2e zondag van de vasten C (2013)

Verleden week hadden we als thema: ‘sterk in de beproeving’; Jezus in de woestijn, bekoord worden door de duivel. Vandaag lijkt het tegenovergestelde te worden geboden; Jezus in heerlijkheid boven op de berg, Mozes en Elia aan zijn zijde, de stem van de Vader.

Een heerlijk moment, voor Jezus, voor de leerlingen, voor ons. Vandaar ook dit thema: ‘sterk in luisteren’, het is genomen uit het woord van de Vader: ‘Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem.’

‘Luister naar hem.’

Wie de oude oproep kent die tot Israël gericht was, het ‘Sjema Israël’, ‘Hoor Israël’. Die ziet meteen de link. We hebben al twee weken het verband gelegd met het verhaal in de tuin, de zondeval, Adam en Eva. Wat was hun grote manco? Dat was hun doofheid, niet dat ze Gods Woord niet hadden gehoord, Gods gebod en verbod, maar innerlijk waren ze doof, ze luisterden niet naar wat God zei. Ze luisterden wel naar de verleider. Dan Jezus, Hij hoort wat de verleider zegt, maar luistert niet naar hem, Jezus luistert naar de stem van de Vader. Tegenover de ongehoorzaamheid van de mens, staat de gehoorzaamheid van de Zoon.

Vandaag mogen wij meegaan naar boven. Het voordeel van het Evangelie is dat wij getuigen zijn van momenten, die eerst alleen voor enkele uitverkorenen waren weggelegd. Toen waren het Petrus, Johannes en Jacobus, de bekende drie, nu zijn u en ik erbij. Het mooiste is wanneer u hier in gedachte, misschien de ogen dicht, hopend dat u niet inslaapt, die tocht naar boven en die gebeurtenis op de berg meemaakt.

Jezus in gebed, Jezus tussen Mozes en Elia, Jezus stralend in het licht, Jezus als de stem van de Vader klinkt. Kan het mooier?

De meesten van u hebben de brief aan parochianen ontvangen en mogelijk zelfs gelezen. Ik krijg er geregeld reacties op. Een kernpunt in de brief is dat ik me heb voorgenomen meer voor u te bidden. Meer voor de gezinnen te bidden, meer voor de kerk te bidden, meer voor de wereld te bidden. Dat heb ik natuurlijk niet van mezelf. Aan Jezus kun je zien wat het gebed doet. Jezus is boven op de berg aangekomen, het is een flinke klim om de top van de berg Tabor te bereiken. Daarboven gaat Jezus in gebed.

In het gebed, zowel in dat van Jezus als in dat van ons, komen de gebeurtenissen van alledag terug, maar niet zomaar als verstrooiing, ze krijgen dan een plaats bij God, ze worden tot de juiste proporties teruggebracht, komen in het juiste licht te staan. Ze verliezen ook hun macht. Jezus in gebed. De verhalen van een paar dagen ervoor klinken nog in zijn gedachten: Wie zeggen de mensen dat Ik ben: sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen dat Ik een van de profeten ben. Maar wie zegt gij dat ik ben? Waar heeft Jezus voor gebeden? Stellig voor zijn leerlingen. Mogelijk dat de Vader hen openbaart wie de Zoon is.

Jezus in gebed, het moment dat Hij in de meest persoonlijke omgang met de Vader verkeert. Een paar dagen eerder heeft Petrus geantwoord: ‘Gij zijt de Christus’. Maar Jezus had hem verboden daarover te spreken. Wie zegt Gij dat Ik ben?

Een van de profeten waar ze het eerder over hadden, verschijnt in zijn gebed. Mozes, de grootste van de profeten. Elia verschijnt ook, de vuurprofeet. Twee groten waarvan de traditie aangaf dat ze ten hemel opgevaren waren. De hemel komt voor het Joodse Volk ten tijd evan Jezus niet binnen bereik zonder deze twee profeten. Jezus in hun midden. Dat alles gebeurt in zijn gebed. Tot dat moment slapen de leerlingen. Het lijkt een voorspel op wat later in de hof van Olijven staat te gebeuren. Een voorspel op lijden, dood en verrijzenis.

Bent u er nog? Wij mensen dommelen zo snel in, niet alleen letterlijk, hoeveel zitten achter de TV of de krant weg te suffen, maar ook in het gewone leven, de luxe sust ons in slaap, politici en economen sussen ons in slaap, zolang wij maar netjes meelopen. O wee, als een prins of een kardinaal commentaar levert.

Maar Petrus wordt wakker, klaar wakker, dit is een bijzonder moment. Petrus trekt meteen zijn conclusie, iets te vlug, maar zo is hij. Petrus heeft twee belangrijke punten. Hij wil niet dat de twee kroongetuigen vertrekken, als zij aanstalten maken om weg te gaan zegt hij: ‘Laten we drie tenten bouwen.’ En het tweede is dat hij niet weet te kiezen tussen deze drie? Hij weet niet wat hij zegt. Laten we drie tenten bouwen, hij weet niet wat hij zegt. Gij zijt de Christus, wij weten niet wat wij zeggen, want God heeft zijn tent opgeslagen. Het loofhuttenfeest is voltooid.

Er is er maar één die ons duidelijk kan maken wie Gods Zoon is. Is Mozes Gods Zoon? Is Elia Gods Zoon? Is Jezus Gods Zoon, of een van de andere groten in de geschiedenis? Als God spreekt, spreekt Hij als Vader. Als de Vader spreekt, treden Mozes en Elia bescheiden terug. Dan gaat het om de definitieve openbaring van de Uitverkorene. Terwijl de stem weerklonk, bemerkten de leerlingen dat Jezus alleen was. Dus dit is de Zoon. Naar hem moeten we luisteren.

Sterk in luisteren. Luisteren is zo moeilijk. Luisteren naar mensen en helemaal het luisteren naar God. Weet je nu zeker of God heeft gesproken, is dit nu Gods belofte, is dit de ultieme openbaring? Treden dan Mozes en Elia, Boedda, Confucius, Mohammed, en alle anderen bescheiden naar de achtergrond?

Inderdaad, want zij brengen wijsheid, zij brengen regels en wetten, zij openbaren Gods bedoeling voor bepaalde tijden en landen en culturen. Zij verklaren en verhelderen ons menselijk bestaan. Maar zij treden terug, wanneer de Zoon verschijnt. Mozes gaf een wet, maar na hem komt een ander naar wie we moeten luisteren, zo zegt Mozes zelf. Elia is de profeet van vuur en vergelding, niet van de voltooiing. Boedda verklaart het lijden en wijst de weg om het lijden in deze wereld te overwinnen. Over het Nirwana zwijgt hij. Het is hem niet geopenbaard, hij komt er niet vandaan, hij is erheen op weg. Confucius brengt orde in de chaos, brengt wijsheid in wijsheidsspreuken, maar weet zijn eigen wijsheid beperkt. Mohammed getuigt dat Jezus de ongeschape is, de nieuwe Adam. Geen van hen heeft de dood overwonnen en voor ons de poort naar het eeuwig leven geopend.

Jezus heeft het niet nodig van zichzelf te getuigen. De Vader getuigt van Hem: Wil je wijsheid? ‘Luister naar hem.’ Wil je voorspoed? ‘Luister naar hem.’ Wil je rijkdom? ‘Luister naar hem.’ Wil je toekomst? ‘Luister naar hem.’ Wil je vrede? ‘Luister naar hem.’ Wil je eenheid? ‘Luister naar hem.’ Wil je jezelf kennen? ‘Luister naar hem.’ Wil je God kennen? ‘Luister naar hem.’

Hij geeft wat je hart begeert, tenminste, als jouw hart begeert wat God behaagt, want je zal bij Hem niets vinden dat niet van God komt.

Daarom: ‘Luister naar hem.’ Amen.