Evangelieprikje 2016

“Loontje komt om zijn boontje”, een gekend Vlaams spreekwoord dat insinueert dat mensen die iets verkeerd gedaan hebben, uiteindelijk wel zullen gestraft worden. Er zijn zelfs mensen die denken dat God dit regelt. Zij zien God vooral als een rechter die straft. Een gevaarlijk godsbeeld, als je het mij vraagt, maar wie ben ik? Het is trouwens geen origineel godsbeeld, alle tijden kennen mensen die een godheid voor hun kar spannen om mensen onder bedreiging aan te porren om het goede te doen. In alle tijden, dat betekent dus ook in de tijd van Jezus. Als Jezus hoort vertellen over de Galileeërs die vermoord zijn of van de doden die gevallen zijn bij het instorten van de Siloam-toren, klinkt daar waarschijnlijk ook iets in van: “ ze hebben hun verdiende loon gekregen”. Diegene die samenwerken met de Romeinen verkozen boven verzet, zullen het als een rechtvaardige straf gezien hebben dat die wellicht opstandige Galileeërs gedood werden. Diegenen die tegen samenwerking met de bezetter waren zullen het dan weer ‘rechtvaardig’ gevonden hebben dat diegenen die meewerkten aan een Romeinse toren er ook onder bedolven zijn. Jezus wijst die redenering van de hand. Toch wel iets om over na te denken want af en toe duikt dat verkeerde denken ook nog wel eens bij ons op. Maar Jezus gaat nog verder. Hij vraagt zijn omstanders zich te bekeren. In plaats van je te verkneukelen in de zogenaamde rechtvaardige straffen zou je beter wat naastenliefde tonen voor de mensen die daardoor een dierbare verloren hebben. Daartoe worden de volgelingen van Jezus opgeroepen, niet om te oordelen.

Maar omdat Jezus weet hoe hardleers we kunnen zijn vertelt Hij ook nog een gelijkenis van een onvruchtbare vijgenboom. Al bij het beluisteren van de vergelijking schieten ons voorbeelden door het hoofd van wie die onvruchtbare vijgenboom vandaag zou kunnen zijn. Het kan die leerling zijn waar niks mee aan te vangen is, of die recidivist die al zoveel kansen gekregen heeft, of die buur waar je al zoveel tijd ingestoken hebt maar er niks voor terug krijgt, of die relatie waar je je helemaal voor gegeven hebt maar die achteraf niet vruchtbaar leek te zijn, of de vluchteling die moeite heeft om zich aan te passen aan onze samenleving.... Zij die zichzelf de eigenaars van onze aarde vinden vellen een economisch oordeel: kap hem om. Het heeft geen zin om in die mens nog tijd te steken, het is allemaal voor niks, kap er gewoon mee. En dan is er die andere mens wiens hart niet rekent of berekent maar lief heeft. In al mijn optimisme hoop ik daar dan een christen te mogen in herkennen wiens hart overloopt van Gods liefde en die vindt dat die boom, die mens nog een kans verdient.

Maar zeggen dat die boom nog een kans verdient, meen je maar als je echt alles in het werk stelt om die boom, die mens een kans te geven. Het helpt niks als je gewoon zegt dat je die mens nog een kans moet geven, je moet er zelf ook iets aan doen. Jezus omschrijft het in zijn gelijkenis als bemesten, de grond omspitten. Het gaat dus om meer dan een kans geven, het gaat om je daadwerkelijk in te zetten voor die mens. Er staat je noeste arbeid te wachten, iemand vragen een ander een kans te geven is niet zo vrijblijvend bij Jezus.

Ik denk dat de meesten van ons wel spitsvondig genoeg zijn om voor zichzelf uit te maken wat het betekent om bij een mens figuurlijk de grond om te spitten en te bemesten. Beide handelingen gaan dieper dan wat bijsnoeien, hoe belangrijk dat ook is. Hier gaat het om het voedsel, de grond van waaruit deze mens leeft. Niet zelden liggen al dan niet verwerkte trauma’s aan de basis van het gedrag van enkele mensen die we graag omschrijven als onhandelbaar. Dat erkennen is één ding, dat ombuigen is nog iets anders. Het grootste werk moet misschien gedaan worden door specialisten en door de persoon in kwestie zelf, maar dat neemt niet weg dat ook wij kunnen spitten en bemesten. Gewoon door er te zijn, niet te oordelen, ... We hebben toch allemaal al mogen ondervinden hoe deugddoend het kan zijn dat er vrienden zijn als we het moeilijk hebben, het is bij die mensen niet anders. We hoeven hun gedrag of hun uitspraken niet goed te keuren, maar we kunnen laten zien dat het anders kan en dat er mensen zijn die verder kijken dan die daden en die woorden. Daartoe is een christen geroepen .... Niet om te zeggen dat het een straf van God is, maar om mee te leven met die mensen, want ook in hen mogen we – en ik weet, het is niet altijd even gemakkelijk - een glimp van Gods beeld herkennen. Handen uit de mouwen, eens goed spuwen in de handen, de schop vast en beginnen maar ...