De systeembeheerder bouwt voldoende sassen in ter beveiliging en houdt zo spam en ongewenste reclame buiten. Hij beschermt de computergebruiker voor e-buy en chat-partijen. Deze heeft van die kant uit niet te veel bekoringen en afleiding. Het scherm kan hem op een andere manier fascineren en zijn vrijheid beperken. Bekoringen wijzigen met de jaren. De bekoring tot overmoed in de jeugdjaren maakt plaats voor de bekoring van lusteloosheid in de late leeftijd.
Elk jaar brengt de eerste zondag van de Vasten het verhaal van de bekoring. De synoptici geven alle drie dezelfde inhoud en houden het bij veertig dagen (en nachten) vasten in de woestijn.
Waarom zo lang? Waarom veertig dagen? Voor Jezus en Johannes herinnerde de woestijn aan de wittebroodsweken van Israël maar ook aan het morrend en klagend volk tijdens zijn wachttijd om het Beloofde Land binnen te trekken. De woestijn heeft charme. Ze kan een mens boeien, zo hij/zij voor haar geduld opbrengt. "La patience est la clef du paradis", een lievelingsgezegde van de touaregg, gids bij woestijntochten.
Wie goede ogen heeft, ziet in de woestijn de glans van de bron onder het zand. Mgr. Claude Rault is bisschop van Laghouat een uitgestrekt bisdom in Algerije met weinig christenen en veel woestijn. Een van hun bekoringen is het gevoel van nutteloosheid. Herhaaldelijk krijgt hij de vraag of hij daar zijn tijd niet verliest. Voor hem is niet het aantal de hoofdzaak, maar de kracht van het teken (Désert, ma cathédrale, DDB). Het leven in de woestijn is hard. Toch vindt de nomade er zijn weg. Hij kent de sterren, waarop hij zich moet oriënteren. Hij voelt aan de wind en het soort zand, waar hij zich bevindt. Hij vertrouwt eveneens op de flair van de kamelen.
Was Jezus daar mee bezig in de woestijn? De evangelisten vermelden alleen maar dat hij vastte. Vasten is heilzaam. Als wij als christenen dit zouden vergeten, dan kunnen de moslims ons vertellen wat de ramadan voor hen betekent. De evangelisten verhalen dat Jezus honger had en zich toen veel vragen stelde. Wanneer komen bekoringen het meest voor? Jezus had wellicht voordien in de uren van stilte zich al vragen gesteld over zijn zending. Hij wou weten welke keuze hij moest maken. Welke zijwegen hij moest vermijden.
Zijn bekoringen zijn niet ontijdelijk. Ze gaan over drie belangrijke verlangens van een mens: 'avoir, pouvoir, valoir'; 'bezit, macht, prestige'. Lucas vernoemt zoals Matteüs dezelfde bekoringen van Jezus, maar met dit verschil dat hij de rangorde wijzigt. Zo komt ook hier zijn procédé aan het licht om alles te richten op Jeruzalem. Bij hem komt de bekoring op de bovenbouw van de tempelpoort te Jeruzalem op de derde plaats; terwijl ze bij Matteüs de tweede bekoring is. Bij beide evangelisten zijn de bekoringen te zien als het zich afzetten tegen God door zich van hem te verwijderen (1°), door aan Satan een macht toe te kennen, die enkel God toekomt (2°) en door zich van Gods macht te bedienen in eigen voordeel (3°). Jezus had te kiezen op elk van deze drie terreinen. Wat werd zijn weg? Rechtuit, trouw aan Gods woord? Of kiezen voor zijwegen? Lucas steekt gradatie in deze bekoringen. De eerste bekoring is een keuze voor het materiële. Zij verwerpt God niet, maar verwaarloost hem. De tweede bekoring ontkent God en kiest voor macht. En de derde bekoring is deze om God voor eigen kar in te spannen in plaats van hem het eerste en laatste woord te geven. Dat laatste is een misbruik van de godsdienst. Dat dit "wel vaker voorkomt bij officiële bedienaars van het religieuze, is Lucas, de grote verdediger van tollenaars en zondaars, zeker niet ontgaan. Deze bekoring bedreigt vooral de vrome mens en meer bepaald de tempeldienaar. Het is dus normaal dat zij in Jeruzalem ervaren wordt" (H. Servotte, Lucas litterair, p. 32).
Wie honger heeft, denkt wellicht het eerst aan een bete brood. Maak van stenen brood, genoeg voor jezelf en voor de anderen. Jezus gaat zich niet bewijzen door de oplossing van de broodvraag. We hebben voedsel broodnodig, maar we leven van meer. "Brood komt er niet bij toverslag, brood komt als er gerechtigheid heerst. Jezus zal door zijn woord brood van leven geven, dat niet alleen harten verzadigt maar ook hongerigen voedt." Wat Jezus kiest: "Het heeft evenzeer te maken met ontwikkelingssamenwerking als met het avondmaal" (W. R. van der Zee, Vandaag, p. 70).
Dan gaat het over macht over de wereld. Jezus wil geen mensen onderwerpen, maar hen onderwijzen. "Het Koningrijk van God in deze wereld is niet die van de macht van de heerschappij, maar van de kracht van de Geest. Niet van het heersen en dwingen, maar van de liefde die mensen voor God inneemt en ze verandert" (Ib. p. 71).
Het laatste is zich doen gelden langs een stunt. Jezus kiest voor het vertrouwen. "Wie vertrouwt, hoeft geen bewijzen en zoekt het niet in demonstraties van eigen geloof. Vertrouwen betekent gehoor geven en gehoorzamen, zelf trouw zijn" (Ib., p. 72). Drie maal kiest Jezus, telkens door vertrouwen te geven in wat is geschreven en gegeven als Woord van God. Dit is voor Jezus de rechte weg, die hem naar Pasen voert.
Wij mogen over veertig dagen het Paasfeest vieren, nadat wij ondertussen zullen zijn gegroeid in vertrouwen, steviger staan in onze kennis van de bijbel en geproefd hebben van gerechtigheid.