JEZUS LEEFT
Heel het Nieuwe of Tweede Testament is er vol van: God heeft Jezus niet in de dood gelaten, maar Hem ten leven gewekt. In alle toonaarden wordt dat ons toegeroepen. Maar, ... ráákt deze verkondiging ons? Het is voor ons een hole frase zolang Jezus niet voor ons persoonlijk tot leven komt.
De boodschap 'Jezus leeft' is voor ons een dode formule als wij haar niet op een of andere manier onderschrijven uit eigen ervaring. Om dit wél te doen gebeuren zijn woorden alleen niet genoeg. Er moet op ons een vonk overspringen, zodat wij er persoonlijk door worden getroffen. In het evangelie dat wij zojuist hoorden (Joh. 20, 1.11b-18) staat Maria Magdalena model voor ons geloven. Aan haar kunnen wij ontdekken hoe onze Heer voor ieder van ons persoon- lijk ten leven komt.
LICHT EN DONKERTE
In heel het evangelie volgens Johannes spelen licht en donkerte een grote rol. Daarom is het zeker geen onbeduidend detail, wanneer wordt gezegd dat het nog donker was toen Maria Magdalena bij het graf kwam. - De blindgeborene wordt pas echt bevrijd van de duisternis, wanneer hij met een persoonlijk 'ik geloof' Jezus erkent als het licht van de wereld. Wanneer Judas de zaal van het avondmaal verlaat en zich van Jezus losmaakt, gaat hij weg in de nacht. 'Als een licht ben Ik in de duisternis gekomen, opdat al wie gelooft niet in duisternis blijft', had Jezus al eerder gezegd. - Dit alles maakt ons duidelijk dat op paasmorgen de duisternis Maria Magdalena's niet-geloven tekent. Het licht van de Heer is voor haar nog niet opgegaan. Zij schreit om een dode. Met haar gaan wij in het donker naar Hem op zoek.Maria ziet volgens het evangelie Jezus zelf, maar zij herkent Hem niet. Zij denkt dat zij de tuinman ziet. Nog steeds tast zij in het duister. Nog steeds is zij schreiend op zoek naar het dode lichaam van Jezus. - Aan ons worden door de evangelisten verhalen verteld waarin zij ons laten zien hoe Jezus na zijn dood in de kring van zijn leerlingen aanwezig is. Wij weten niet goed wat wij ermee aan moeten en wij schuiven ze misschien al gauw opzij. Wij zijn blind als Maria Magdalena. Er daagt nog altijd geen licht..
HERKENNING
Maar... dan is het zover: Jezus, de .goede herder, noemt Maria bij haar naam. Hijzelf doorbreekt haar blindheid en Hijzelf brengt de herkenning tot stand. Daarop keert zij zich om; en zij zegt, zoals vroeger in het Hebreeuws, 'Rabboeni'. Het licht is doorgebroken! Zoekend naar een dode heeft zij nude levende Heer gevonden. Het gebeurt in een flits. Ze mag Hem niet vasthouden. De tastbare aanwezigheid van vroeger keert niet terug. Hij stijgt op naar de Vader; en Hij kan alleen maar ongrijpbaar, in het voorbijgaan, worden herkendDe verhalen die ons over Jezus worden verteld, vooral die welke spelen na zijn dood, laten ons wellicht meestal onberoerd. Soms echter kan het je overkomen, dat de vonk overspringt, dat je door het verhaal heen bij je naam wordt genoemd en dat je beseft: Het is de Heer. Je kunt zoiets niet tegenover anderen bewijzen. Ook voor jezelf is het niet onweerlegbaar. Je kunt zo'n moment wegwuiven. Er staat: 'Maria keerde zich om'. Wij dienen bereid te zijn, ons om te keren en ons te laten aanspreken.Aan het einde van het evangelieverhaal gaat Maria Magdalena naar de leerlingen met de tijding: Ik heb de Heer gezien. In de kring van de gelovigen worden verhalen verteld, oude over ervaringen van vroeger, maar ook nieuwe uit eigen ervaring. Daarin vertellen die gelovigen door hoe de Heer hen heeft aangesproken en daarin bevestigen zij voor elkaar dat Hij leeft.
Wanneer wij naar die verhalen luisteren, kan het ieder van ons opnieuw gebeuren. Jezus, de Messias, spreekt je plotseling aan bij je naam, zodat je ook zelf weer beseft dat Hij leeft en zodat je daarvan kunt getuigen met je eigen levensverhaal. Dan is Pasen een lichtend Pasen! Dat wens ik ons allen en ieder van harte toe.