Laat hem dit jaar nog staan (2010)

De Vasten heeft elk jaar zijn klassiek begin met de woestijn op de eerste zondag en de Tabor op de tweede zondag van de vasten.  Elk jaar eindigt de vasten op dezelfde wijze, met dien verstande dat de kerkganger ondertussen een jaar ouder is geworden en dat de wereld alweer geëvolueerd is.  De zesde zondag van de Vasten is het Palmzondag met het passieverhaal, verschillend per leesjaar.  Op Pasen zingen we met vreugde het alleluia want de op Goede Vrijdag gestorven Jezus verrijst de derde dag.  De christenen vieren de Opstanding van de Heer en het nieuwe leven, dat hun door hem wordt geschonken.  

Voor de derde, vierde en vijfde zondag van de Vasten hebben de opstellers van het lectionarium in elk leesjaar een ander triptiek voorzien.   

In de A cyclus staat de doopliturgie voorop en reikt Johannes de lezingen aan.  Jezus schenkt aan de Samaritaanse het levend water; aan de blindgeborene het licht en aan Lazarus het leven.  In de B cyclus levert Johannes alweer de lezingen en bereidt hij ons voor op Pasen met drie beelden: Jezus de nieuwe tempel, Jezus, Mensenzoon, zoals de koperen slang op het kruis verheven.

 In de C cyclus gaat de aandacht naar het boetesacrament en vooral de bekering.  We krijgen de teksten over de onvruchtbare vijgenboom, de Verloren zoon en de overspelige vrouw.  De eerste twee teksten zijn van Lucas, de derde komt uit het evangelie van Johannes, maar zou niet misstaan in het Lucasevangelie. 

Lucas heeft aandacht voor het gewone leven, waar echter nu en dan ongewone dingen gebeuren.  Het zijn die dingen die in de kranten komen, die doorverteld worden en lange tijd na het gebeuren indruk blijven maken.  Het evangelie van deze derde vastenzondag C lijkt op een samenraapsel van krantenberichten uit die dagen.  Dit is een anachronisme.  Het gaat over voorvallen die eveneens vandaag voorkomen.  Een betonblok komt los in de Cellebroerstraat en doodt een Gentse dame, actief in sociaal werk en verwondt haar vriendin.  Bij een brand komen negen bejaarden om in huize Triest te Melle.  Twee treinen botsen in Buizingen: 18 doden, tientallen gewonden.  Op 11 september 2001 hebben terroristen de twin towers in het World Trade Center aangevallen en vernietigd.  Zelfmoordaanslagen in Pakistan, Afghanistan en op zoveel andere plaatsen kosten het leven aan zoveel slachtoffers. 

Altijd komt de vraag naar boven hoe kan zo iets gebeuren en botst de mens op de onoplosbare vraag naar het waarom.  Zelfs als we alle omstandigheden kunnen verklaren, dan blijft het leed nog onopgelost.  Voor Jezus zijn de twee voorvallen, de gewelddadige dood van Galileërs door Pilatus, de achttien slachtoffers van de omvergevallen toren reden tot waakzaamheid.  Onderschat de ernst van het leven niet.  Weet dat elk moment telt en dat elk moment het laatste kan zijn.  Dit is geen zedenpreek, maar een vaststelling, die elke dag in iemands leven bevestigd wordt.  Jezus interpreteert de feiten.  Elke tijd is er een van heil, maar ook van val en opstanding, zo voorspelde het Simeon aan Maria.  Jezus stelt zijn toehoorders voor de urgentie van het levensmoment.  Aan hen om de tekenen te verstaan (Lc. 12, 54-56).

Jezus voegt bij zijn commentaar een parabeltje.  Hij looft het geduld van de wijngaardenier met de vijgenboom zonder vrucht.  Hierin steekt een les over de tijd.  De tijd is genade, heb zorg voor de geschonken tijd. 

Het leven kan te lang duren.  « Seigneur, pourquoi tu fis la nuit si longue? »  Het lied over de lange nacht kan worden omgezet tot een klacht over het lange leven dat met pijn en leed verloopt.  "Heeft de Heer mij vergeten?", krijg je bij ziekenbezoek al eens te horen.  Maar de geschonken tijd houdt kansen in.  Wij kunnen doorheen de tijd groeien.  Jacques vertelde over zijn vader, een geëerd geëngageerd man in de financiële wereld, veel mandaten.  Hij kwam voor zijn kinderen hard en streng over.  Hij heeft jaren mogen genieten van zijn pensioen.  Hij had zijn vrouw verloren.  Maar hij was in zijn oude dag een lieve en dankbare milde man geworden.  De ons meer geschonken jaren kunnen kwaliteit toevoegen aan ons leven.  "Les jeux sont faits", zei Sartre en hij geloofde niet in een tweede kans.  Bekering is mogelijk op elke leeftijd.  Ons leven lang moeten we ons bekeren en groeien  tot juister inzet en beter gedrag.  Sint Augustinus (+ 430) is een voorbeeld van permanente bekering.  Hij werd in 387 op 32 jarige leeftijd gedoopt.  Hij leefde met vrienden in een contemplatieve gemeenschap, maar werd drie jaar later tot bisschop van Hippo gekozen.  In 426 gaf hij ontslag en stelde zijn opvolger voor.  Hij wou zijn laatste jaren benutten om intenser te bidden en voortdurend de weg van de bekering te volgen. 

Joseph Folliet (1903-1972), socioloog, journalist, groot dienaar van de armen, priester gewijd op oudere leeftijd, bad opdat zijn levenseinde schoon zou zijn.  « Seigneur, je vous demande seulement que mon arrière saison soit belle, afin qu'elle porte témoignage à votre beauté. » 

"Heer, Gij die de seizoenen van het jaar bepaalt en deze van het leven,

maak dat ik van alle tijden ben.

Ik vraag U niet het geluk,

want ik weet dat geen enkel seizoen dit schenken kan,

zelfs de lente niet.

Ik vraag U enkel dat mijn laatste tijd schoon mag zijn

zodat ik daarin blijf getuigen van uw goedheid."