1e zondag in de vasten C - 2007

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 126 niet laden
Tot in het diepste binnenste van zijn hart,
was Jezus was ervan overtuigd
dat Hij graag gezien werd door God.
Gedreven door deze overtuiging,
wou Hij nog intenser met God leven.

Hij liet Hij zich dopen in de Jordaan.
Bij zijn doop werd Jezus helemaal ondergedompeld
in de grenzeloze Geest van Liefde van zijn Vader.
En niets of niemand zou Jezus nog
van die zekerheid kunnen afbrengen.
Zelfs de duivel niet. Dat horen wij vandaag.

Het is niet toevallig dat Jezus
na zijn doop naar de woestijn ging.
In een woestijn is men verplicht
om héél goed na te denken
over de richting die men zal uitgaan.

Als je in een woestijn de verkeerde richting kiest,
dan loopt het verkeerd af met je leven.
Dat is wat Jezus doet in de woestijn:
de weg kiezen voor zijn leven.

In de stilte en de eenzaamheid van de woestijn
laat Jezus zich tot in zijn diepste poriën
doordringen van Gods Geest,
die Geest van liefde, van goedheid en van solidariteit.

En dáár in de woestijn maakt Jezus zijn levenskeuze.
Jezus had ook kunnen kiezen voor een gemakkelijk leven.
Maar wanneer de duivel Jezus op de proef stelt,
blijkt zijn verbondenheid met God zó sterk
dat zijn tegenstander geen schijn van kans heeft.

Nochtans maakt de duivel Jezus het niet gemakkelijk.
Hij beproeft Jezus op drie verschillende manieren.
Alle drie beproevingen hebben te maken
met de basisbehoeften van de mens.

Een mens wil eerst en vooral eten.
Hij wil voed­sel om te leven en als mens te groeien.
Een mens wil ook wonen.
Hij heeft een thuis nodig, een dak boven zijn hoofd,
een plaats om veilig te rusten en zichzelf te zijn.
Een mens wil ook gekend worden:
hij wil een naam, hij wil iemand zijn.
Hij wil erkend worden.

Eten, een thuis en een naam.
Dat is het allereerste wat je als mens nodig hebt
om volwaardig te kunnen leven.

Vandaag laten Jezus ons weten
dat er iets is dat nóg belangrijker is
dan eten, dan een thuis, dan een goede naam.
Jezus laat ons weten dat het allerbelangrijkste in ons leven
eigenlijk onze relatie met God is.
En dat is een liefdesrelatie.

En het tweede allerbelangrijkste is
leven geven aan de mensen rondom ons.
En als die twee dingen goed zitten,
dan komt al de rest er vanzelf.
Daarop mogen wij vertrouwen.
Zó heeft Jezus ook geleefd.

Hoeveel mensen klampen zich niet liever vast
aan vergan­kelijke dingen.
Zij menen dat zij hun leven zinvol is
met voedsel, geld verdienen en dingen kopen.
Eigen­lijk zijn dat allemaal valse goden.
Wij aanbidden voedsel, geld, winkels, goederen.

Dat is nu juist wat de duivel
ook van Jezus zou gewild hebben
en waartegen Jezus zich in alle hevigheid tegen verzet.
“De Heer uw God zult gij aanbidden
en Hem alleen zult gij dienen.”

Jezus discussieert niet met de duivel,
Hij wijst hem direct af.
Jezus wil geen wonderdoener zijn,
geen koning die heerst over alles en iedereen,
geen hogepriester die de tempel
als zijn eigen bezit beschouwt.

Met al die dingen wil Jezus niets te maken hebben.
Hij wil de geliefde Zoon van God zijn, en niets anders!
Hij wil die liefde van de Vader tonen aan de hele wereld!

Hij wil ons laten zien wat eigenlijk
onze diepste roeping en ons diepste geluk is:
in eeuwigheid leven als kinderen van God,
in een gemeenschap van wederzijdse liefde.
Krijgen en doorgeven…
Dat is de keuze voor het Rijk Gods!

Die keuze moeten ook wij doen.
Wat doen wij met ons geld,
met ons bezit, met onze macht?
Waarvoor gebruiken wij die?
Om Gods wil te doen?
Om andere mensen gelukkig te maken?
Of liever voor eigen profijt?

De geest van de duivel geeft hierop
een ander antwoord dan de Geest van Jezus!
Het is héél belangrijk om na te gaan
wat ons eigen antwoord is.

Laten wij er niet intrappen in die val van de duivel:
die verleiding van het gemakkelijke leven,
die verleiding van alléén maar geld,
van alles alléén maar voor ons eigen.

Jezus toont ons dat het ook anders kan.
Het échte geluk van het Rijk Gods
is eigenlijk alleen te vinden
als wij bereid zijn om ons leven
in Gods handen te leggen
en alles van Hem te verwachten.

Laten wij deze veertigdagentijd gebruiken
om in de stilte naar Gods stem te luisteren,
om ons hart te laten volstromen met zijn Geest,
met zijn Liefde.

Alléén op die manier zullen ook wij kunnen weerstaan
aan de lokroep van de duivel
en trouw blijven aan onze keuze voor het Rijk Gods.

met dank aan Erwin Roosen en Kees Pannekoek.