Eerste zondag van de vasten

Een parochiaan die op sterven ligt zei:
'wat ben ik blij met mijn geloof....
Neen, ik ben eigenlijk niet zo'n kerkman
al kwam ik iedere week
dat heb ik nu eenmaal meegekregen.
Maar ik zo blij met mijn geloof
omdat ieder mens een plek nodig heeft
waar hij met zichzelf terecht kan.'
Een beetje moeilijk gezegd misschien
maar wel mooi:
door het geloof heb jij een plaats gevonden in de grote wereld
jij mag als zoeker weten dat je ergens bij hoort.
........
Ieder mens is maar gewoon een mens, een zoeker, een zwerver.
'Mijn Vader was een zwervende Arameeër'
Iedere joodse gelovige
die onderweg is
vanuit de woestijn naar de nieuwe wereld moet dat weten.

Je hoeft het niet hoog in de bol te hebben
daarmee maak je jezelf alleen maar ongelukkig
en anderen hebben last van jouw kapsones.
Mozes laat het zijn volgelingen allemaal nazeggen:
zeg: 'Mijn Vader was een zwervende Arameeër'
en zelf ben ik ook een zwervende, zoekende, onzekere mens.

Als ik dat erkennen kan begint mijn leven zin te krijgen:
ik kan met mijzelf ergens terecht
want één die mijn leven de vervulling kan geven
die het zin geeft roept mij... Hij ziet het zitten met mij
Hij heeft mij nodig.
----------------------
Alle evangelisten zijn het er over eens dat Jezus Messias,
als Hij in de rivier de Jordaan, de grensrivier, heeft gestaan
om zich door Johannes te laten dopen ... terug moet naar de woestijn.

Niet om daar een rustige retraite te houden,
maar om opnieuw verbonden te worden met de God van Israël
die zijn volk in de woestijn tot trouw heeft geroepen.

Iedere generatie opnieuw
zal de oude woorden van de tien geboden die daar geklonken hebben
opnieuw moeten horen.
En dat gold ook voor Jezus.

We volgen Hem op de eerste zondag van de vasten naar die woestijn.
En we horen spreken over onze Messias
die, net als wij vragen heeft
en die, net als wij,
met alle bekoringen waar wij mensen maar al te gemakkelijk in kunnen vervallen,
te maken krijgt.

Een verhaal om serieus te nemen en niet om direct al te zeggen...
o, ja dat kan Hij wel aan.
Onze Heer is mens met de mensen,
dat betekent dat de beproevingen van Hem ernstige beproevingen zijn.

Er worden er drie genoemd.

DE EERSTE is de bekoring van het egoisme
'Maak van deze stenen brood en eet'.

Het is de bekoring om gewoon maar te vergeten
hoe het met andere mensen is.
Dat bijv. de arme mensen van de sloppenwijken van Calcutta
aan Amerikaanse handelaren voor een klein prijsje
één hun nieren verkopen, je hebt immers aan één nier genoeg.

De mens die dat vergeet heeft rust:
hij heeft geen last van de anderen,
hoe komt er gewoon niet toe
om te delen en te breken.

DE TWEEDE bekoring is de bekoring van de macht.

'Kies voor de bestaande orde,
betoon je respect aan degenen die nu de macht hebben'

'Alles is van jou als je neervalt en mij aanbidt.'

Je doet dan afstand van iedere kritische zin
in je relatie tot het wereldgebeuren.

In het visioen van Jezus in de woestijn
waar de woorden van Mozes geklonken hebben
zoals Lucas het beschrijft wordt in de geest
een prachtige reis gemaakt, een wereldvakantie.

Zal Jezus net als zovele wereldreizigers
die hun verre reis boekten bij een erkend reisbureau,
even gemakkelijk vrede sluiten met de bestaande machthebbers?
Zal hij, net als sommige zakenmensen die op reis gaan
bijvoorbeeld ook gaan zeggen dat het niet aangaat
kritiek te hebben op de politieke systemen van landen
waar we geld kunnen verdienen?
Jezus laat zich geen zand in de ogen strooien,
Hij zal niet buigen voor de bestaande machtsstructuren
zoals Satan die graag in stand houdt:
Hij zal zijn trawant niet worden.

Hij zal niet vanaf een positie ver boven anderen
op ze neer kijken maar juist afdalen naar beneden
en daar zijn weg gaan van solidariteit en trouw
langs de kleinen en de minsten.

DE DERDE bekoring
vindt volgens Lucas in Jeruzalem plaats. Bij de tempel, bij het heiligdom.

Nu komt onze manier van omgaan met God aan de orde.
Wat betekent onze band met Hem, die alle eer verdient, werkelijk.

'Werp u vanaf deze plaats naar beneden'
raadt de tegenspeler aan.
'Er staat immers geschreven:
-in de psalm die net als tussenzang heeft geklonken-
'aan Zijn engelen zal Hij omtrent u het bevel geven
u te beschermen.'

Maar Jezus wil de Schrift niet misbruiken.
Gaan met God en opgaan naar Jeruzalem houdt iets anders in
dan je blind storten in de armen van de Eeuwige.

De ware opgang naar Jeruzalem zal
betekenen dat Hij de juiste weg zal volgen
die door Hem gegaan moet worden.
Een weg van dienst,
een weg van 'je leven verliezen om het te vinden,'
een weg langs de mensen beneden.
-------------
Jezus heeft de Satan weerstaan
en gekozen voor trouw aan Gods opdrachten
aan zijn Tora.
Jezus heeft de Tora, de Wet van Mozes,
van Genesis 1 tot en met Deuteronomium 34 goed verstaan:
Het verhaal van Abrahams roeping,
van de Uittocht uit Egypte,
van de leer-tocht door de woestijn vanaf de Sinaï-berg
is Zijn verhaal geworden.
Hij heeft gestaan waar Mozes stond aan de Jordaan.
Hij nam zonder aarzelen de goede woorden in de mond:
'de mens leeft niet van brood alleen.'
'De Enige, uw God, zult Gij aanbidden
en Hem alleen dienen.'
Het paasfeest nadert: Jezus zal zijn opgang naar het heiligdom volbrengen,
Hij zal de berg opgaan van Golgotha
en het offer aller offers volbrengen.

Het evangelie eindigt een beetje dreigend:
'de satan ging van hem heen
tot de vastgestelde tijd.'

Wanneer zal dat zijn?
Ik denk dat het slaat op Jezus' strijd in de hof van olijven.

Nog eenmaal is er de angst en de twijfel:
'Vader als het mogelijk is laat
dan deze kelk aan mij voorbijgaan.'

En misschien ook later nog een keer
als Hij hangt aan het kruis
en vertwijfeld en wanhopig uitroept:
'God mijn God, waarom hebt U mij verlaten.'

Pas als Hij zijn moeilijke, goede weg gegaan is
tot het allerlaatste toe
komt het prachtige slot van het evangelie van vandaag
tot zijn volledige voltooiing:
Pasen breekt aan, de dag van de bekroning van Jezus' leven.
Pas dan kan Jezus zich laten vallen
in de armen van de engelen van de levende God.
Pas dan mogen de engelen komen
om hem te dienen en tot koning te kronen.
------------------
De gewone Christen die zijn eigen kleine weg gaat
zal, net als zijn meester
ook de weg door de woestijn moeten gaan.
Hij zal zo pijnlijk ervaren dat hij inderdaad
maar een arme zwerver is die bevrijding nodig heeft.

En daar staat hij dan,
daar staan wij dan.
Hulpeloos, weerloos, onzeker, aarzelend.

Maar dan komt er hulp aangesneld:
want de boodschap van het evangelie is:

hoe hulpelozer wij staan in onze tijd
hoe beter dezelfde God die ook Jezus trouw was
ons tegemoet kan treden
hoe dichter Hij ons kan naderen,
en hoe intenser Hij onze God kan zijn
die ons leven vervult.
Hij heeft zijn eigen Zoon uitgezonden
om met ons mee te wandelen, van dag tot dag.
Hij zal onze gids zijn
bij onze eerste aarzelende stapjes in dit bestaan
als wij in zijn naam gedoopt worden
tot de laatste stap die wij overschrijden zullen
als wij sterven.

Wij zijn nooit meer alleen:
Niemand leeft voor zichzelf,
niemand sterft voor zichzelf,
wij leven en sterven voor God onze Heer,
AAN HEM BEHOREN WIJ TOE. AMEN