Als gij bidt, zeg dan 'Vader'

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

"Eens was Jezus ergens aan het bidden." Het is goed dat wij vandaag eens even blijven stilstaan bij die biddende Jezus. Er wordt zoveel over Jezus gesproken, over zijn woorden en daden, maar over het bidden van Jezus horen wij maar betrekkelijk weinig. Toch heeft Jezus zijn liefde tot God en zijn zorg voor de mensen nergens dieper beleefd dan in het gebed. Jezus is de grootste bidder geweest van alle tijden.

Het gebed van Jezus moet de apostelen zeer diep getroffen hebben. Er staat in het evangelie dat Jezus het zo druk had, dat Hij zelfs geen tijd had om te eten, maar voor het gebed heeft Hij altijd weer tijd vrij gemaakt. Hij trok zich telkens weer terug in de een-zaamheid om te bidden. Die eenzaamheid zocht Hij soms in het gebergte, soms op een hoge berg, soms in de nacht en zelfs een keer voor lange tijd in de woestijn.

Ook de manier waarop Jezus bad, is de apostelen altijd bij gebleven. "Terwijl Hij in het gebed was, veranderde zijn gelaat van aanblik," zegt Lucas. Vanuit zijn vertrouwelijke, kinderlijke verhouding met zijn Vader werd zijn lichaam van binnenuit verlicht. De vrede, de rust, de vreugde moet wel ergens zichtbaar geworden zijn. Daarom vroegen de leerlingen: "Heer, leer ons bidden". Zij moeten wel ervaren hebben dat zo'n gebed een kracht betekent om goed te kunnen leven. Zij vroegen Jezus niet naar gebedsformules, maar naar de ervaring van wat zij Hem zagen beleven wanneer Hij in gebed was. Zij verlangden zijn bestaanservaring als biddende man te mogen delen. Als leerlingen wilden zij hun Meester volgen, ook in het contact met de bron waaruit Jezus zijn levensgeluk scheen te putten.

Dan geeft Jezus aan zijn leerlingen het gebed, dat wij vol eerbied ‘het gebed des Heren' noemen. Het is het gebed van Jezus, zijn gebed, want daarin heeft Hij alles uitgesproken wat in zijn hart leefde, het is zijn cardiogram. Daarom konden de eerste leerlingen het alleen met huiver en eerbied bidden, zij zouden nooit gedurfd hebben zo te bidden. Het klinkt als een verontschuldiging voor hun durf als zij deze woorden aan het gebed lieten voorafgaan: "aangespoord door een gebod van de Heer en door zijn goddelijk woord onderricht wagen wij te bidden: Onze Vader....". Zeker is het ongehoord dat wij de almachtige, verheven Heer, de Schepper van hemel en aarde, onze Vader mogen noemen. En als wij zo vervuld zijn door de liefde tot God, dan is het ook heel gewoon dat onze gedachten ook eerst tot Hem opstijgen. Dat wij eerst vragen dat zijn naam wordt geheiligd, dat zijn rijk moge komen, dat zijn wil zal geschieden. Uiterst sober zijn deze beden, zoals de taal van de liefde altijd sober is. Het gebed van de Heer is een wereldwijd gebed. Als wij zeggen: ‘Onze Vader', dan bekennen wij tegelijk dat wij allemaal zonen en dochters zijn van dezelfde Vader. Ook als wij het gebed alleen uitspreken, als wij dat om zo te zeggen ‘privaat' uitspreken, dan doen wij dat toch altijd in de grote gemeenschap van mensen die God als hun Vader erkennen en plaatsvervangend voor alle mensen die dat niet willen, of nog niet kunnen doen.

Als wij God verheerlijkt hebben, dan mogen wij ook denken aan de nood in deze wereld, aan onze noden. Dan vragen wij om het brood van elke dag, om vergeving van zoveel schuld, om bescherming tegen alle bekoring en om verlossing van alle kwaad. Wij nemen als het ware heel die wereld in handen, die verstrengeld is in zonde en verlossing, in bekoring en bevrijding, in honger en nood om ze aan de Vader aan te bieden in naam van heel de Kerk.

Het Onze Vader is een gebed dat in elke situatie gebeden kan worden, zowel bij de wieg als bij het graf, voor de maaltijd of voor het werk, in de morgen en in de avond. Het kan als wierook opstijgen voor het altaar van een majestueuze kathedraal, maar het kan ook wenend gebeden worden in de kamer van een zieke. Luther zegt: «Ik zuig elke dag aan het Onze Vader als een kind, ik drink en eet ervan als een oude man en ik kan niet verzadigd worden». Op het einde van haar leven zei de kleine H. Teresa: "Ik bid alleen nog maar het Onze Vader en ik kan niet meer verder komen dan het eerste woord: Onze Vader". Als wij geen woorden meer kunnen vinden en God schijnbaar ver weg is, welk gebed zouden wij dan beter kunnen bidden dan het Onze Vader?

Wie dit gebed goed bidt, zal ook beginnen met goed te leven. Hij zal God als zijn Vader erkennen en alle mensen als broeders dienen.