Beste vrienden,
Met een auto voelen we ons vrij en onafhankelijk. Je kan rijden waarheen je wil en vooral ook wanneer je wil. En we zijn daar al zo aan gewend dat we het ons gewoon niet meer anders kunnen indenken. Maar hoeveel mensen, misschien ook onder u, hebben gewoon geen auto meer ter beschikking? En hoeveel mensen hebben het niet moeilijk om te gaan, zijn gewoon slecht te been? “Even snel van hier naar daar gaan”, dat kan je dan wel vergeten.
Je bent dan altijd op anderen aangewezen en moet altijd weer vragen of iemand je wil meenemen, je naar de dokter brengen, of gewoon even boodschappen met je wil gaan doen. Maar daar wil je de anderen niet mee belasten, en daarom durf je het ook bijna niet te vragen. De meesten onder U zijn met dat probleem wel vertrouwd. En het is geen klein probleempje. God zij dank is er het openbaar vervoer, trams, bussen, de belbussen en de vrijwilligers van het ziekenvervoer. Voor velen onder ons verbetert dat vervoer onze mobiliteit gevoelig. Je moet de anderen niet meer lastig vallen, de bus rijdt, regelmatig, en volgens uurrooster. En dat is het verschil met de auto, de bus is van iedereen. Het woord Bus komt van “Omnibus”, en dat is latijn en betekent “voor allen”.
Vrienden, jullie moeten niet bang zijn, dit is geen propagandapreek voor het openbaar vervoer. Maar toen ik over de betekenis van de feestdag van vandaag nadacht moest ik plots aan de hermelijnen, de albatrossen en de vele bussen van ons openbaar vervoer denken.
Want vandaag vieren we zoiets als de geboorte van een nieuwe busmaatschappij. Hemelvaartsdag is als het ware het startschot voor de nieuwe busonderneming “God en Zoon”.
Het gaat vandaag immers over een stuk weg dat moet worden afgelegd, een afstand die overbrugd moet worden. En het gaat er ook om dat wij mensen dat, op onszelf gesteld, niet klaarspelen zonder hulp. Wij kunnen immers niet gewoon naar de hemel gaan. Een individueel transportsysteem naar de Hemel bestaat immers niet. Misschien is er hier en daar wel een verborgen paden dat er naartoe leidt, maar zo’n pad heb ik nog nooit gevonden. Maar ik heb wel iets anders gevonden: er is gewoon een buslijn die er naartoe gaat. Er bestaat een bus naar de Hemel, een transportmiddel dat voor iedereen vrij toegankelijk is.
God de Vader heeft in de persoon van Jezus als het ware een buslijn naar de Hemel ingelegd, want Jezus zelf is de weg en het transportmiddel dat altijd voor iedereen klaar staat. Jezus, wiens Hemelvaart wij vandaag vieren, wil ons allemaal meenemen.
En hij rekent ons daar bovendien geen rode cent voor aan; Zijn tarief is gewoon dat je in Hem moet geloven. Iedereen die Hem vertrouwt, die op zijn woord bouwt en die zich aan Hem toevertrouwt, wordt, wanneer hij dat wil, meegenomen en, net zoals bij ons openbaar vervoer, is er ook op deze lijn een zeer dicht net van haltes. Instappen kan je vlakbij: in elke fase van je concrete dagelijkse leven. En hier op de plek waar wij vandaag vieren, is het centrale busstation waar alle lijnen zich kruisen. Wie hier staat kan er zeker van zijn dat de bus komt en dat ze exact op tijd zal zijn. En ze rijdt ook nooit gewoon voorbij of vertrekt ook niet voor iedereen is ingestapt. De bus laat niemand achter.
Als wij de Hemelvaart van Christus vieren dan betekent dat niet dat we gewoon alleen maar herdenken dat Hij als Gods zoon terug is gekeerd naar de Hemel. Christus’ Hemelvaart vieren betekent dat wij altijd voor ogen mogen hebben dat de weg naar de Hemel in Jezus Christus voor iedereen open blijft. Wij vieren als het ware de stichting van de busonderneming God en zoon, een verbinding tussen Hemel en Aarde waar je altijd op kan rekenen en die open staat voor alle mensen.
In Jezus Christus is de Hemel open, want Hij is de weg ernaartoe. Hij is niet alleen de weg, Hij is ook nog de chauffeur. Hij brengt ons zelf naar ons doel. En je kan ervan op aan dat we met die chauffeur ons doel zeker en veilig bereiken, want Jezus Christus is ongetwijfeld het veiligste en zekerste transportmiddel ter wereld. Amen.