Aangespoord door een gebod van de Heer (2007)

 Geen stenograaf was er bij en niemand met een bandopnemer, wanneer Jezus het Onzevader aan zijn leerlingen aanleerde.  Is het daarom dat Nederlanders een andere tekst gebruiken dan Vlamingen en dat de versie van het Onzevader bij Matheus verschilt van deze bij Lucas?  Lucas richt zich tot bekeerde heidenen, voor wie de aanbeveling telt te bidden zonder veel omhaal van woorden.  Zijn versie is korter, maar gaat wezenlijk om het zelfde. 

Als je vormelingen vraagt naar hun lievelingsgebed, is het onzevader er niet vaak bij.  Het onzevader trekt me weg uit de gerichtheid op mezelf.  Scoort het onzevader daarom minder hoog in onze dagen?  I, my and myself!  

Het onzevader komt van een biddend mens.  Lucas vermeldt herhaaldelijk dat Jezus bad.  Hij bidt tot zijn Vader (abba) op een vertrouwelijke wijze.  Hij laat zijn leerlingen delen in deze verhouding.  Jezus doet ons eerst kijken naar God Vader.  Dit doet hij trouwens doorheen gans het evangelie.  Tegelijkertijd richt Hij ons naar de anderen, volledig in de lijn van het hoofdgebod, dat Hij de wetgeleerde heeft voorgehouden. 

God, Vader?  Zelfs de psychoanalyse geraakt in benauwenis, omdat vader wankelt.  Hoe kan je zich afzetten tegen een vader als er geen vader meer is?  God is Vader. Dit wijst alleszins op transcendentie en op het aanvaarden van een oorsprong.  God is bron zowel van vaderschap als van moederschap. 

Jezus wenst dat de leerlingen bidden voor het heiligen van Gods naam.  God de Heilige, daarvan is het eerste verbond doordrongen.  God is aanwezig in en door zijn naam.  Met zijn naam keert Hij zich naar buiten en treedt Hij in communicatie.  Zijn heiligheid staat voorop.  De erkenning van Gods heiligheid komt de mens ten goede.  God erkennen is de mens beschermen en redden.  "Gloria Dei vivens homo, vita autem hominis visio Dei."  De mens als de heerlijkheid van God en de aanschouwing van God als de ultieme vreugde van de mens (S. Ireneus).  

Wij bidden om Gods rijk.  Dit komt door de aanwezigheid van Jezus.  Maar we blijven tussen twee stoelen zitten.  Het rijk Gods is reeds aanwezig en is het toch nog niet ten volle.  Wij mogen danken om wat reeds is en hoopvol uitkijken naar wat nog komen zal.  Wij bidden dat het Rijk zich mag doorzetten.  Het komt vanzelf en toch niet.  Gods Rijk komt in velerlei facetten.  "Uw Koninkrijk komt, vrede en vreugde" (Z.J.) 

Het onzevader stelt God op de eerste plaats.  Wanneer dit gebed Gods naam en rijk verheerlijkt, richt het zich meteen op het welzijn van het volk en van iedereen.  Wanneer het onzevader ons doet bidden om de gave van het brood en het geschenk van de vergeving, is dit omdat Gods eer daarin op het spel staat (F. Bovon). 

Gericht op God, bidden wij voor onze noden, onze zorgen en relaties.  Niet die van mij alleen, maar in verbondenheid met medegelovigen en met alle mensen.  Is er een grotere gemeenschappelijke zorg dan deze om het brood van elke dag?  Eerst leven, dan filosoferen.  Maar waarom heeft de ene zoveel en verkommert de andere?  De bede om het brood kan ook een bede zijn om het eucharistisch brood en om Gods woord.  Mag ik aan de tafel van de Heer komen als de tafel van de arme leeg is? 

Wij bidden in de versie van Lucas om vergeving van zonden.  Alweer tegendraads.  Wie spreekt nog van zonden?  Zonde is er, als we bewust kwaad hebben berokkend.  Dit blijft bij de gewetensvolle mens knagen.  De fijngevoelige denkt zelfs aan de pijn, die hij/zij zonder te willen anderen heeft aangedaan.  Dank dat de Heer het mij wil vergeven. 

Zalig wie vergevingsgezind is en niemand vastspijkert op schuld.  Alweer een thema waar Jezus in zijn parabels veel aandacht voor heeft.  

Komt dan die moeilijke bede over de bekoring.  Moge de Heer ons doorheen bekoringen en beproevingen leiden zoals Hij deed bij Job en bij Jezus (Paus Benedictus, Jezusboek).  Zijn het niet diezelfde bekoringen die ons bedreigen, deze van macht en geldingsdrang?  Onze grootste bekoring is God te willen uitschakelen en van niemand de naaste te willen zijn.   

Jezus brengt ons met deze beden naar de tijd, waarin God dagelijks het manna schonk.  Hij leidt ons naar de woestijn, waar Hij zelf werd bekoord.  Van daaruit  voert Hij ons in het beloofde land, bestraald door Gods Geest.  God schenkt er ons het beste wat Hij schenken kan: zijn heilige Geest.   

Jezus reikt ons sobere woorden aan om er op te knabbelen en ze tot ons te nemen als voedsel zodat wij dat worden waarvoor wij bidden: broers en zussen van elkaar, kinderen van één zelfde Vader, gedreven door zijn heiligheid en biddend om de heiliging van elke mens.   Dat wij biddende mensen worden, begaan met het rijk van de Vader, werkend om het brood van de gerechtigheid, zorgend voor een eerlijke en liefdevolle relatie tot God en mens.  Dat wij met Gods hulp en deze van de medemens mogen standhouden doorheen bekoring en beproeving.