Wie het evangelie leest, moet af en toe zijn welwillende gevoelens resoluut opzijzetten. Voor sommige vrome zielen kan Jezus nooit een woord verkeerd zeggen. Maar dat wil Hij juist wel. Als Hij van meet af aan op weerstand stuitte, dan lag dat niet louter aan de kwaadwilligheid van zijn tegenstanders. Hij lokte het zelf uit door dingen te zeggen en te doen die ook vrome mensen voor her hoofd stootten.
De zaligsprekingen zijn snedige aforismen die niemand onberoerd laten. Het valt aan te nemen dat rijke, welgestelde, vrolijke en gerespecteerde mensen Hem niet graag ‘Wee u...' hoorden zeggen. Maar zullen de arme, hongerige, treurende en uitgestoten mensen het dan wel prettig gevonden hebben dat Hij hen ‘gelukkig' prees? Niemand kan toch ooit gelukkig zijn met armoede, honger, verdriet en miskenning. Mensen in zulke situaties gelukkig prijzen, klinkt veeleer cynisch. Of er moeten verholen bijbedoelingen in het spel zijn: het kan sommigen goed uitkomen dat de armen toch maar tevreden blijven met hun lot. Het kan zelfs ons goed uitkomen! Als wij onze economische welvaart willen behouden, is het misschien het best dat de landen uit de derde wereld... Cynisch, dus.
Wil Jezus dan dat mensen arm blijven, hongerig, treurig en miskend? Neen, dat kan zijn bedoeling niet zijn, redeneren we spontaan. Jezus roept ons op om daar iets aan te doen: armen moeten geholpen worden, hongerigen moeten te eten krijgen, treurenden moeten getroost en elke mens moet in zijn waardigheid erkend worden. Dat ligt in de lijn van Jezus' zorg voor mensen. Maar het volstaat niet om in het reine te komen met de zaligsprekingen. Jezus komt niet zomaar de welvaartsstaat promoten. Hij heeft het over het Rijk Gods. Is dat dan soms geen rijk waar mensen het goed zullen hebben? Allicht wel. Het vervelende is echter dat Jezus dit Rijk, althans in die aforismen, niet nader omschrijft. Hij snijdt zelfs een bepaalde, nogal voor de hand liggende invulling meteen de pas af. Pas bijvoorbeeld op dat je niet rijk wordt, want dan ben je te beklagen!
Iedereen verlangt naar welstand, een prettig leven en maatschappelijk aanzien. Daar plaatst Jezus grote vraagtekens bij. Iedereen wordt in de zaligsprekingen te kijk gezet, zelfs zij die zich met de beste bedoelingen inzetten om het lot van hun medemensen te verbeteren. Het Rijk dat Hij brengt, doorbreekt onze normen van welzijn en geluk. Het ligt zelfs niet in het verlengde van onze mooiste idealen. De zaligsprekingen vatten het hele evangelie samen en laten daarbij goed voelen dat het Rijk Gods zich niet laat snijden naar de maat van onze spontane verlangens. Het laat zich zelfs in onze vroomste gevoelens niet inkapselen. Daarom moeten we die af en toe opzijzetten. De zaligsprekingen hebben hun doel al gedeeltelijk bereikt als wij ons afvragen: ‘Wat wil Jij nu eigenlijk?'