Richting houden (2001)

Bij de uitnodiging voor een feestelijke receptie zat een plattegrondje met routebeschrijving dwars door een grote stad. Heel praktisch. Dat gaat goed, maar het is een mistige dag en plotseling is er vanwege een ongeval een omleiding. Na een paar honderd meter staan er bordjes die alle richtingen in wijzen. Alle huizen lijken daar op elkaar en wat een redelijk intelligente mens nooit overkomt gebeurt nu dan toch: de weg kwijt. Dan maar vragen. De eerste zegt hier ook niet te wonen. Een ander zegt dat ik links af moet en wijst naar rechts; niet erg betrouwbaar. Een groepje bereidwilligen geeft tegenstrijdige adviezen. De ontreddering wordt alleen maar groter. Menigeen besluit om maar weer naar huis te gaan. Advies: blijf rustig, ga uit van de oorspronkelijk gekozen richting en al gauw zijn er weer herkenningspunten. De weg kwijt. Dat kan ook in het leven gebeuren. We hebben een vaste koers in de richting van eigen geluk van anderen, vooral de dierbaren om ons heen. De meest dierbare overlijdt en alle houvast valt weg. Geluk lijkt nergens meer te vinden. Er is een ontslagbrief op de mat gevallen. De zekerheden voor heden en toekomst zijn in de grond gezakt. Niets gevoeld, niets in de gaten, maar een routineonderzoek heeft een ernstige ziekte aan het licht gebracht. Je voelt je als een roerloos schip, zonder kompas op een eindeloze oceaan.

Het ligt voor de hand dat het meer dan verleidelijk is om nieuw en binnen handbereid liggende vormen van geluk aan te grijpen. Dat lege gevoel lijkt zo gemakkelijk te vullen met geld en spullen. Dus werken en kopen maar. Helaas het helpt niet echt.

Er dienen zich kansen aan om in de politiek, op het werk of ergens anders, misschien zelfs in vrijwilligerswerk, een belangrijke positie in te nemen. Ze zeggen het: "Dat moet je doen, je kunt 't ". Het gevoel van machteloosheid kan tijdelijk wel verdreven worden door het verwerven van zeggenschap. Het eens gekozen doel van geluk voor anderen en voor zichzelf is uit het zicht verdwenen, want "druk, druk, druk ".

Nog veel verleidelijker is het om helemaal niets te doen. Ook dat is tot een filosofie verheven. De een heeft daar een bedrieglijk soort Godsgeloof voor uitgedacht, de ander maakt gebruik van een trendy spreuk: "Geen zorgen, het komt allemaal goed". Er zijn zelfs echte sekten die bestaan bij de gratie van hun ontredderde leden.

Zie hier een toestand van alle dag en alle tijden: Mensen met een levensdoel, met idealen, die door ellendige omstandigheden of ellendige omstanders een andere richting worden opgestuurd. Het overkomt vooral degenen die echt wat willen. Geïnspireerde en talentvolle mensen dikwijls, geïnspireerde en gewone burgers.

Het ligt voor de hand dat we ons het verhaal van Jezus van Nazareth herinneren: Zijn levensdoel had Hij wellicht ontwikkeld al luisterend naar de verhalen van voorgaande profeten. Nog vóór dat de gedachte tot daad wordt is de verleiding groot om af te haken en dat zal een leven lang zo blijven. Zelfs zijn beste vrienden, Petrus b.v., willen Hem een andere richting in sturen. Maar Hij heeft de verleiding weerstaan, bleef rustig, kwam tot bezinning en hervond zijn ideaal en levensdoel.

Daarom staat dit verhaal aan het begin van de veertigdagentijd: tijd van rust en bezinning. Om opnieuw de eens gekozen richting te hervinden,-hoe groot de ontreddering ook – en alles en allen te ontmaskeren wat ons daar vanaf wil houden. In de komende tijd volgen we Jezus' leven als een betrouwbare routebeschrijving.