-ene vieren we als we hier samen komen. Dat is ons geloof in een notedop: Iedere zondag, ja eigenlijk iedere dag van ons leven zondag Trinitatis vieren.