Zes kruiken met wijn van vreugde (2010)

 De tweede zondag van elk leesjaar is Johannes er.  Op deze van het leesjaar C brengt hij ons in Kana dicht bij het grote Uur van Jezus.  De liturgie legt een band tussen het bezoek van de Magiërs in Betlehem, het doopsel in de Jordaan en het wijnwonder te Kana.  Alle drie stralen zij het mysterie uit van Christus, en van zijn band met zijn kerk.  

De liturgie zingt op het feest van Openbaring:

"Door drie wonderen gesierd is de heilige dag die wij vieren:

Heden heeft de ster de wijzen tot de kribbe geleid;

Heden is op de bruiloft het water in wijn veranderd;
Heden is Christus door Johannes gedoopt willen worden om ons te verlossen."
 

In Alexandrië vierden de heidenen in de nacht van 5 op 6 januari het geboortefeest van Aön, de Godheid van tijd en eeuwigheid.  Dit ging gepaard met een feestelijk ceremonieel waarbij water uit de Nijl werd geschept om te bewaren.  Zoals Kerstmis op 25 december in de plaats kwam van een heidens feest, zo vervingen in het Oosten het feest van de Openbaring en dit van het Doopsel een ander heidens feest.  Op bepaalde plaatsen zou in de nacht van 5 op 6 jan. uit meerdere fonteinen wijn hebben gevloeid in plaats van water.  Christenen konden hierop antwoorden dat Jezus water in wijn had veranderd.  Zo werd ook het wonder van Kana herdacht en in nauw verband gebracht met epifanie en het doopsel (Adolf Adam, Das Kirchenjahr mitfeiern). 

"Wijn verheugt het hart van de mens" (Ps 104).  Jezus kende dit psalmvers en dacht er wellicht aan tijdens het bruiloftsfeest.  Hij sprak over oude en jonge wijn en het belang van aangepaste wijnzakken (Lc. 5,38).  Zijn tegenstanders noemen hem een wijndrinker, vriend van tollenaars en zondaars (Lc. 7,33-34).  Jezus hield van het beeld van de wijnstok (Joh. 15,1).  Hij zei bij de zegening van de beker tijdens zijn laatste Avondmaal dat hij niet meer zou drinken van wat de wijnstok voortbrengt, totdat het Rijk Gods is gekomen (Lc. 22,18). 

"Wijn staat voor feestelijkheid.  Mensen proeven er de luister van de schepping in.  Wijn hoort bij de rituelen van de sabbat, het Paasfeest, het huwelijk.  Wijn geeft ons een voorproefje van het eeuwige feest van God met mensen, waarop Israël hoopt" (J. Ratzinger, Jezusboek, p. 236).  Opgetogen over een uitstekend glas wijn, zei een pastoor: "ja, ik geloof het: God bestaat."  De goede dingen van de schepping overtuigen van Gods bestaan.  Alhoewel, wie er teveel van drinkt...  

Bij de offerande danken wij de Heer "voor de vrucht van de wijngaard, het werk van onze handen."  De priester of de diaken voegt er een weinig water aan toe, opdat de Heer, die ons mens-zijn deelt, ons opneemt in zijn goddelijk leven.  

De bruiloft in Kana staat bij de aanvang van het vierde evangelie.  De aanwezigheid van Jezus op het feest zegt minstens dat hij de vreugde van mensen deelt en van feesten houdt.  Wij mogen hem onze materiële zorgen toevertrouwen.  Al geeft Jezus niet altijd een oplossing, zoals deze in Kana, toch kan hij steeds het mirakel van de verandering laten gebeuren.  Door het geloof verandert Jezus het water van ons dagelijks leven in de wijn van hoop en vreugde (Christoph Schönborn, Pensées sur l'évangile de Luc).  

Het verhaal van Kana is vatbaar voor meerdere interpretaties (Isabelle Moulin, Cana, signe d'amour et d'alliance, Communio 2009, n° 1).  Het toont o.a. een mogelijke spanning tussen Jezus en zijn familie.  Aanvankelijk reageerde hij koel en terughoudend op de vraag van zijn moeder.  Toch nemen we uit dit verhaal het vertrouwen van Maria mee: "Doe wat hij je zeggen zal" (ZJ. 747).

 Het verhaal van Kana kan worden gelezen als een sacramentele tekst, die zoals het verhaal van de broodvermenigvuldiging verwijst naar de eucharistie.  Het is verder een tekst met een grote kerkelijke betekenis.  Hij duidt op het huwelijk van Jezus met de kerk, zijn bruid (Ef. 5,27).  De derde dag, waarop Jezus naar de bruiloft in Kana gaat, "wijst vooruit naar de definitieve en beslissende Godverschijning in de geschiedenis, nl. naar de verrijzenis van Christus op de derde dag" (J. Ratzinger, ibid., p. 237). 

Kana treft door zijn overvloed (ZJ 662).  Een overmaat aan goede wijn, ongeveer 520 liter.  "Waar God is, is overvloed."  De overvloedige wijn in Kana is een teken van Gods bruiloftsfeest.  Gods huwelijk met de mensen is begonnen.  "Wat beloofd is voor de eindtijd, doet zich in het hier en na al voor" (Ibid., p. 238).  Kana is een echo op het visioen van Jesaja over het feestmaal met belegen wijnen (Jes. 25,6).  Vanuit zulk perspectief bidden wij in het breviergebed: "Heden is de Kerk met haar hemelse Bruidegom verbonden, want in de Jordaan heeft Christus haar van zondesmet gereinigd; de Wijzen komen met geschenken naar de koninklijke bruiloft en de gasten verheugen zich over het wonder van het water dat in wijn is veranderd." 

Zes kruiken, ze vragen om gevuld te worden.  Ze dienen vaak als visualisering bij start- en dankvieringen.  Ze drukken uit wat wij allemaal aanbrengen.  Ze wijzen vooral op ons verlangen, onze noden en tekorten en op het vaste geloof dat God ons verlangen vervult op zijn wijze.