6e Paaszondag C

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Wat iemand in zijn laatste levensdagen nog heeft gedaan of gezegd, blijft degenen die achterblijven, nog heel lang bij. Vooral Johannes doet uitgebreid verslag van wat Jezus de laatste dagen van zijn leven te midden van zijn vrienden nog heeft gedaan en gezegd.

In het zicht van de dood - Jezus zelf noemt dat een ‘heengaan naar de Vader' - de laatste avond met zijn vrienden samen, laat Hij een veelzeggend gebaar na. Hij breekt het brood en deelt de beker, en geeft als opdracht, als een soort laatste wilsbeschikking door: ‘Blijf dit doen om Mij te gedenken'. Zo - belooft Hij ons - blijf Ik levend in uw midden.

Hij laat ook een gebod na, een nieuw gebod: 'Heb elkaar lief zoals Ik jullie heb voorgedaan'. Een nieuw gebod, omdat zijn liefde zich niet beperkt tot de eigen enge kring, maar over grenzen heen gaat, verder dan eigen soort, eigen volk of ras.

En Hij laat zijn vrede na, een nieuwe vrede. In ieder geval niet de vrede zoals de wereld die geeft.

De wereld kent twee manieren om vrede te krijgen of te be-waren.
De eerste manier is via de macht van de sterkste. Tussen landen en machtsblokken geldt: zorg ervoor dat je de sterkste blijft, zodat de ander bang van je is, en de vrede lijkt geregeld. De zaken zo regelen dat de sterkste aan het langste, en de zwakkeren altijd aan het kortste eind trekken, levert een soort vrede op waarmee de wereld genoegen neemt, maar het is niet de vrede die Jezus beloofde.
De andere manier om vrede te bewaren is de problemen doodzwijgen. Wie ooit preekt, kan erover meepraten. Allerlei zaken waarover kerkmensen van mening verschillen, kunnen op de preekstoel maar beter niet genoemd worden, want de lieve vrede moet bewaard worden. En dat lukt dus als je maar zwijgt over wat ons verdeeld houdt, en als je zelf geen al te duidelijke plaats inneemt. Die vredigheid is, denk ik, ook niet de vrede die Jezus ons naliet.

In de eerste lezing van vandaag horen we dat er in de jonge kerk meer dan eens onenigheid bestond, duidelijk verschil van mening tussen gelovigen, tussen groepen gelovigen. Zo is er ook ruzie over de vraag of Grieken in Antiochië jood moeten worden voordat ze gedoopt kunnen worden. De joden uit Judea zijn daarvóór; anderen, onder wie Paulus en Barnabas, zijn daartegen. Er ontstond een heftige woordenwisseling, onenigheid... weg vrede.

De vrede wordt dan niet hersteld door het recht van de sterkste te laten gelden. Paulus is apostel, en de rest moet zich dus maar naar hem schikken. Maar zo gaat het niet. En ze zwijgen de problemen ook niet dood. Ze leven niet voor de buitenwacht in vrede, maar stiekem in onmin met elkaar. Nee, ze gaan met elkaar in gesprek, luisteren eerst goed naar elkaar, en komen er dan - geholpen door de heilige Geest - samen uit.

De vrede die Jezus nalaat, is een opdracht tot luisteren, niet alleen naar hen die boven je staan, maar ook naar hen die naast je staan. Je hebt aan twee kanten een oor: één voor wie links, en één voor wie rechts van je staan.

Daarom deed het me deugd dat er een paar bisschoppen aanwezig waren bij de manifestatie van de ‘Acht mei'-beweging, bisschoppen met een oor voor rechts, maar ook voor links.