H. Drievuldigheidszondag

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 459 niet laden

Het overkomt ons allen weleens. Mensen die we goed kennen verrassen ons in positieve of negatieve zin. Ze blijken toch anders te zijn dan we dachten. Zelfs van mensen waarmee we nauw verbonden zijn, echtgenoot, ouder of kind, een vriend weten we niet altijd wat er in hen omgaat, wat ze echt denken of voelen. Mensen blijven voor elkaar altijd een beetje mysterie. De diepste grond van de ander is voor ons onbereikbaar.

Als mensen al voor elkaar een mysterie zijn hoeveel te meer dan God, die we nooit gezien hebben. Zouden we dan niet beter over God zwijgen? Zoals sommige beweren. Ik denk het niet.

Het is niet omdat we God niet kunnen doorgronden dat we over Hem niets zinnigs kunnen zeggen.

De vraag is echter: Hoe komen we God op het spoor? "God, waar zijt Gij te vinden" zingen we in een kerklied.

 

Ik heb de grootvader van mijn vrouw nooit in levende lijve gezien. Maar door de verhalen die zij over hem verteld heeft, is hij voor mij een man geworden van vlees en bloed.

Zo gaat het ook met onze kennis van God. Langs de verhalen van mensen leren wij God kennen. Mensen die God hebben meegemaakt, die God in hun leven hebben ervaren.

 

De bijbel is zo een groot verhalenboek. Een boek dat eeuwen omspant. Het eerste deel bevat de verhalen van het volk van Israël en van zijn grote religieuze figuren. In heel verschillende omstandigheden hebben ze God ervaren, in perioden van welvaart en vrede; in tijden van vernedering en ellende; wanneer ze grootse dingen hadden gerealiseerd, maar ook wanneer ze gemeen en ondermaats waren geweest.

Doorheen al deze verhalen, hoe primitief ze soms ook zijn , loopt als een rode draad deze ervaring: God is Jahwe, wat betekent: "Ik ben er voor u, ik zal er voor u zijn. Op Mij kunt ge rekenen. Ik laat u nooit in de steek".

We hebben het nog gehoord in de eerste lezing vandaag: "De Heer is een barmhartige en medelevende, medelijdende God, groot in liefde en trouw" die zijn volk als zijn bezit, als zijn eigen familie beschouwt.

Zo is geleidelijk het beeld gegroeid van God, die als een goede Vader is. De almachtige Vader. Jezus zelf gebruikt ook bij voorkeur het woord Abba, lieve Vader als Hij over God spreekt.

Maar ze hadden ook het beeld van Moeder kunnen nemen als uitdrukking van de levenwekkende en onbegrensde liefde van God. Sommigen spreken daarom van God als Vader en Moeder tegelijk.

 

Het tweede deel van de bijbel, het nieuwe testament, bevat een verzameling van verhalen over Jezus, de man van Nazaret. Zijn vrienden hebben Hem leren kennen als een mens die heel zijn leven had afgestemd op God, die Hij zijn Vader noemde. Door zijn grenzeloze zorg, liefde en barmhartigheid jegens de mensen is Hij de weerspiegeling van God. In deze mens, als in geen ander, is God ons zichtbaar en tastbaar nabij. Johannes noemt Hem in zijn evangelie dan ook de eniggeboren Zoon, die God gezonden heeft opdat de wereld door hem zou worden gered.

Maar de bijbel eindigt niet bij de dood van Jezus. Er staan verhalen in van Jezus volgelingen die in zijn voetsporen stappen. Zij spreken en handelen vanuit de inspiratie, de gedrevenheid, de Geest die Jezus bezielde. De Geest van God. Jezus had trouwens zijn leerlingen deze Geest beloofd. Die Geest is voelbaar en tastbaar in hun woorden en daden aanwezig. Die Geest is ook nu nog in onze wereld werkzaam. In mensen die vrede stichten en verzoening brengen, die zich in liefde toewijden aan hun medemens.

Vanuit de bijbel wordt ons een rijke schat aan Godservaringen meegegeven die door de kerk aan elke nieuwe generatie wordt doorgegeven.

God komt hier ter sprake als:

Als de hemelse Vader,

Als Jezus, de Christus, de Zoon van God en als H. Geest

Tekens weer wordt die God ervaren als een menslievende en barmhartige God

Johannes vat dit mysterie in één zin samen: God is liefde.