Geest en vuur

Verleden week liepen ze nog lustig zingend te zoeken naar het kindje in de kribbe, de drie koningen. En toen ze het gevonden hadden, ging de hemel voor hen open, de glimlach van dat kindje en van zijn lieve ouders maakte heel hun lange lastige reis goed. Als ze terug naar huis gingen, zullen ze nog harder gezongen hebben.

Maar dan hebben ze de kroon aan de kapstok gehangen, en hun mantels in de kast. Het is maandag geworden, de maandag na de vakantie en na de feestdagen. Zo is voor ieder van ons het leven terug normaal geworden, en hebben we ondervonden dat zo'n maandag in het nieuwe jaar heel goed lijkt op die maandagen in het oude...

In ons kerkelijk jaar gaat dat ook zo: na de feestdagen, komen de "zondagen doorheen het jaar". Vandaag is het de eerste daarvan. En die zal lijken op de tweede, en op de derde. Op deze zondag begint Jezus in ons evangelie aan zijn "openbaar leven", aan zijn taak. En ik stel me voor dat hij er zich goed bewust van was: de taak die hij op zich nam, zou zeker niet elke dag een feest zijn. Vele dagen in Jezus openbaar leven zullen op elkaar geleken hebben, en ook hij zal hebben moeten vechten tegen sleur. De Zoon van God was een échte mens, - een mens om mee te leven, zingen we in het lied - en het leven van elke mens wordt door sleur bedreigd.

De evangelisten - ook Lucas vandaag - vertellen dat hij begon met zich te laten dopen door Johannes. Hij was de enige niet. Je kan zeggen dat die doop een daad van nederigheid was: Jezus schaart zich tussen de gelovige, zoekende mensen die zich willen bekeren, die weten dat ze niet perfect zijn en hun zwakheid aan God willen toevertrouwen. Jezus plaatst zich niet boven de anderen.
Hij wil onopvallend aan zijn taak beginnen.

"Hallo!" hoor ik nu mensen hier in de kerk denken. We hebben daarnet toch in het evangelie gehoord, dat zijn doop helemaal niet onopvallend verlopen is? De hemel die open gaat, een duif boven zijn hoofd, en dan die stem vanuit de hemel: "Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde"...
Ik durf denken dat de mensen toen er niets van gemerkt hebben. Zoals Jezus ook in de rest van zijn leven voor velen niets bijzonders geweest is. Als het echt zo duidelijk zou geweest zijn wat hij betekende, zou het met hem anders afgelopen zijn, denk ik. Hij is Gods Zoon, hij brengt Gods reddende aanwezigheid onder ons: dat is alleen maar zichtbaar voor wie in hem gelooft. Stilletjes aan zijn er mensen bij hem gekomen, die in hem iets meer zagen.
En naarmate die zich voor hem open stelden, werden zij ook gegrepen door de geest die hem bezielde, ging zijn vuur in hen ook branden. Daar is veel tijd voor nodig geweest. Hun geloof is er een met vallen en opstaan geworden. Het werd bedreigd door de sleur van het dagelijks leven, en door de schijnbare nederlaag die Jezus, en zij met hem, geleden heeft.
Maar ze zijn blijven geloven, naar zijn voorbeeld. Hij bleef zijn blijde boodschap uitdragen, elke dag, ook toen alles grijs en mistroostig werd, en ook toen de nacht van het lijden over hem kwam.
In dat geloof zijn zij hem zijn gaan zien zoals hij echt was, en wisten ze: dat is de Zoon van God, de welbeminde. Dat zijn ze gaan inzien als ze konden terugkijken op die tijd dat Jezus bij hen was. Hun geloof heeft die tijd nodig gehad.

Een paar weken geleden was er op TV een film over een schilderij van Johannes Vermeer, "het meisje met de parel".
Misschien kennen jullie het: een mooi meisjesportret, aan haar linkeroor een prachtige parel. Als je vlak bij dat schilderij staat, zie je die echter niet: alleen wat vegen verf. Je ziet de schoonheid pas van op afstand.
Zo lees ik ook dit verhaal over de doop van Jezus. Van dichtbij, op het moment zelf, heeft niemand iets gezien. Maar op afstand, als het geloof de tijd heeft gekregen om te groeien, dan is men gaan zien wie Jezus echt is. En dat geloof heeft men verder verteld, aan de volgende generaties en tenslotte aan ons.

We beginnen onze "zondagen door het jaar", het leven gaat weer zijn gewone gang.
En dikwijls zullen we met onze neus op het schilderij van ons leven zitten, en weinig meer zien dan wat grijzer alledaagsheid.
Dan zou dat overgeleverd geloof in ons moeten kunnen branden. In het licht van dat geloof kunnen we zien dat die schijnbare grijsheid in werkelijkheid een prachtige parel is. Met Jezus zijn wij allemaal geroepen om de welbeminde kinderen te zijn van de Vader.
Zo is de Blijde Boodschap, die Jezus vandaag begonnen is te verkondigen.