Kerstdag 2012             Cyclus C                                                          Jes 52, 7-10                                                                                                           

                                                                                                             Joh 1, 1-5.9-14

Het virus dat gezond maakt  

Beste vrienden, 

De kribbe, de stal van Bethlehem, Maria en Jozef, de os en de ezel, de herders, de ster, de engelen, de koningen, wierook, goud en mirre, dat hoort voor ons toch allemaal bij Kerstmis. Zelfs al hebben we daar in het evangelie van vandaag helemaal niets van gehoord. De evangelist Johannes schilt het kerstverhaal van Mattheus als een sinaasappel tot op het vruchtvlees. Hem gaat het alleen om Jezus, de Christus, die geboren werd. Hoe dat gebeurde interesseert hem helemaal niet. Alleen het blote feit telt: het feit dat het woord van den beginne – God zelf – mens is geworden.  

En wij? Om die zelfde reden wensen wij ons vandaag “een zalig en gezegend kerstfeest”. Ik ben ervan overtuigd dat ieder van jullie dat vannacht of deze ochtend reeds tegen iemand anders heeft gezegd en het dan misschien ook nog met een handdruk heeft bekrachtigd. Maar ik, ik zal u dit jaar geen vrolijk kerstfeest maar een flinke aanval van het “kribbe-virus” wensen. Ik zou echt willen dat ieder van jullie door deze kribbe zou worden geïnfecteerd, dat jullie je door het kind in de kribbe zouden laten besmetten. Moge de mens, wiens verjaardag we sinds deze nacht vieren, jullie gewoon met zijn boodschap aansteken.

Dat kribbe-virus krijg je trouwens ook als je de ijzige kou in veel menselijke en tussenmenselijke betrekkingen voelt; wanneer je je bewust wordt van de kou van het egoïsme en van de ellebogenmentaliteit in onze maatschappij, en wanneer we allemaal steeds weer te lijden hebben onder de kilte en de onverschillige vreugdeloosheid van onze medemensen. Het infectiegevaar is des te hoger naarmate je immuunsysteem niet meer intact is. Wanneer je op vragen zoals: “waarom ben ik hier op deze wereld? Wat maakt mijn leven waardevol en goed?“ niet onverschillig uw schouders ophaalt en wanneer je nog niet zo ongevoelig bent geworden dat alles wat om je heen gebeurt je onverschillig laat, dan loop je acuut gevaar op een infectie met het kribbe-virus. En je kan het ook snel opdoen door gewoon contact met reeds geïnfecteerde tijdgenoten. Mensen die ook door de zaak Jezus bezeten zijn. Mensen waaraan je kan zien dat ze verlost werden en nu als bevrijde mensen leven. 

Nu kan je natuurlijk afvragen: heb ik me misschien al geïnfecteerd? Je kan dat gemakkelijk controleren. Ik zeg u, als u één van de volgende symptomen bij uzelf ontdekt, dan heeft het kribbe-virus u reeds te pakken.  

Daar is eerst en vooral de zwakte: als je ontdekt dat je een zwak voor je medemensen hebt; wanneer het je plots interesseert hoe het met hen gaat, waar ze onder lijden en wat ze nodig hebben, en wanneer je dan ook nog bereid bent om hen te helpen, dan heb je het kribbe-virus te pakken. 

Of de koorts: Wanneer je vol verwachting uitkijkt naar gerechtigheid en vrede of er zelfs koortsachtig naar verlangt dat mensen genezing en hulp, begeleiding en genegenheid zouden mogen ondervinden; wanneer een goed gelukt en zinvol leven je werkelijk interesseert; wanneer je steeds meer wil weten over die Jezus en over zijn visie van het rijk Gods – dan is dat een onfeilbaar teken dat je door het kribbe-virus bent geïnfecteerd.  

Of neem nu eens de problemen met slikken: wanneer je echt niet meer alles kan slikken wat er aan liefdeloosheid en ongerechtigheid in je omgeving gebeurt; wanneer je al die kwetsuren en al die spot niet meer kan verdragen en opkroppen; wanneer je weigert om al dat oppervlakkige en belangloze wat je wordt voorgezet ook aan te nemen, dan heb je een kribbe infectie te pakken.  

Nu vraagt u zich natuurlijk af – ja, als dat zo is, wat kan ik dan doen? Hoe ga ik daar het best mee om? Wel, ik kan u vertellen dat zowat alles wat het ordinaire griepvirus verhindert of bestrijdt, u ook helpt om het kribbe-virus te koesteren. 

Dus eerst eens diep ademhalen: zo nemen we de Geest van Jezus steeds meer in ons op en laten we ons volledig vervullen door zijn woord en gedachten, door zijn vertrouwen in God en zijn mensenliefde.  

Vervolgens moet je proberen om een gezond evenwicht tussen rust en beweging te vinden. Dat wil zeggen: gun je toch eens echte rust – bouw in je dagelijkse leven momenten van stilte in; gun je de tijd en neem ook de tijd voor gebed en voor de deelname aan de vieringen. Dan onderbreek je heel bewust de dagelijkse sleur en de gejaagdheid van het moderne leven. Anderzijds moet je ook in beweging komen. Je moet opstaan en al wat in je leven is vastgelopen en verstijfd achter je laten; andere mensen tegemoetkomen en hen met de openheid en de onbevangenheid van Jezus ontmoeten; hen iets laten voelen van de immense vreugde die dat kind in de kribbe ons heeft gebracht.

Tenslotte kan ik alleen maar hopen dat je zegt: Ja, dat Kribbe-virus wil ik ook hebben. Zo wil ik ook in contact komen met het kind in de kribbe en ik wil me steeds meer verdiepen in zijn gedachtenwereld en in zijn levensgeschiedenis.

En uit eigen ervaring en overtuiging kan ik u beloven: Door de ontmoeting met dit kind wordt u niet ziek van de griep, maar kerngezond van de kribbe. Dan kan je alle mensen die je ontmoet met die gezondheid infecteren. In die zin wens ik u allen een gezondmakend kerstfeest.