×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

De herders uit de laagte, de engelen uit de hoogte, de wijzen uit de verte: zij begroeten het Kind en heten het welkom. Zij zijn thuis bij hem. Dat gebeurt in Betlehem.

Zal hij ook thuis zijn in zijn eigen huis? In de tempel, in Jeruzalem? Zullen de mensen, die hem ooit verwachtten omdat het zo in de boeken stond, hem ook van harte begroeten? Zal hij binnen mogen in de tempel, die al eeuwen voor deze intrede was gebouwd? Zal de ontmoeting met hem een feest zijn? Of alleen maar een kerkelijk ritueel? Een formaliteit, omdat zijn ouders daar hun plicht kwamen doen?

Twee mensen staan daar, om het welkomstwoord uit te spreken. De eerste is Simeon, die zeggen mag: de Messias zien en dan sterven. De tweede is Hanna, de oude vrouw, twaalf maal zeven: zo is zij bijbels-vervuld. Zij spreekt het kind toe: eindelijk bevrijding voor Jeruzalem! Dan mag het voor haar ook eindigen.

Hij was verschenen. Zij verdwenen.

Het Godsgeschenk is nu aangeboden... en aanvaard. Zijn verhaal kan beginnen. Het zal wijs zijn en genadig.

Maar zowel in de tempel als op straat zal hij worden tegengesproken. Zo welkom is hij niet altijd en overal: hij is te zeer helder.

En soms gaat het onder mensen met het licht mis. Het kind is niet zo welkom in de schuilhoek van onze kleine, fanatieke waarheid.

Aan allen echter, die hem wel aanvaarden, geeft hij het vermogen om kind van God te zijn. Als wij bij deze uitverkorenen mogen zijn, zal de ontmoeting met hem feestelijk zijn. En mogen wij dit feest een kinderfeest noemen... onder andere ook voor grote mensen.