17e zondag door het jaar C (2013)

Ik ken iemand, die, als ik iets kwijt ben, antwoordt met: ‘Lucas, 11 vers 9’. De eerste keer, kijk je hem enigszins vragend aan, als je niet weet dat daar staat: ‘Zoekt en gij zult vinden’. Vandaag de lezing waarin we dit woord van Jezus tegenkomen. Zou het werken, zou het echt altijd werken? ‘Zoekt, en gij zult vinden’? Ik ken ook iemand die, als ik iets kwijt ben, zegt: ’Ik steek wel een kaarsje bij Antonius aan’. En als ik haar vraag of dat helpt, zegt ze: ‘Hij heeft me nog nooit teleurgesteld’.

Werkt het bij u? ‘Zoekt en gij zult vinden’? Bij mij niet. Soms zoek ik iets en hoe langer en stugger ik zoek, des te minder ik vind. Alsof mijn oog verhinderd wordt om het te vinden. Maar soms is het ook gewoon weg. Mensen zeggen wel eens: ‘wat het huis zoek maakt, brengt het huis terug’. Maar dat gebeurt soms pas bij een verhuizing. Een kast wordt weggehaald en achter een poot ligt een broche die je al tien jaar mist. ‘Zoek en gij zult vinden’, nou mooi niet. En hoeveel vrijgezellen hebben het zoeken opgegeven, de juiste partner lijkt niet te bestaan. Ondanks het succes van d-date.nl op internet.

Zou Jezus dat nu als een altijd geldende waarheid hebben bedoeld? Ik denk het niet, het is meer een gewone levenservaring. Wie een beetje ordelijk werkt, die kan even moeten zoeken, maar na een poosje heb je het wel gevonden. Jezus had ook kunnen zeggen: ‘Eet en je zult verzadigd worden, drink en je dorst wordt gelest; want ieder die eet, raakt verzadigd en ieder die drinkt, lest zijn dorst’. De woorden van het Evangelie worden soms op een verkeerde manier als absoluut gezien. Soms worden ze ook al te sterk gerelativeerd, maar soms ook te zeer verabsoluteerd.

‘Vraagt en u zal gegeven worden’. Ik weet bijna zeker dat er onder u zijn die als vader en moeder wel eens iets geweigerd hebben aan hun kinderen. Kinderen kunnen van alles vragen. Het kan ook buiten alle verhoudingen zijn. Een half jaar geleden een nieuwe fiets gekregen, maar alle vriendjes hebben een ACID-bike. Hij zal het toch met die ‘oude’ fiets moeten doen. Nee, het is echt niet zo dat je alles krijgt wat je vraagt. In onze tijd is het maar goed ook dat kinderen ontdekken dat ouders ook ‘nee’ kunnen zeggen. Dan kunnen de kinderen het later misschien ook. Zou het dan bij God anders zijn? Zou God geen ‘nee’ kunnen zeggen. Kunnen wij met al onze vragen naar God toe en krijgen we verhoring?

God, ik wil een nieuwe baan, waarbij ik minder hoef te werken, meer verdien, dichterbij woon, nooit in de file sta, met goede carrière mogelijkheden, fijne collega’s en natuurlijk heel leuk werk. --- God ik wil een lieve man, die altijd voor me klaar staat, die mij accepteert zoals ik ben, die hartelijk en lief is, maar ook flink en sterk, die intelligent is en wijs, trouw en eerlijk, die een goede vader is voor de kinderen, die tijd voor me maakt en naar me luistert, die me liefheeft en die ook een goede boterham verdient, zodat we geen geldzorgen hebben. --- God ik wil graag altijd gezond blijven, zodat ik oud word en van het leven kan genieten, maar het liefst ook geen lang ziekbed, en dat ik helder van verstand blijf, dus geen Alzheimer, ook wil ik graag met mijn vrouw tot op hoge leeftijd samen zijn en ook dat het goed gaat met de kinderen.

Het klinkt misschien overdreven, maar gaan de meeste van onze gebeden toch niet die kant op? --- God ik bid om vrede, wereldwijd, dat muren worden afgebroken, dat terreur verdwijnt. --- God, ik bid om liefde in de harten, dat niemand een ander meer naar het leven staat. --- We zijn zo gewend aan dit soort gebeden. Het lijkt te passen in wat Jezus Zelf zegt: ‘Vraagt en gij zult verkrijgen’. Maar dan vergeten we het eerste deel van dit Evangelie. ‘Wanneer gij bidt, zegt dan: Vader, uw Naam worde geheiligd, uw Rijk kome’. Valt het u op!? Jezus vraagt niet iets voor zichzelf. Als Hij ons leert bidden, leert Hij ons te beginnen bij God de Vader.

Straks bidden we de voorbeden, dat is uw gebed, het gebed van Gods Volk, waarbij de lector of de lectrice alle kerkgangers vertegenwoordigt. Ik bid straks het Eucharistisch gebed, dat het grote hogepriesterlijk gebed is, waarbij ik als priester Christus vertegenwoordig. En daarna bidden we samen het ‘Onze Vader’.

Hoe vaak bidt u dat door de week? Dagelijks een paar keer, rond de maaltijd ..., bij het avondgebed of morgengebed ..., of hier in de kerk. We bidden het soms zo vaak dat velen er niet meer bij stilstaan. Dit gebed dat Jezus ons heeft geleerd is een voorbeeld en heeft daarom twee kanten. Het is een voorbeeld om na te volgen; we bidden het zoals Jezus het ons heeft geleerd - en het is een voorbeeld, zodat we zelf gebeden kunnen maken die dezelfde opbouw hebben en dezelfde Geest ademen.

Misschien viel het u op dat er een paar regels ontbreken in het Onze Vader in deze lezing, regels die we gebruikelijk wel bidden. Dat komt omdat Matteüs een langere versie heeft doorgegeven en we vandaag uit Lucas lezen, die een kortere versie kende. Maar de opbouw is hetzelfde. Jezus begint niet bij zichzelf, ook niet bij de nood en de zorgen van de mensen. Jezus begint bij de nood en de zorgen van God. Heeft God dan nood? Heeft God wensen? Die kan Hij toch met een knip van zijn vingers vervullen? Heeft God verlangens? Is dat niet vreemd?

Jezus begint: ‘Uw Naam worde geheiligd ...’ Dat is een wens. Hij zegt niet: ‘Uw Naam wordt geheiligd’, maar ‘Uw Naam worde geheiligd’. Je hoeft maar op straat te luisteren, op radio en TV en je hoort dat Gods Naam niet geheiligd wordt. Velen, ook gerenommeerde gelovigen gebruiken Gods Naam met weinig eerbied. Jezus bidt en wenst zijn Vader toe dat zijn Naam geheiligd wordt, heilig wordt gebruikt, met eerbied en vooral met liefde. ‘Uw Rijk kome’. Ook dat is een wensvorm. Is Gods Rijk dan nog niet gekomen? Waar blijft het dan? Waarom zorgt God daar dan niet voor? “Uw Rijk kome’. Zo leert Jezus ons bidden, want inderdaad, het Rijk God is wel nabij, maar ... (daar zien we ook een geheim), het is dichtbij, God reikt het ons aan, het is binnen handbereik, het ligt als het ware op je tong, het komt terug in je geheugen, hoe heet Hij ook alweer? Je staat op de drempel, maar je bent er nog niet. ‘Uw Rijk kome’. Jezus bidt het zijn Vader toe, wenst het zijn Vader, dat Gods hartenwens in vervulling gaat, dat Gods Rijk kome.

Eerst Gods wensen en dan onze wensen: ‘geef ons dagelijks brood, en vergeef ons, en beproef ons niet, maar verlos ons’. Jezus leert ons eerst bidden. Daarna kun je pas verstaan wat Hij bedoelt als Hij zegt: ‘Vraagt en gij zult verkrijgen’. De clou zit in de laatste regel. ‘Als jullie aan je kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen’. Je mag alles vragen, want alles ..., dat is God Zelf ..., dat is de heilige Geest. Als je de heilige Geest ontvangt, kun je echt bidden, weet je wat God wil, weet je wat echt nodig is en weet je ook wat God je het liefst zal geven. Laten we daarom dikwijls vragen - om de heilige Geest - want, dit mag ik verklappen: God kan geen ‘nee’ zeggen, als we vragen om de heilige Geest. Amen.